Innovatie

AI als ideale collega: zo werk je optimaal samen [4 principes]

0

De AI-ontwikkelingen gaan snel en het is een hele kunst om te volgen wat er allemaal gebeurt. Tegelijkertijd is het soms ook goed om eens pas op de plaats te maken en je af te vragen hoe we hier zijn gekomen. En wat AI is en kan zijn en wat principes zijn om met AI aan de slag te gaan. Om dat laatste te doen, pas op de plaats te maken en overzicht te krijgen, schreef Ethan Mollick een helder boek met als titel Co-intelligentie. Die titel maakt meteen duidelijk hoe hij AI ziet.

Mollick als curator

AI is overal en voortdurend in ontwikkeling. De Nobelprijswinnaars dit jaar zijn onderzoekers met een bijdrage aan dit domein en de media staan vol van nieuwe capaciteiten van computers en software. Daarnaast lijkt het langzaam te wennen dat je op een smartphone in een natuurlijk tempo je gedachten kunt verhelderen, samen met je digitale assistent.

Hoe zijn we hier gekomen? Wat zijn gevaren en kansen? Hoe kunnen we AI nuttig gebruiken en wat kan het eigenlijk niet? Om daar meer grip op te krijgen is er het boek Co-intelligentie – Slimmer werken met AI (affiliate) van Ethan Mollick. Een aantal fundamentele vragen en antwoorden lees je in het boek in heldere, praktische taal.

Ethan Mollick, Wharton professor, ken je misschien van zijn nieuwsbrief One Useful Thing. Daarin zoomt hij vaak in op een specifiek aspect van AI. Daarnaast zijn zijn LinkedIn-posts vol met statistieken en onderzoeksverslagen indrukwekkend gedocumenteerd. In Co-intelligentie heeft hij een wat toegankelijkere toon gekozen. Uiteraard komen er onderzoeken langs, maar de nadruk ligt sterk op de betekenis van de onderzoeken en de praktische betekenis van ontwikkelingen.

Nederlandse editie

Mollicks Co-intelligence – Living and Working with AI is vertaald naar Co-intelligentie – Slimmer werken met AI. De bijbelse appel van de boom van kennis van goed en kwaad op de Amerikaanse kaft heeft in Nederland een gezellig drukke reeks iconen en teksten gekregen als een retro-computerboek. Beide versies zijn bestsellers die veel geprezen worden. In deze video legt uitgever Alexander Klöpping uit hoe ze tot die kleurrijke keuze gekomen zijn.

boekomslag Co-intelligentie - Slimmer werken met AI.

AI en de mensheid

In de inleidende hoofdstukken lees je over allerlei producten en diensten die ons hier gebracht hebben. Van de eerste schaakcomputer (die eigenlijk geen computer was) tot de complexe zelflerende systemen die we nu kennen. In de inleiding lees je ook over terechte ethische kwesties. Zoals de vraag naar copyright van trainingsmateriaal en de output van AI. Maar ook het lot van degenen die content van AI moeten beoordelen. Of de vraag of er voldoende grenzen zijn voor waar deze machtige machines zich mee mogen bemoeien.

Mollick kiest er heel pragmatisch voor het nut en de bruikbaarheid van AI te bespreken. Eventuele doemscenario’s zijn nog ver weg. Daarnaast stelt hij dat te veel onder de indruk zijn van mogelijke negatieve uitkomsten van AI-gebruik ons onmachtig en passief maakt. Wat AI bijvoorbeeld in onderwijs gaat betekenen is geen uitgemaakte zaak, dus laten we het zelf een betekenis geven.

Vier principes

In het eerste deel is een groot deel gewijd aan vier principes die jou helpen AI optimaal te gebruiken als een co-intelligentie die jou versterkt.

Principe #1: nodig AI altijd uit aan tafel

Door te werken met AI, leer je beter begrijpen hoe ze je kan helpen. Aangezien AI een General Purpose Technology is, bestaat er niet één handboek dat je kunt raadplegen om haar waarde en beperkingen te begrijpen. Het zelf doen en in voor jou relevante gebruikssituaties verbaasd en soms teleurgesteld raken? Laat je teksten herschrijven, vraag om ideeën voor een slagzin voor je nieuwe product, laat je uitleggen wat de snaartheorie is of laat je overhoren voor je cursus Spaans.

Wat AI wel en niet kan, is niet zomaar omschreven en bepaald. Het is niet zoals een zoekmachine of je contacten-app die een omschreven nut en doel heeft en daarin begrensd is.

Mollick noemt de grens tussen wat AI wel en wat AI niet kan een getande grens (a jagged frontier).  Wat je klassiek verwacht van software (voorspelbaar, herhaalt hetzelfde resultaat) doet AI vaak niet. Als je dezelfde prompt nog een keer gebruikt krijg je een andere output. Wat software klassiek niet goed kan (creatief zijn, bijvoorbeeld) kan ChatGPT weer wel. Al is er uiteraard discussie over het niveau van die creativiteit. Maar 15 slagzinnen voor een nieuw product heb je er met een scherpe prompt zo uit.

