‘The internet of things’ bestaat wel degelijk!
The Internet of Things, een van dé marketingbegrippen van 2013. Sommigen noemen het een trend, anderen enkel ‘marketing bla-bla’. Maar wat is het nu echt? Hoewel de meningen zijn verdeeld, kan ik met zekerheid zeggen dat het fenomeen allang geen ver-van-je-bed-show meer is. Het gebeurt nú al, groeit iedere dag en dat gewoon onder je neus.
Eerder dit jaar las ik de uitspraken van Forrester-analist Sarah Rotman Epps. Haar statement? “Er zijn te weinig voorbeelden van The Internet Of Things, zodat we eigenlijk niet kunnen stellen dat het nu al bestaat.” Huh, wat zeg je?!
Definitie
Laten we eerst even een paar stapjes terug nemen. Want wat is Internet of Things nu écht? Iedereen kent zo zijn eigen definitie en op Wikipedia vind je ook geen eenduidig antwoord. In mijn ogen is Internet of Things een trend die laat zien dat langzaam maar zeker alle apparaten en objecten met het internet verbonden zullen zijn. Dit proces is anno 2013 al lang en breed merkbaar. Hierin zijn vier verschillende niveau’s te onderscheiden:
- Computers
- Smart appliances
- Smart sensors
- Unique identifiers
Met computers bedoel ik de standaard PC’s, maar ook laptops, tablets, smartphones en smart tv’s. Eigenlijk alle multifunctionele apparaten die in connectie staan met het internet.
Smart appliances
Alledaagse apparaten waarvan de functionaliteit verrijkt wordt door het apparaat te verbinden met het internet, dat zijn smart appliances. Een voorbeeld dat voor iedereen tot de verbeelding spreekt is de slimme thermostaat. De standaardfunctionaliteit, het controleren en besturen van je verwarming in huis, wordt verrijkt door deze te verbinden met het internet.
De gewone thermostaat wordt op dat moment een ‘slimme’ thermostaat. Doordat het apparaat in verbinding staat met het internet, ontstaat de mogelijkheid om te leren van ons gebruik. De thermostaat leert van de omgeving (ons) en van het gebruik van andere thermostaten. Het resultaat is dat we veel efficiënter met ons gebruik en verbruik kunnen omgaan.
Smart sensors
Het derde niveau bestaat niet uit apparaten, maar uit sensoren die slimmer worden door ze te verbinden met het internet. De zogenoemde smart sensors. Een enkele sensor heeft ook een enkele toepassing. Maar door deze te verbinden met het internet worden ze makkelijker in gebruik en kun je er slimmere toepassingen mee maken. Smart sensors worden nu al veelvoudig gebruikt in de landbouw. Het bedrijf Onfarmsystems faciliteert tools voor boeren om hun oogsten beter te kunnen monitoren. Daarbij maken ze onder andere gebruik van sensoren die ze op afstand kunnen uitlezen.
Unique identifiers
Het vierde en laatste niveau zijn de passieve onderdelen die enkel objecten identificeren – unique identifiers. RFID-chips zijn hier een voorbeeld van. Ze hebben geen stroom nodig, maar zijn ook niet constant verbonden. De chips worden pas actief als er een signaal op af wordt gestuurd. De chip stuurt vervolgens een unieke code terug. Doordat de chips klein en relatief goedkoop zijn, kunnen ze vrijwel overal in, op of aan bevestigd worden. Gillette heeft bijvoorbeeld al jaren zijn producten voorzien van RFID chips en hiermee de productielijn kunnen optimaliseren.
Deze vier lagen samen vormen het ‘Internet of Things’. Internet is het middel dat deze tools met elkaar verbindt. En tevens het middel wat het mogelijk maakt om ‘slimme’ toepassingen te maken. Oftewel: Slimme netwerken bestaande uit één of meerdere niveaus zoals hierboven beschreven.
Internet of Things in het bedrijfsleven
Hieronder licht ik graag een tweetal interessante ‘IOT’-ontwikkelingen toe uit het bedrijfsleven.
Street lighting
ICT-dienstverlener Echelon heeft een programma ontwikkeld waarmee zij straatverlichting slimmer maken. De straatverlichting zoals wij die kennen is op vooraf bepaalde tijden aan en uit te zetten. Met behulp van de toepassing past de straatverlichting zich ook aan op het verkeer dat langskomt. Op die manier hoeven lampen niet meer onnodig te branden en draagt het extra bij aan de veiligheid.
