Samenwerken

Waterfall, Prince2 of Agile-werken? Zo maak je de juiste keuze [handige matrix]

0

Agile-werken is de standaard in software-ontwikkeling geworden. Leidinggevenden zetten in een weekend hun oude Prince2/Waterfall-team om in een (liefst nog zelfsturend) Agile-team, dopen de Project Manager om tot Product Owner en de oud-teammanager wordt Scrum Master. Klus geklaard!

Past dit Agile-werken wel in elke organisatie? Past het überhaupt wel in elke ontwikkeling die je wil doen? In software-ontwikkeling heb je 3 veelgebruikte ontwikkelmethodes. Dit zijn Waterfall, Prince2 en Agile. Dit – en meer – bespreken we in dit artikel aan de hand van de matrix van Stacey.

Stacey Matrix

De matrix van Stacey helpt je om een keuze te maken tussen de 3 ontwikkelmethodes. De matrix gaat ervan uit dat de volgende 2 aspecten belangrijk zijn voor het bepalen van de juiste methode:

1. Wat? De vragen die je hier stelt zijn:

  • Wat ga je ontwikkelen (klantvraag)?
  • Heb je de verwachtingen van de uitkomst van het project helder?
  • Kan de vraag nog wijzigen gedurende het project?

2. Hoe? De vragen die je hier stelt zijn:

  • Weet je al hoe je het gaat ontwikkelen?
  • Is er al kennis en kunde in huis hoe je de nieuwe software ontwikkelt?
  • Is iedereen het eens met de oplossingsrichting?

Stacey matrix - Afbeelding door auteur gemaakt.

Vervolgens plot je in de matrix de ‘wat?‘ en de ‘hoe?‘. Dat doe je door op de assen de mate van duidelijkheid weer te geven:

1. ‘Wat?‘ staat op de verticale as

  • Onderin = helemaal helder
  • Bovenin = onduidelijk

2. ‘Hoe?‘ staat op de horizontale as

  • Links = helemaal helder
  • Rechts = onduidelijk

Zoals je in de matrix ziet komt jouw project, op basis van de punten die je hebt gezet, op de schaal van ‘wat?‘ en ‘hoe?‘. De uitkomst is dat je beland in één van de 4 onderstaande zones:

  1. Helder
  2. Troebel
  3. Complex
  4. Chaos

Nu ben je er bijna! Je weet nu hoe duidelijk het proces is. Daar moeten we nog een ontwikkelmethode aan koppelen.

Hierbij is het advies:

  • Bij een heldere opdracht: kies Waterfall
  • Is het een troebele opdracht? Kies Prince2
  • Bij een complexe opdracht: kies Agile
  • En bij een chaos-opdracht: kies niet starten!

Waarom werken deze methodes goed bij deze vraagstukken?

Om die vraag te beantwoorden, helpt het om kort de 3 methodes toe te lichten:

1. Waterfall

In de Waterfall-methode wikkel je het project gefaseerd af. Je stroomt als het ware van fase naar fase. Het kent weinig afstemming met stakeholders over de vorm van ontwikkelen. Het eindproduct wordt in het begin vastgesteld, waarmee de uitkomst zeker is.

2. Prince2

In Prince2 werk je met behulp van tussendoelen naar een einddoel. De tussendoelen zijn ervoor bedoelt om stakeholders en projectleden grip te geven op het project en de uitkomst. Los van de tussenliggende deadlines, geeft het stakeholders ook de kans om bij te sturen. Daarnaast levert het project ook bij de tussendoelen een onderdeel van het project op.

3. Agile

Bij Agile werk je aan het continu verbeteren en afstemmen om je opdracht succesvol af te leveren. Elke sprint (periode van 1-4 weken) lever je een onderdeel van je opdracht op waar de eindgebruiker ook echt iets mee kan. Met de ervaring van de gebruiker en de opgedane kennis van de vorige sprint, bouw je de volgende sprint.