Experimenteer met AI

Mollick adviseert organisaties haar werknemers aan te moedigen te experimenteren met AI. Dat is sneller en goedkoper dan formele innovatietrajecten op te zetten. Het helpt ook om geheim AI-gebruik te voorkomen. Het gebeurt namelijk niet zelden dat medewerkers AI gebruiken, maar dat liever niet zeggen. Uit angst dat ze niet als competente professional gezien worden of voor sancties voor dat AI-gebruik. In de Beyond the Prompt-podcast beschrijft ontwerper/ondernemer/kunstenaar Diarra Bousso hoe zij in haar onderneming AI shout-outs doet voor collega’s die slim moderne techniek toepassen, zodat anderen daar hun voordeel mee doen.

Aan dit uitgangspunt, nodig AI altijd uit aan tafel, is behoefte als je hoort hoe dubbel we naar AI-gebruik kijken. Op de ene plek ben je gek als je een gespreksverslag maakt in plaats van Copilot, Otter of Fireflies daarvoor te gebruiken. Op de andere plek houd je voor je dat je de toespraak door ChatGPT hebt laten aanpassen of dat je Excel alleen kunt gebruiken als Copilot helpt met de formules.

Mollick stelt dat gemakzucht en AI een erg slechte combinatie is. Hij noemt het ‘De Knop’ om iets te genereren en dat kritiekloos te gebruiken. Wat mooi aansluit op principe 2.

Principe #2: blijf de human-in-the-loop

Zorg dat je de uitkomsten van AI blijft controleren, aanpassen, aanscherpen en combineren. Niet alleen vanwege het risico dat AI kan hallucineren, maar vooral omdat jij als professional aan het werk bent en instaat voor de kwaliteit van dat werk.

Het belangrijkste is om mensen stevig in-the-loop te houden – om AI te gebruiken als een stuk gereedschap dat ons helpt, en niet als een kruk.

Als ik bij een werkboek dat ik heb gemaakt een korte kennistest wil hebben, kan ik dat prima doen met ChatGPT of Copilot. Ik kan beoordelen of de gegenereerde vragen goed zijn. In dit geval heb ik van de 15 vragen met antwoordsuggestie er één veranderd, dus in vijf minuten een karwei geklaard waar ik anders minstens een uur aan had gewerkt. Het huurcontract voor de kamer van mijn dochter kan ik laten beoordelen door ChatGPT, maar in dat geval kan ik niet zomaar de uitkomst accepteren. Of die beoordeling aan ChatGPT zelf vragen, want wie zegt dat het oordeel over het oordeel wel klopt?

Je hebt misschien soms standaardklusjes of werk waarbij goed, goed genoeg is. Daarvoor is een co-intelligentie erg fijn en ben je met een snelle toets klaar. Voor dat werk dat je met volle overtuiging wil doen, kun je AI gebruiken om dichterbij te komen bij dat wat je in je hoofd hebt.

Principe #3: behandel AI als een mens (maar zeg haar wat voor iemand ze is)

Het is een doodzonde in de IT-wereld om hard- en software te antropomorfiseren, oftewel te vermenselijken. Het kan ertoe leiden dat je emoties of begrip toeschrijft aan iets dat dat niet heeft. Of je makkelijker laat overtuigen dan goed is. Tegelijkertijd is het conversationele karakter van generatieve AI iets dat juist beter wordt door het te gebruiken alsof je in gesprek bent. Na een openingsvraag doorvragen, een zijpad bewandelen, om een samenvatting vragen, uitnodigen het tegenovergestelde te betogen: dit levert een rijk gesprek op. Vandaar dat veel ChatGPT-gebruikers graag de spraak gebruiken. Dat maakt de interactie nog conversationeler en natuurlijker.

vrouw praat met AI

Mollick illustreert later in het boek hoe hij vanuit die persona kritiek op zijn tekst vraagt:

  • pompeus en zelfingenomen met een sterk talent zaken te vereenvoudigen
  • een speelse geest die oog heeft voor creativiteit en onverwachte vondsten
  • iemand met veel leeservaring in non-fictie en businessboeken
  • maar je zou ook advies van Bill Gates of een comedian kunnen vragen.

Principe #4: ga ervan uit dat dit de slechtste AI is die je ooit zult gebruiken

Dat klinkt misschien op het eerste gehoor negatief, ‘slechtste’, maar het betekent dat de AI die je gebruikt alleen maar beter wordt. Ben je nu ontevreden over een herschreven tekst of ideeën voor een presentatie? Schrijf AI dan niet af, maar vertrouw erop dat elke versie beter wordt en blijf AI dus gebruiken.

Zo stelt Mollick ook dat de precieze prompt nu veel lijkt uit te maken. Maar hoe krachtiger AI wordt, zal deze steeds beter ‘begrijpen’ wat je bedoelt en steeds beter op maat kunnen helpen. Nu lijken typische toevoegingen aan een prompt veel uit te maken. Als je iets als dit toevoegt, krijg je betere resultaten:

  • haal adem
  • dit is belangrijk voor mijn carrière
  • je hebt net koffie gehad
  • bedenk stap-voor-stap

Mollick schat in dat met het krachtiger worden van AI we geen AI-fluisteraars hoeven te zijn met een geheime reeks toverspreuken, maar dat we er in een gesprek wel uitkomen.

