‘The Next Big Thing’ blijkt altijd mee te vallen

Column – Het Big Thing van vandaag is AI. Maar gisteren was het iets anders. En eergisteren ook. De laatste decennia verschijnt er steeds een nieuw groot ding waar we nú iets mee moeten. Anders gaan we dood. Of failliet. Of zitten we toch zeker binnenkort zonder werk.
Het blijkt altijd mee te vallen.
Voor mij begon het in 1998 met de Dotcom Boom. Ik had toen mijn eerste internetbaan. Online bedrijven schoten als paddenstoelen uit de grond. Startups beloofden revoluties en wij geloofden er heilig in. Maar de bubbel barstte in 2000. Daar keken we van op, maar we leefden ook gewoon verder. Tot we opgeschrikt werden door het volgende grote ding: Web 2.0 en social media met user generated content. Community was het toverwoord, maar user generated content bleek weerbarstig. Voor we hier goed en wel van bekomen waren, brak de smartphone door en vond iedere organisatie dat er absolúút een app moest komen.
Dieptepunt
Een professioneel persoonlijk dieptepunt uit die tijd was de ontwikkeling van een app voor een kantine van een grote corporate. Medewerkers van het bedrijf zouden via de app kennis kunnen nemen van het weekmenu. De beslissing voor een heuse app was ingegeven door de gedachte dat het geprinte A4’tje met het menu op het mededelingenbord zo weinig innovatief was. Ik heb nog tegengesputterd, maar de klant is koning, dus die app werd gebouwd.
Na de app-hype moesten we ineens allemaal iets met data. En met blockchain. Zelfs Albert Heijn. In 2018 konden klanten een QR-code op de verpakking van een pak sinaasappelsap scannen om ‘met blockchain real-time inzicht te krijgen in de herkomst en route van het sap’. Verwachtingsvol haalde ik zo’n pak sap en scande nieuwsgierig de QR-code. Ik hoopte op een complexe tabel met realtime data van farmers, transporteurs en warehousers maar ik landde op een website met kleurige foto’s van citrusboeren in Zuid-Amerika. Geen blockchain te bekennen.
Ik was mijn teleurstelling nog maar net te boven en toen doemde Metaverse ineens op. Op een congres – zo’n drie jaar geleden – stond een glimmende techmarketing-gast gloedvol te betogen dat we allemaal terstond móesten investeren. Anders zouden we zeker snel dood zijn. Ook dat bleek mee te vallen. Ik leef nog en van Meta’s virtuele wereld is inmiddels weinig over. Net als van Second Life – de virtuele wereld van 2004.
Steen van onwetendheid
Vandaag is het dus AI. En dat is een serieus Next Big Thing. Gelukkig zijn de meesten van ons inmiddels wel onder de steen van onwetendheid vandaan. Bijna elke vakgenoot gebruikt ChatGPT. Of andere tools. Al zijn er hier en daar die besmuikt toegeven nog nooit een prompt geproduceerd te hebben.
We hebben ook al kunnen lezen over de eerste AI-miljardenflops. Ik noem IBM Watson met zijn belofte om diagnoses te verbeteren en Meta’s Galactica dat wetenschappelijke papers zou kunnen genereren. Niet gelukt. Niet omdat ze niet investeerden, maar juist omdat ze dat wel deden.
Maar in weerwil van dit alles krijgt het grote AI-ding inmiddels overal concreet vorm in ons werk. Elke organisatie waar ik binnenloop experimenteert met beschikbare toepassingen en omarmt wat van waarde blijkt.
De noviteit vindt haar weg naar het dagelijks leven. Zoals ook social media, apps, niche-toepassingen van blockchain en immersive ecosystemen vorm kregen en nog steeds aan het krijgen zijn. Op sommige plekken blijken ze waardevol, op andere plaatsen gaat men over tot de orde van de dag en hangt de kantinejuf gewoon weer een A4’tje met het weekmenu op het mededelingenbord. The Next Big Thing blijkt altijd mee te vallen.
Trouwens, nu we het er toch over hebben, is iemand van jullie al into agents, BCI’s of Web3?
De illustratie bij deze column is gemaakt met ChatGPT.