The connected car
Ericsson is samen met andere partijen de ‘connected vehicle cloud’ aan het ontwikkelen; een netwerk speciaal voor voertuigen op de weg. Door voertuigen en vaste verbindingen langs de weg met elkaar te communiceren, krijg je een gigantisch netwerk met verschillende mogelijkheden op het gebied van verkeersveiligheid en efficiëntie. Het wordt daardoor bijvoorbeeld mogelijk om automobilisten tijdig te waarschuwen voor hulpverlenend personeel of calamiteiten op de route.
Internet of Things in de consumentenmarkt
Ook voor de consumentenmarkt staan de ontwikkelingen niet stil. Een greep uit de tools en platforms die worden ontwikkeld.
Slimme thermostaat
De Nest Thermostaat is een slimme thermostaat, ontwikkeld door een oud Apple-ontwikkelaar die verantwoordelijk was voor de iPod. De thermostaat leert van gebruikers. Dankzij sensoren weet de thermostaat wanneer er iemand in de ruimte is en is hij online te bedienen via het internet. Daarnaast is hij op de hoogte van de weersverwachtingen. De thermostaat is een goed voorbeeld van een apparaat dat slimmer is gemaakt door een internetverbinding en sensoren.
Philips HUE
Met de HUE-serie heeft Philips een serie lampen gepresenteerd die online te bedienen zijn. De lampen kunnen wisselen van kleur en intensiteit of ingezet worden als wake-up light. De HUE heeft sinds kort ook een API waarmee je zelf nieuwe toepassingen kunt ontwikkelen en de lampen kunt verbinden aan andere apparaten of diensten.
Sportkleding met sensoren
Nike is al een aantal jaar bezig met het ontwikkelen van slimme objecten. Het meest bekende en oudste voorbeeld is de Nike+ sensor. Deze sensor wordt in de schoen geplaatst en houdt het aantal stappen bij. Door deze data te verzamelen krijgt de gebruiker beter inzicht in zijn of haar sportgedrag en kunnen ze virtueel tegen iemand anders sporten.
Asthmapolis
De Asthmapolis is een apparaat voor astmapatënten. De Asthmapolis plug je bovenop het voor de astmapatiënten wel bekende puffertje en de tool meet constant de luchtwaardes, locatie en de hoeveelheid geïnhaleerde middel, zodat artsen een beter inzicht krijgen in de klachten van de patiënt. De patiënten, maar ook de onderzoekers, kunnen vervolgens via een app bijvoorbeeld zien welke gebieden in de stad het meest astmagevoelig zijn.
Green Goose
Green Goose is een pakket voor ouders waarmee ze objecten in huis kunnen verrijken met sensoren. Een centrale hub in huis registreert alle bewegingen van die sensoren en op die manier wordt het voor ouders mogelijk spel te verbinden aan huishoudelijke taken of praktische zaken die een kind moet doen. Het kind krijgt bijvoorbeeld punten wanneer hij lang genoeg zijn tanden poetst. Deze punten kan het kind inwisselen op een speciaal iPad-spel.
We staan aan het begin
Dit is maar een handvol voorbeelden van toepassingen waarbij objecten slim gekoppeld zijn aan het internet. Er worden al jaren diensten ontwikkeld die vaak efficiëntie stimuleren. En ja inderdaad, niet al die apparaten praten automatisch met elkaar, maar dat is nog lang niet altijd nodig.
Er ontbreekt nog wel een slimme universele manier van dataontsluiting, waardoor we nog niet op een gestandaardiseerde wijze data kunnen uitwisselen. We hebben enorm veel data en kunnen hier als developers mee aan de slag. Door deze aan elkaar linkbaar en open te maken in een gestandaardiseerd format, kunnen we nog veel tijd en energie mee besparen. Een uitgelezen kans voor een partij die data-uitwisseling en beheer van data mogelijk maakt. Uiteindelijk gaat het niet om de middelen of apparaten, maar om de slimme toepassingen. Een mooie oefening is om eens na te denken over hoe je bepaalde processen in je eigen bedrijfsvoering slimmer kunt maken.
Als je het niet ziet, wil dat in elk geval niet zeggen dat het (nog) niet bestaat. Het ‘Internet of Things’ bestaat al lang en wordt met de dag groter. Net zoals we ooit bij de opkomst van het internet het geval was, staan we nog maar aan het begin. Een goede basis is echter zeker al gelegd!
Foto intro met dank aan Fotolia