Participatie-strategie in 2021: 3 trends om op in te spelen
Nu de overheid steeds vaker participatie organiseert, wordt de aanpak strategischer. Participatie komt post-corona definitief in een nieuw vaarwater. Met welke trends hebben gemeenten te maken als het gaat om participatie en wat betekent dat voor 2021?
De nieuwe Omgevingswet komt steeds dichterbij (écht waar) en de deadline voor de warmtetransitievisie is in zicht (beiden vooralsnog 1 januari 2022). Ontwikkelingen waar participatie een verplicht onderdeel is. Daarnaast zorgden de coronamaatregelen ervoor dat de traditionele bewonersavond niet meer kunnen.
Participatie is nodig. Steeds meer typen inwoners willen meepraten of meedoen én de frequentie daarvan mag omhoog. Wetgeving zorgt ervoor dat het aantal participatie-thema’s toeneemt. En dat is maar goed ook, want inwoners die niet mógen meepraten, gooien hun kont sneller tegen de krib. Mensen weten elkaar door digitale infrastructuren als Nextdoor of buurt-WhatsApp-groepen goed te vinden.
Medestanders vinden en weerstand kunnen organiseren is daarmee eenvoudiger geworden. Dat geeft een nieuwe dynamiek aan de democratie. Door (kritische) meningen in een vroeg stadium te horen, voorkom je als overheid of aannemer gedoe in een later stadium. Maar, met alleen participatie ben je er nog niet. In het contact moet de gemeente al meer moeite doen om inwoners te bereiken.
- 1. Onderzoek doen als dé manier om inwoners te betrekken
- 2. Communiceren is afstemmen, en dat geldt ook voor participeren
- 3. Als je toch bezig bent met het ‘anders’ organiseren van participatie, doe het dan goed
- En dit is hoe participatie er in 2021 uitziet
- En wat betekent de online move van participatie?
1. Onderzoek doen als dé manier om inwoners te betrekken
De gemeente is er voor de inwoners en niet andersom. Vanuit dat oogpunt is participatie eigenlijk heel logisch. De gemeente zou daarom altijd het belang en de stem van álle inwoners moeten meewegen. Een onderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van een enquête, is een participatievorm waar iedereen aan mee kan doen. Zeker als deze zowel online als in papieren vorm wordt aangeboden aan de inwoners. En de plus-vorm: door naar een postcode te vragen en de invullers te koppelen aan een groep uit een segmentatiemodel (pdf), kan in de analyse de mening van elke groep evenredig meegeteld worden. Inwoners op deze manier betrekken gaat in 2021 nóg vaker gebeuren.
Onderzoek onder de vlag van ‘participatie’ is er al volop. Van het participatief bezuinigen in Etten-Leur en Dronten tot het voorleggen van scenario’s of aanbestedingsplannen voor de omgeving in Arnhem en Almere. Het grote voordeel van deze aanpak is dat dit direct leidt tot meer democratie – mits goed uitgevoerd en de uitkomsten gedegen worden verwerkt. Het lastige is dat onderzoek doen een vak is. Je moet erop letten wie precies is bevraagd en hoe het resultaat wordt gewogen. Belangrijk kenmerk van de aanpak: gemeenten zullen steeds vaker de vragen zo (laten) opstellen dat ze de resultaten direct kunnen vertalen naar concrete beleidsrichtingen.
2. Communiceren is afstemmen, en dat geldt ook voor participeren
Gemeenten die een segmentatiemodel gebruiken: het is inmiddels eerder regel dan uitzondering. Communiceren met profielen en persona’s is in de profit-sector al flink ingeburgerd. 2021 is het jaar waarin dit ook voor gemeenten gaat gelden. Gemeenten willen hun communicatie effectiever maken en om dat te realiseren willen ze inzicht in de gedragingen, houding of waarden van hun inwoners.
Veel data is over inwoners is al beschikbaar, bijvoorbeeld via het CBS. Een segmentatiemodel voegt daar relevante inzichten aan toe, bijvoorbeeld over communicatie- en participatievoorkeuren van inwoners. Handig, dit voorkomt dat een inwoner in onderzoek tijd moet besteden aan details die eigenlijk al bekend zijn. Daar komt bij dat, door een koppeling met CBS-postcodes, voor iedere gemeente, wijk of buurt inzichtelijk gemaakt kan worden welk segment er woont.
Voor de Citisens-betrokkenheidsprofielen levert dit voor een gemeente het volgende beeld op:
Hoe inwoners willen participeren
De volgende stap na communicatie afstemmen is participatie afstemmen. Tot voor kort (corona gooide roet in het eten) was in veel gemeenten de bewonersavond de meest voorkomende participatievorm. Ook al weet elke gemeenteambtenaar dat daar steeds dezelfde usual suspects op afkomen, het is een vertrouwd nummer en op papier en qua proces is het succes gegarandeerd. Dat deze avonden niet altijd leiden tot het ophalen van een zo’n divers mogelijke set aan meningen, is voor niemand nieuw.
