Beste netwerk: deze 11 clichés willen we nooit meer zien op LinkedIn

Een origineel LinkedIn-bericht schrijven is een hele kunst. Ja, ook (of misschien juist) als je ChatGPT of een andere AI-tool gebruikt. En dan lijkt de lijn van wat je op LinkedIn ‘mag’ delen en wat op Facebook of in je dagboek thuishoort soms ook nog eens behoorlijk dun. Welk type posts kun je beter niet meer op LinkedIn plaatsen? We verzamelen 11 LinkedIn-clichés in dit artikel.

LinkedIn is niet alleen een netwerkplatform, maar ook een bron van inspiratie. Elke keer dat je terugkomt, word je beloond met nieuwe content (en dat is zeer verslavend, maar dat is een ander verhaal). Maar niet elke post is even inspirerend of vernieuwend.

Dat ik niet de enige ben die af en toe even spreekwoordelijk met haar ogen rolt als ze LinkedIn opent, bleek wel uit de reacties op de oproep op LinkedIn die we deden naar LinkedIn-clichés.

Sommige (sensationele) openingszinnen, of conversatiemakers/slimmigheden om de conversatie op gang te brengen of trucjes om te zorgen dat gebruikers op ‘meer weergeven’ klikken, komen nét even te vaak voorbij. Het leidt tot discussies over wat er wel en niet op LinkedIn thuishoort. En ook dat gaat vervelen, aldus Carlo Musters onder onze oproep:

Ik kan vooral de comments met ‘hoort dit wel op LinkedIn?’ missen als kiespijn.

Tja, zo’n reactie maakt het er waarschijnlijk zelden echt gezelliger op. Speciaal voor Carlo (​​😉) verplaatsen we die discussie nu even naar dit artikel. Ik zet de leukste (of meest tenenkrommende) voorbeelden van clichés die we niet meer op LinkedIn willen lezen op een rij.

1. Beste netwerk

De opening ‘Beste netwerk’ is weinig spannend te noemen. Maar je kunt je afvragen of deze aanhef op LinkedIn überhaupt nog klopt.

Want met het slimme algoritme van LinkedIn spreek je vaak niet alleen meer je eigen netwerk aan met je bericht, maar bereik je ook júist mensen daarbuiten. Tenzij je de zichtbaarheid van je bericht instelt op ‘alleen connecties’.

Desondanks past ‘beste’ beter boven een formele brief of e-mail.

2. Ik heb getwijfeld of ik dit moet delen

Allerlei varianten van het openlijk delen van je twijfel over of je iets moet delen op LinkedIn, kwamen in de reacties op onze oproep het vaakst voorbij.

Denk aan:

• Lang zitten nadenken of ik dit wel moet posten…
• Ik heb heel lang getwijfeld of ik dit wilde delen, maar ik ga het toch doen.
• Ik heb echt heel lang getwijfeld of ik dit met jullie zou moeten delen.. maar vanochtend stond ik op en dacht ik.. yes.. het is nu of nooit!
• Dit hoort eigenlijk niet op LinkedIn, maar…
• Normaal vind ik LinkedIn niet de juiste plek voor dit soort berichten, maar ik maak nu een uitzondering.
• Ik heb lang getwijfeld of ik dit hier moet delen, maar ik doe het toch.
• Dit soort dingen deel ik normaal nooit, maar [serious shit incoming].

De schrijver van deze openingszin heeft er altijd voor gekozen om het tóch te delen. Anders was die post er natuurlijk niet geweest.

Waarschijnlijk voorkomt het wel de ‘hoort dit wel op LinkedIn’-reacties, maar ondertussen is er wel een nieuwe irritatie ontstaan. Trek bij je volgende LinkedIn-bericht dus eerst deze openingszin eens in twijfel.

En als je twijfelt over een alternatief… Matthijs Roelfzema kwam met een mooie suggestie: ‘Het volgende raakt mij zowel zakelijk als privé.’

3. Ik ‘mocht’…

Niet iedereen heeft er ‘last’ van, maar veel mensen hebben de neiging om prestaties waar ze trots op zijn met een flinke dosis (valse) bescheidenheid te delen. En daar komt het werkwoord ‘mogen’ goed van pas. Bijvoorbeeld:

• Ik mocht mijn diploma halen.
• Ik mocht een presentatie geven.

Zoals Danielle Visser – Strijbosch zegt: het doet afbreuk aan je verhaal en geeft het minder kracht. Je hebt er hard voor gewerkt! En dat mag dus best gezegd worden.

In plaats van ‘Ik mocht mijn diploma halen’ of ‘ik mocht een presentatie geven’ kun je ook zeggen: ‘ik heb mijn diploma gehaald (na er 4 jaar hard voor gestudeerd te hebben).’ of ‘ik heb deze presentatie gegeven, omdat ik een visie heb en deze graag wil delen met anderen.’

4. Levenslessen uit alledaagse dingen

‘Ik liet vanochtend de hond uit en toen blafte hij naar een grasspriet en dat leerde mij…’

Toegegeven, soms zit een inzicht in kleine dingen. Maar sommige LinkedIn-gebruikers maken het wel erg bont met het trekken van levenslessen uit alledaagse dingen. Neem nou het voorbeeld van Dennis Figge:

Er wordt op X ook flink de draak gestoken met dit type LinkedIn-posts.

Ja, storytelling kan goed werken bij het schrijven van een goed LinkedIn-bericht, maar zorg er dan wel voor dat het niet té ver gezocht is en nog enigszins betrekking heeft op je werk en expertise.

5. Plaats ‘…’ in de comments en ontvang…

Spot de overeenkomsten:

• Reageer met [suf woord] om mijn [lead-cadeautje] te ontvangen.
• Hier is mijn gratis template om viraal te gaan op LinkedIn.
• Steal my [enter lijstje of excel].

