Wearable computing voor je huisdier
Lijken honden op hun baas of gaan hun eigenaren steeds meer op hun trouwe viervoeters lijken? Professor Lance Workman, professor in de psychologie aan de Britse Bath Spa Universiteit, heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar bovenstaande vraag. Uit zijn research blijkt dat mensen een voorkeur ontwikkelen voor een hondenras dat op hen lijkt.
Aan de deelnemers van het onderzoek werd gevraagd om foto’s te bekijken van honden en hun baasjes. De proefpersonen moesten vervolgens raden welke hond bij welk baasje hoorde. Nagenoeg iedereen slaagde met vlag en wimpel voor deze exercitie. Dit is volgens Workman het bewijs dat honden op hun eigenaar lijken.
Niet verwonderlijk dat veel hondenliefhebbers hun blafmachine als hun eigen kind beschouwen. Rondom huisdieren is dan ook een complete industrie gebouwd. Variërend van kattenbrokken tot speeltjes, van een dekentje tot een complete kennel. Jaarlijks gaat er alleen in de Verenigde Staten al meer dan 50 miljard dollar om in deze markt.
Draagbare gadgets voor huisdieren
Ook een bezoek aan de dierenarts loopt aardig in de papieren. Volgens Ben Jacobs, CEO en medeoprichter van het bedrijf Whistle, zijn de eigenaren van een huisdier gemiddeld zo’n 10.000 dollar kwijt aan een hondenleven voor het verhelpen van allerlei kwaaltjes en ziektes. Verrassend genoeg houden de meeste dierenliefhebbers nagenoeg geen informatie bij van hun geliefde dier. Jacobs is met zijn startup in dit gat gesprongen. Investeerders hebben inmiddels 6 miljoen dollar in het bedrijf gepompt.
Dankzij de Quantfied Self-beweging en de wearable computing trend heeft Jacobs een minicomputer ontwikkeld die aan de halsband van de hond bevestigd moet worden. Dit apparaat volgt vervolgens het doen en laten van de hond. Iedere stap, ieder slaapje wordt opgeslagen en via een app gesynchroniseerd met je smartphone. De verkregen data moet inzicht geven in de gezondheid van het dier.
Uiteraard heeft de dierenarts ook toegang tot deze data. De verkegen inzichten zijn geen kattepis. Diverse academische instituten, waaronder het Centrum voor Veterinaire Klinische Onderzoeken van de Universiteit van Pennsylvania, hebben hun medewerking verleend aan het ontwikkelen van een zo optimaal mogelijk algoritme voor de calculatie van het bioritme. Niet voor niets is het motto van het bedrijf: “Improving the lives of pets as they do ours”.
Quantified dog
Whistle is niet het enige bedrijf dat zich richt op het zelfmeten van het huisdier. Meerdere bedrijven komen nu met allerhande oplossingen. Zo was er al een tijdje de website PuppyTweet, waar een label gekocht kan worden dat er voor zorgt dat iedere keer wanneer de hond blaft een tweet wordt verstuurd. Ook is er sinds kort het KickStarter initiatief FitBark, dat een soortgelijke functionaliteit als de Whistle biedt.
Het meest in het oogspringend is nog wel het initiatief FIDO. Het is een project waaraan Thad Starner, de technische leiding achter Google Glass, zijn medewerking heeft verleend. FIDO is een afkorting voor ‘Facilitating Interactions for Dogs with Occupations‘, het moet dieren helpen te communiceren met hun eigenaar. Zo kan een explosievenhond met behulp van de FIDO informatie aan zijn baas doorspelen over met wat voor type bom hij te maken heeft. Hiervoor biedt FIDO de hond een aantal instrumenten om mee te communiceren. Zo kan de hond bijten, trekken of blaffen in het apparaat. Deze gebaren worden vervolgens “vertaald” en doorgespeeld aan de baas van de hond.
Een internet voor dieren
Lijken bovenstaande ontwikkelingen nog kinderspel, grappige gadgets waarmee de bazen van huisdieren zich vermaken, de MooMonitor voor koeien is dit niet. Het is een serieus instrument waarmee de gezondheid en het welzijn van de koe wordt bewaakt. Dankzij de wearable technologie die de koe om zijn nek heeft hangen, kan het geautomatiseerde voedersysteem de desbetreffende koe op maat bedienen.
De MooMonitor ketting is verbonden met de cloud en de daaruit voortvloeiende gegevens zorgen voor de juiste verdeling van energie en mineralen binnen het voer van het dier en dit resulteert in minder gezondheidsproblemen voor de totale melkveestapel en een verbeterde melkopbrengst.
Dat het internet voor dieren een steeds serieuzere aangelegenheid wordt, bleek ook aan het begin van dit jaar op TED. Daar presenteerden onder andere Vint Cerf, een van de grondleggers van het huidige internet, en zanger Peter Gabriel hun plannen om ook de dierenwereld toegang te geven tot het internet. Volgens Cerf zou het internet niet beperkt moeten blijven tot alleen mensen, maar moeten ook andere levende wezens hier toegang toe krijgen. Hij ziet het ‘internet voor dieren’ zelfs als een opmaat voor een interstellair internet.
De kat van Frankenstein
Dit jaar publiceerde Emily Anthes het boek Frankenstein’s Cat. In dit boek doet ze verslag van de progressie die de wetenschappelijke wereld heeft gemaakt in het ‘verbeteren’ van diverse dierensoorten:
“Science has given us a whole new toolbox for tinkering with life, and we have the power to modify animals in profound new ways. We are editing their genetic codes, rebuilding there broken bodies, and supplementing their natural senses.”
Ze verhaalt onder andere over hoe zebravissen genetisch zo gemanipuleerd zijn met het gen van een zeeanemoon dat ze nu licht kunnen geven in het donker. Deze GlowFish zijn nu in de betere dierenzaak te koop. Ook vertelt ze over een bruinvis die dankzij een prothese weer kan zwemmen en over kevers wiens vlucht via een breinimplantaat gestuurd kan worden in een bepaalde richting. Inmiddels kan iedereen dit laatste voorbeeld thuis uitproberen door een DIY-kit te bestellen bij het bedrijf Backyard Brains.
Aan het eind van haar boek schrijft Anthes dat mensen een keuze hebben in hoe ze technologie inzetten. Met deze opmerking verwijst Anthes naar Melvin Kranzberg’s wetten van de technologie. Zijn eerste wet is:
“Technology is neither good nor bad; nor is it neutral.”
Technologie heeft ons sinds mensenheugenis de instrumenten gegeven om de evolutie aan te passen. Met de vlucht die digitale technologieën in de afgelopen jaren hebben doorgemaakt, kan nu iedereen voor god spelen. Het is een ontwikkeling die niet tegen te houden is. De geest is uit de fles. Te hopen is dat de mens hier niet in doorslaat en de dieren zich met al hun ‘verbeteringen’ niet tegen ons keren. Een science fiction-film als ‘Rise of the Planet of the Apes’ is dan opeens science fact.
Bovenstaande ontwikkeling is onderwerp van het nieuwe trendrapport “Wearable Computing & Augmented Humanity” dat in januari 2014 verschijnt. Mocht je hier meer over willen weten, volg dan het Flipboard met dezelfde naam.