Agile werken

Bron: Deritron.

Hoe past de methode dan bij mijn opdracht?

Uit je opdracht is gekomen dat die helder, troebel, complex of chaos is. Als je vervolgens kijkt naar de methode die daarbij past, zie je in onderstaande beschrijvingen als het goed is een match.

1. Helder = Waterfall

Als de opdracht helder is, wil je zo min mogelijk tijd verspillen met overleggen en tussentijdse meetings. Je wil simpelweg een oplevering van je eindproduct. Daar past Waterfall perfect bij.

Voorbeeld: denk aan het bouwen van je keuken in een nieuwbouwhuis. Je wil niet elke dag met je aannemer in overleg. Je wil van tevoren de offerte goed afstemmen en hoe de keuken eruit komt te zien. Vervolgens moet de aannemer het bouwen, kijken of bijvoorbeeld de kraan niet lekt en het opleveren.

2. Troebel = Prince2

Als de opdracht troebel is pak je de Prince2 aanpak. Hierbij stel je samen met de opdrachtgever tussendoelen op waarbij je onderdelen van het project oplevert en mogelijk bijstuurt. Eigenlijk ben je dus in de loop van het project nog de ‘wat?’ en/of de ‘hoe?’ aan het vaststellen.

Voorbeeld: weer hetzelfde voorbeeld als de keuken. Behalve dan dat het geen nieuwbouwhuis is, maar een huis uit 1930 met een bestaande keuken die je wil verplaatsen. Je weet nog niet helemaal of je de cooker wil gezien de kosten. Dan stel je met je aannemer bepaalde tussendoelen, zoals het afbreken van de oude keuken, het aanleggen van het leidingwerk en de elektra naar nieuwe keuken. Vervolgens komt het plaatsen van de keuken. Zo heeft de opdrachtgever momenten om bij te sturen en toch af te zien van de cooker gezien de kosten. Op die manier weten alle stakeholders precies wanneer wat moet worden opgeleverd.

3. Complex = Agile

Bij een complexe opdracht wil je veel afstemming tussen de opdrachtgever en het projectteam. Hierbij zijn aannames van beiden kanten funest. Om toch voortgang te bewaken wil je onderdelen opleveren waarmee de opdrachtgever kan werken. Dan wordt een mismatch in de ‘wat?’ vroegtijdig herkent. Daarbij wil je gaande weg steeds sterker worden als team in de ‘hoe?’ als in: hoe gaan we bouwen wat de opdrachtgever vraagt?

Voorbeeld: als handige klusser ga je voor het eerst een keuken maken en je partner is erg onduidelijk in wat er precies een vereiste is in de nieuwe keuken. ‘Zolang je maar kan koken en afwassen.’ Dan is het aan te raden om stuk voor stuk te bouwen en constant af te stemmen met je partner of de grootte van het aanrecht goed is. Daarna kun je bouwen en vervolgens kun je het eindproduct (vol trots uiteraard) samen bewonderen. Eventuele feedback en opgedane kennis kan je weer meenemen als je de deuren van de kasten monteert.

4. Chaos = niet starten!

Dan houden we natuurlijk nog de situatie over waarbij de opdracht een ‘chaos’ is. Besteed dan nog geen tijd en/of aandacht aan het project zelf, maar probeer er op te sturen om de ‘wat?’ en de ‘hoe?’ zo duidelijk mogelijk te krijgen.

Om bij het voorbeeld van de keuken te blijven: een keukenboer vraagt eerst aan de klant of diegene duidelijk heeft wat ze zoeken in een nieuwe keuken. Zo niet, dan adviseert de verkoper om nog even rond te kijken in de showroom. Zo wordt de ‘wat?’ helderder.

In 3 korte alinea’s doe ik de methodes uiteraard te kort, excuus daarvoor 😊. De bedoeling is om de essentie, met betrekking tot de matrix van Stacey, goed weer te geven.