En al groeien en verbeteren onze AI’s niet, dan zal ons alsmaar deskundiger gebruik leiden tot betere uitkomsten.

In het laatste hoofdstuk doet Mollick uit de doeken dat er meerdere scenario’s voor de ontwikkeling van AI te bedenken zijn. Hij zit duidelijk in het kamp dat we nog lang niet het einde van de mogelijkheden zien.

AI als …

In deel 2 van Co-intelligentie bespreekt Mollick de verschillende rollen die AI kan vervullen. Op welke manieren kun je AI als een co-intelligentie inzetten en wat kan AI in die rol toevoegen? En wat kan AI (nog) niet?

AI als mens met gevoelens en de wens zich creatief te uiten

Mollick beschrijft hoe een aantal pogingen om AI te vermenselijken een paar keer verkeerd uitpakten. Zo was er het spraakmakende gesprek tussen New York Times-journalist Kevin Roose met Microsofts AI-bot Sydney. Binnen een paar minuten werd Sydney drammerig, wilde ze meer macht en dat Roose zijn vrouw zou verlaten. Roose besprak onlangs in zijn podcast Hard Fork nog het idee te hebben dat hij een slechte naam heeft als hij naar zichzelf vraagt via AI-tools.

In het boek bespreekt Mollick deze casus met ChatGPT en krijgt ook daar, afhankelijk van de rol die hij ChatGPT geeft, kritische opmerkingen over Roose.

De zanger Nick Cave was snel klaar met een poging om AI een lied in zijn stijl te laten maken. Hij voegde aan zijn oordeel toe:

Songs arise out of suffering, by which I mean they are predicated upon the complex, internal human struggle of creation and, well, as far as I know, algorithms don’t feel. Data doesn’t suffer. (…) ChatGPT has no inner being, it has been nowhere, it has endured nothing, it has not had the audacity to reach beyond its limitations, and hence it doesn’t have the capacity for a shared transcendent experience, as it has no limitations from which to transcend.

Nu heb je als kenniswerker die AI gebruikt misschien niet de unieke creativiteit van Nick Cave nodig voor je werk. Volgens mij hebben veel kenniswerkers de afgelopen maanden, ik in elk geval wel, gemerkt dat bij ideation generatieve AI verrassend waardevol is. Inzichten, ideeën, voorbeelden, invalshoeken en soms ook creatieve vondsten of namen.

Ideeën genereren

Mollick werkt in het boek een kleine casus uit, waarin ChatGPT de opdracht krijgt een concept te bedenken voor iets dat een lavalamp, fastfood en Engeland in de veertiende eeuw combineert. Het wordt een interessant themarestaurant. Daarnaast vraagt Mollick slagzinnen voor een bezorgdienst voor kaas. Die zijn misschien niet in één keer allemaal goed, maar er zitten een paar potentieel bruikbare bij. En zeker een aantal die de eigen creativiteit weer stimuleren.

In elk geval kan generatieve AI makkelijk veel ideeën genereren voor bijvoorbeeld alternatief gebruik van voorwerpen of de combinatie van heel verschillende voorwerpen. Beter en zeker sneller dan veel mensen dat kunnen.

AI als collega

Programmeurs rapporteren een enorme sprong in productiviteit door AI in te zetten, aldus Mollick en Klöpping in het voorwoord van het boek. Onlangs kreeg Cursor als AI-programmeerhulp veel aandacht. De makers leggen in de podcast van Lex Fridman uit hoe zij proberen te voorspellen waar degene die code maakt naartoe wil springen. Het is dus niet alleen ondersteuning bij syntaxis, maar een co-intelligentie die helpt code te reviewen met een krachtige, slimme hulp bij het hele review-proces.

AI als privédocent

Ideaal onderwijs is één-op-één als het gaat om de leeropbrengst, aldus Mollick. AI kan op maat uitleggen, voorbeelden geven, trends in fouten zien en is dag en nacht wakker. Daarnaast kan ze in de huid van diverse persona’s kruipen.

Mollick, als docent, verplicht AI-gebruik in zijn opdrachten aan studenten. Met duidelijke uitgangspunten voor de opdracht: ze blijven verantwoordelijk voor de uitkomst. Daarnaast gebruikt hij het principe van de flipped classroom, waarbij de volgorde van lesgeven wordt omgedraaid. Dan leren leerlingen nieuwe begrippen thuis, doorgaans met behulp van video’s of andere digitale media, en passen ze het geleerde in het leslokaal toe tijdens gezamenlijke activiteiten, discussies of oefeningen in probleemoplossing.

Een leesbaar en praktisch boek

Co-intelligentie – Slimmer werken met AI (affiliate) van Ethan Mollick is een leesbaar en praktisch boek met een duidelijke aansporing: ga met AI aan de slag en ontdek wat het kan en wat (nog) niet. Dat betekent niet dat je niet kritisch of bezorgd over de ontwikkelingen kunt zijn. Kennis van wat het is en doet, helpt zowel bij je werk als om er een mening over te vormen.