Moet er een Publieke Pers komen?
Het gaat beduidend minder in medialand. Door dalende abonnee-aantallen en advertentie-inkomsten zijn de gevolgen van de crisis direct voelbaar. De pijn bij de uitgevers laat ook de redacties niet ongemoeid. Dit leidt tot een brede discussie over de toekomst van de journalistiek. Reden genoeg om ons af te vragen of er – naast een Publieke Omroep – ook een Publieke Pers moet komen.
In de afgelopen weken werd ik via verschillende kanalen betrokken in een discussie over de toekomst van media:
- Frankwatching
In een uitgebreid artikel van gastauteur Joost de Vries (De Groene Amsterdammer) hier op Frankwatching werden de problemen in krantenland besproken. Daarbij kwam De Vries tot de conclusie dat kranten (nu nog) veel bereik hebben en daardoor toegevoegde waarde t.o.v. online media. “Een hoop woorden over niets”, zo reageerde Marc Drees als eerste. - BNR Nieuwsradio
In het programma Aan de slag (audio-fragment) ging Paul van Liempt in debat met Erik Smits (zelfstandig onderzoeksjournalist), Mark Koster (freelance journalist) en Thomas Bruning (secretaris NVJ). Volgens Bruning staan we aan de vooravond van een periode van marktfalen, duidend op het verdienmodel van abonnees en adverteerders dat niet in staat is om onafhankelijke redacties in stand te houden, terwijl nieuwe inkomstenmodellen nog niet voldoende opleveren. Koster voerde aan dat dat vooral te wijten is aan de kostenstructuur (o.a. eigen drukkerijen), terwijl Smits stelde dat journalisten rechtstreeks ondersteund zouden moeten worden. - Nederlands Medianetwerk
Ook Bas Vlugt slingerde een discussie aan over het onderwerp op het snel groeiende Nederlandse Medianetwerk. In eerste plaats met de vraag of de Telegraaf PCM mag kopen (42 reacties) en vervolgens over de vraag of de overheid de mediasector moet steunen (37 reacties and counting). Het merendeel van de deelnemers is het daar roerend mee oneens, wijzend op het gegeven dat journalistieke kwaliteit vanzelf komt bovendrijven. - MWG congres
Tijdens het afgelopen MWG congres (zie eerste en tweede verslag) ging hoofdredacteur Arendo Joustra (Elsevier) het debat aan met Joris van Lierop (Nu.nl). Joustra hield het publiek voor dat om de toekomst van de onafhankelijke journalistiek veilig te stellen er een soort iTunes achtig model moest komen waarbij er betaald wordt voor content. Van Lierop geloofde meer in de combinatie van feitelijke berichtgeving via ANP, aangevuld met meningen en suggesties van het publiek via NUjij.nl. Gebaseerd op de recente beslissing van GeenStijl om een Publieke Omroep Powned op te richten, vroeg ik Joustra vanuit de zaal waarom Elsevier geen Publieke Omroep op wil richten. “Wij accepteren geen cent van de overheid”, zo was kort en bondig de reactie van Joustra, tevens wijzend op de journalistieke integriteit.
Gratis versus betaalde content
Bij het publiek bestaat inmiddels de beleving dat alle online content gratis is – of zou moeten zijn. We accepteren inmiddels allemaal de advertenties rondom de content, en – in toenemende mate – ook de cross-overs tussen redactionele inhoud en commercie. In een gemiddelde Spits of Metro is het onderscheid steeds moeilijker te maken.
Met uitzondering van een aantal publicaties zoals FD.nl, WSJ.com en The Economist bieden de meeste kranten online hun content ook gratis aan. Arendo Joustra neigt ogenschijnlijk met Elsevier naar een pay-per-view achtig model à la iTunes. Hij kondigde op het MWG congres in ieder geval aan dat het volledige archief (sinds 1891) digitaal beschikbaar zou komen.
Steeds meer content is inderdaad gratis en in sommige gevallen ook sneller beschikbaar. Daarnaast wordt het tijd dat uitgevers zich gaan realiseren dat de eigen site niet langer het enige middel is waarmee het publiek kan worden bereikt. Aanvullend bereik wordt ook (of: juist) gerealiseerd op externe platformen waar grote doelgroepen zich toch al bevinden. Denk aan een partner channel op YouTube, een Twitter-kanaal of … een Publieke Omroep.
Publieke omroep als bereiksmiddel
Als je er van een afstand naar kijkt is het eigenlijk vreemd dat de overheid bepaalde mediakanalen wel en andere niet ondersteunt. Publieke televisie en radio wordt gefinancierd vanuit een combinatie van overheidsgeld en advertentie-inkomsten. De schrijvende pers (“Print”) houdt echter sinds het prille begin al zijn eigen broek op (abonnees en advertenties). Deze zaken zijn historisch zo gegroeid, vooral vanuit de verzuiling. Sinds 1989 is er een derde variant in de vorm van commerciële omroep, die puur op advertenties en overige inkomsten (SMS, merchandising e.d.) drijft.