Bij dit type post is het duidelijk wat de auteur wil: interactie en leads. En als je zo’n soort post voorbij ziet komen, is de kans groot dat het in elk geval voor één persoon heeft gewerkt.

Het doet me een beetje denken aan een Facebook-trend in 2017, waarbij het algoritme werd misbruikt door mensen te laten stemmen met ‘likes’ of door aan te sturen op bepaalde reacties of tags, waardoor berichten snel viraal gingen. Dit wordt ook wel engagement-bait genoemd en werd niet veel later door Facebook afgestraft.

Ook op LinkedIn kan het effect de vorm van hoog bereik van zulke posts snel afnemen. Zo hebben ze aangegeven meer waarde te hechten aan posts waarin kennis en/of advies gedeeld wordt én aan inhoudelijke reacties.

6. Mensen vragen mij heel vaak… (maar eigenlijk nooit)

Een vraag van een klant of deelnemer aan je training kan een mooie aanleiding zijn voor een LinkedIn-bericht. Zeker als de vraag vaker voorkomt. Het is een mooie manier om je kennis te delen én die vraag misschien wel voor heel veel anderen alvast weg te nemen.

Maar het moet wel een geloofwaardige vraag zijn en, zoals Nicole Jongerius zegt, geen vraag die niemand ooit stelt. Of dat de vraag, zoals ik zelf vaak op Instagram zie, wel héél goed uitkomt, omdat je er belang bij hebt. Denk: ik kreeg heel veel vragen over hoe ik zulke gladde benen krijg, nou [introduceert samenwerking met scheermesjesmerk].

Dan wordt het een trucje waar LinkedIn-gebruikers doorheen prikken.

7. Nietszeggende of te perfect gestylde selfies

Een LinkedIn-cliché zit ‘m niet altijd in de tekst, maar soms ook in beeld. Gestylde selfies om een verhaal kracht bij te zetten, terwijl ze er niks mee te maken hebben? Daar zijn LinkedIn-gebruikers wel klaar mee. Een kleine bloemlezing uit de reacties, met dank aan Denny van Veen, Marije Bremmer en Gerben Lensink.

Let’s BeReal en bewaar die perfecte selfies liever voor op Instagram, zullen we maar zeggen…

8. Kersvers ouderschap als nieuwe functie

Je wil het als nieuwbakken en trotse ouder misschien niet horen, maar niet iedereen zit te wachten op jouw verhaal over je nieuwste functie.

Stiekem moest ik wel glimlachen om het voorbeeld van Stijn de Wilde, want vaak wordt er de nodige humor over werktijden en werkzaamheden in zo’n post over kersvers ouderschap gestopt.

Maar misschien is de crux van zo’n persoonlijk verhaal wel, dat het op LinkedIn vaak óók bij mensen terechtkomt die jou helemaal niet kennen en die je in het dagelijks leven ook niet zouden feliciteren met je gezinsuitbreiding.

Dan past zo’n bericht toch beter op een platform waar het alleen zichtbaar is voor je vrienden, zoals Facebook of Instagram. Is het tóch heel relevant om met je LinkedIn-netwerk te delen, pas de zichtbaarheid van je bericht dan in elk geval aan naar ‘alleen connecties’.

9. Unpopular opinion

Meningen verschillen. Dat blijkt wel uit de soms pittige discussies die ontstaan onder een viraal LinkedIn-bericht.

Maar spot je een post die begint met de cliffhanger ‘unpopular opinion…’, gevolgd door iets wat eigenlijk iedereen vindt? Dan is de kans groot dat zich in de reacties een heleboel eensgezinden hebben verzameld. Het lijkt een handig trucje om interactie uit te lokken, maar is inmiddels niet meer zo origineel.

Ramon Eijkemans deelt hierbij wel een kanttekening. Want: een cliffhanger kan natuurlijk wel goed werken om interesse op te wekken. Maar dan moet het bericht wel de moeite waard zijn.

10. Tool X gaat je leven veranderen

Eerlijk? Een opening als ‘deze (AI-)tool gaat je leven veranderen’, of ‘SAAS-oplossing X gaat SAAS-oplossing Y verslaan’ maakt natuurlijk wel nieuwsgierig. Het is nogal een statement.

Zeker sinds de komst van ChatGPT regent het AI-tooltips op LinkedIn. Jouw goede ervaringen met een tool kunnen anderen zeker inspireren, maar zo’n statement is niet altijd nodig.

Over AI-tools gesproken… een intro geschreven door ChatGPT kun je ook beter vermijden. Volgens Alexandra van Straaten herken je die teksten aan een saaie opening, te lange zinnen en het gebrek aan humor.

Natuurlijk kun je een tool als ChatGPT wel gebruiken als inspiratiebron bij het schrijven van teksten op LinkedIn. Maar voeg ook een persoonlijke touch toe.

11. Eens?

We kennen waarschijnlijk allemaal wel iemand die ‘Eens?’ gebruikt als afsluiter van LinkedIn-berichten. Dat ene korte woordje is bedoeld om interactie uit te lokken en is makkelijk te beantwoorden met een ‘like’, of natuurlijk met een inhoudelijke reactie als je het wel of niet eens bent met de auteur. Maar het nodigt niet per se uit tot een echt gesprek. Vaak werkt het beter om een concrete vraag te stellen, waar mensen gericht op kunnen antwoorden.

Als je je al een tijdje op LinkedIn begeeft, zullen een aantal clichés uit deze lijst je bekend voorkomen. Uiteraard kunnen smaken verschillen en zijn ze geen van allen echt verboden. Zie deze lijst daarom als inspiratie om het eens anders te doen of om sommige openingszinnen of topics nog eens te heroverwegen.

Eens? 😉