De afgelopen jaren ontstonden veel innovatieve participatievormen. Van het pop-up-energiecafé in de wijk en online discussieplatform tot een buurt-app en de bakfiets op het schoolplein. De hype van ‘iets nieuws doen’ is er inmiddels wel af. Vanaf nu gaat het er om of de participatievorm past bij inwoners, met als doel hen daarmee ook echt te bereiken. Niet de innovatie, maar de afstemming op voorkeuren van de inwoners staat centraal.
3. Als je toch bezig bent met het ‘anders’ organiseren van participatie, doe het dan goed
Integraal werken vanuit het principe ‘de inwoner centraal’ is al langer de trend binnen het werk van de gemeente. De komst van de Omgevingswet is daar een voortvloeisel uit. Steeds meer gemeenten willen ditzelfde toepassen bij participatie. Een goede ontwikkeling, wat ons betreft! Wel een tip: leg deze nieuwe ambitie van de ambtelijke organisatie ook vast in een participatievisie.
Aan de ene kant gaat dit om van buiten naar binnen werken. Gemeenten stimuleren dat initiatieven bottom-up vanuit de samenleving ontstaan, in plaats van er als gemeente steeds weer bovenop zitten. Aan de andere kant is integraal werken steeds vaker de norm. Niet alleen vragen stellen over de energietransitie, maar ook meteen over de omgevingsvisie en veiligheid. Belangrijk, want de thema’s raken elkaar.
En dit is hoe participatie er in 2021 uitziet
Wat zijn de toepassingen die we vanaf 2021 volop gaan zien?
Hybride bijeenkomsten
Op afstand de nummer 1. Pre-corona werd al duidelijk dat online middelen steeds meer de voorkeur genieten van inwoners. In de eerste coronagolf bleek uit onderzoek dat inwoners vinden dat gemeenten het moment moesten aangrijpen om mensen digitaal meer te betrekken. Veel traditionele bewonersbijeenkomsten gingen door corona niet door of werden last-minute omgezet naar digitaal. Soms was het een verrassing, soms een bevestiging: gemeenten merkten dat andere groepen online aanhaakten! Groepen die zij ‘normaal’ gesproken niet ontmoetten tijdens fysieke bijeenkomsten. Daarom blijft – ook wanneer het weer wel mogelijk is – de bewonersavond voortaan zoveel mogelijk in hybride vorm plaatsvinden. Zo organiseer je zo inclusief mogelijk je participatie.
Participatievisie
Een gemeente zonder participatievisie is als een straat zonder huizen. Elke gemeente maakt hier werk van. Van Amstelveen (géén wijkplatforms, wel stadsgesprekken, enquêtes en online communicatie) tot Veenendaal (niet altijd iedereen willen betrekken en niet de gemeente als afzender, wel de dagelijkse praktijk van de inwoner centraal en digitale vormen). Ook belangrijk in dit document: hoe neem je de interne organisatie mee?
Infrastructuur van betrokkenheid
Als je niet weet hoe mensen willen participeren, dan vraag je dat toch gewoon aan ze? Een eerste onderzoek is niet alleen een neutraal communicatiemoment om inwoners te informeren waar je als gemeente mee bezig bent. Het is ook een mooie basis om de verdere participatie precies af te stemmen op wat er lokaal gewenst is. Zo leg je dus een infrastructuur van betrokkenheid aan. Heel erg handig als je, zoals in de energietransitie, langere tijd met mensen te maken hebt. Gemeenten als Noordoost-Twente, Raalte en Nieuwegein zijn er voorbeelden van.
Meerdere socialmedia-gezichten
De tijd van één toon en aanpak op social media is voorbij. Voortaan richt de gemeente zich met hun post of advertentie zich op de doelgroep die ze willen bereiken. Alleen zo kan je boodschap in elke bubbel aarden.
En wat betekent de online move van participatie?
Kortom: enquêtes, segmentatiemodellen en werken aan het bredere plaatje vormen de basis van de richting waar participatie zich naartoe beweegt. Gemeenten blijven bijeenkomsten online of hybride organiseren, stellen een visie op, werken aan lange termijn betrokkenheid en voeren differentiatie in berichtgeving door.
We sluiten af met de allerbelangrijkste verandering: de gedachte dat online samenwerken met inwoners de inclusiviteit zou verminderen. Digitale participatie zou bepaalde groepen buitensluiten. De ervaring van gemeenten is inmiddels tegengesteld! Het is niet langer de voorzitter van de dorpsraad die zijn eigen mening verkondigt namens het hele dorp. Mensen uit het hele dorp kunnen nu zelf hun mening geven, meedenken en meedoen. En dan is goed om te weten dat ze dat ook willen.