Vanuit het commerciële kamp (pers en commerciële omroep) wordt vaak geageerd tegen enerzijds het marktverstorende effect en anderzijds het overwegend linkse geluid uit Hilversum. Tegelijkertijd vreest men voor inmenging van de overheid als men ook een Publieke Omroep zou starten.
Bij uitgever News Media en het hoofdkantoor van TMg denken ze daar inmiddels iets genuanceerder over. Dominique Weesie realiseert zich dat het opzetten van een commerciële variant pur-sang van Powned simpelweg niet haalbaar is, terwijl de publieke route wel perspectief biedt: met nog minder dan 20.000 leden te gaan kan Powned vanaf volgend jaar per week 2 uur televisie en 8 uur radio maken. Ook Telegraaf komt met een eigen publieke omroep: Wakker Nederland. Hierbij zijn Telegraaf-abonnees automatisch lid, dus is een nieuwe A-Omroep geboren…
Wat Bart de Graaff met BNN al eerder realiseerde is – in principe – voor iedereen met een grote schare fans haalbaar. Waarom bewandelen andere uitgevers die route niet? Als publieke omroepen zich als semi-commerciële organen kunnen manifesteren in de markt (denk bijvoorbeeld aan de programmagidsen), waarom kunnen uitgevers hun abonnees dan niet bewegen om lid te worden van een nieuwe omroep die zorgt voor meer pluriformiteit in het Hilversumse?
Persvrijheid en marktverstoring
Allereerst rijst de vraag of er wel sprake is van inmenging door de overheid indien deze optreedt als financier van een deel van de content. De overheid (dat zijn wij) verbindt via de Mediawet wel beperkingen aan Publieke Omroep, maar er is allerminst sprake van een staatsomroep of inperking van de persvrijheid. De redacties van het Journaal, Netwerk, Zembla en Keuringsdienst van Waarde kunnen onafhankelijk hun werk doen, zonder dat er een politicus of politieke partij invloed uitoefent op hetgeen wel en niet op televisie of radio verschijnt. Het (vermeende) linkse geluid uit Hilversum is vooral een resultante van het ontbreken van overwegend rechts-georiënteerde redacties.
Een tweede vraag is of de Publieke Omroep een marktverstorend effect heeft. Naar mijn persoonlijke mening is dat zonder meer het geval. Enerzijds doordat de STER de advertentiemarkt afroomt. Anderzijds doordat er nog steeds een monopolie ligt op de programmagegevens.
Een zuiverder model zoals we dat kennen in België (VRT) en het Verenigd Koninkrijk (BBC) zou dit kunnen herstellen. Toch is het maar de vraag of het ooit zover zal komen. Adverteerders willen het 30% marktaandeel van PO allerminst missen in termen van bereik, terwijl de overheid ook niet zit te wachten op een plotselinge extra budgetbehoefte van een paar honderd miljoen euro. Anders dan via regelgeving vanuit Brussel is er geen stimulus om verandering in deze situatie te brengen. Over de programmagegevens kunnen we kort zijn – het is raar dat hier nog steeds een monopolie op rust. De omroepverenigingen moeten op gelijke voet (level-playing field) concurreren met andere uitgevers. Is men niet in staat om de abonnees te behouden (en vanwege de koppeling dus ook omroepleden), dan schept dat automatisch ruimte voor partijen die die toegevoegde waarde wel kunnen bieden.
Publieke Pers?
Analoog aan het feit dat er een publiek orgaan is voor radio en televisie, rijst de vraag of er ook een onafhankelijke financiering zou moeten komen voor de schrijvende pers. Een Publieke Pers, als het ware. De volgende vragen komen bij mij op:
- Is de pluriformiteit en continuïteit van de pers beter gewaarborgd als wij met z´n allen via de belasting een deel van de rekening gaan betalen? Of komt echte kwaliteit toch wel bovendrijven?
- Is onderzoeksjournalistiek beter gewaarborgd als uitgevers voor specifieke projecten aanspraak kunnen maken op belastinggeld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe moet de verdeling dan geregeld worden in de praktijk? Wie komt er wel en niet voor in aanmerking?
Hierover wil ik graag de discussie met jullie aan. Ik ben benieuwd naar jullie reacties.
Richard van den Boogaard is expert als het gaat om de combinatie omroep en interactie. Sinds 1 februari 2009 is hij zelfstandig adviseur op het vlak van branded channels.