Afgeleid of duttend publiek? 4 manieren om je stem beter te gebruiken
Het is de nachtmerrie voor iedere spreker. Je hebt uren in je fantastische presentatie gestopt, veel aandacht besteed aan de inhoud en je outfit, maar toch zie je je toehoorders steeds dieper in hun stoelen wegzakken. Ze kijken vaker op hun telefoon of beginnen ongegeneerd te geeuwen. Dat kun je tegengaan door de tool te gebruiken die je kreeg bij je geboorte, namelijk: je stem!
Ik geef het grif toe: ook ik heb bij spreekbeurten, presentaties of vergaderingen het minst aandacht besteed aan de invloed van mijn stem op mijn toehoorders of gesprekspartner. Bij mijn geboorte kreeg ik direct aandacht van dokters en verpleegkundigen met mijn eerste gehuil en geblèr.
Later op de basisschool sprak ik met zachte stem of mompelde wat, omdat ik te verlegen was om te spreken. In de loop der jaren heb ik mijzelf aangeleerd dat mijn stem een belangrijke tool is om effectief over te komen.
Je stem beter gebruiken
Misschien ben je zelf ook wel een mompelaar (geweest), zakt het volume weg als je een voordracht houdt of krijg je jouw stem door onzekerheid niet onder controle. Stemdocent Alex Boon schrijft, met humor en empathie, in ‘Hoe zal ik het zeggen’ (affiliate), dat hij vindt dat het anders kan. De voorbeelden hieronder heb ik grotendeels uit dit boek gehaald. Als je de soms erg technische delen overslaat, kun je met de vele voorbeelden snel uit de voeten. Oefen hardop met deze voorbeelden als je verder leest. Echt doen, want met lezen in je hoofd train je je stem niet.
Iedereen kan leren zijn stem zo in te zetten, dat je toehoorders aan je lippen blijven hangen. Je stem beter gebruiken doe je door te:
- Spelen met je volume
- Spelen met je toon
- Spelen met je stemkleur
- Spelen met je tempo
Spelen met je volume
Een baby blèrt keihard bij de geboorte om aandacht te krijgen. En dat lukt, want letterlijk de hele ruimte wordt gevuld met geluid. Niet voor niets is volume een inhoudsmaat.
Je stem kan harder en zachter. Aan het begin van een vergadering is er vaak nog geroezemoes, collega’s kijken druk op hun tablet, mensen schuifelen met hun stoel. Kortom: geen aandacht.
JE KUNT GAAN SCHREEUWEN!!!
en dan heb je zeker een reactie. Een koffie vliegt waarschijnlijk over iemands toetsenbord, een collega valt van zijn stoel en iemand anders kijkt verschrikt op. Je zet mensen letterlijk op een grotere afstand en daarmee ook weg van je inhoud. Niet doen dus. Je kunt ook zachtjes blijven praten en doorpraten. Wat gebeurt er dan? Als je weinig volume gebruikt trek je luisteraars naar je toe, want ze willen namelijk niets missen. En op de zomerse broek van je collega komen geen koffievlekken.
Heb je een zachte stem, dan kun je daarvan dus een krachtig instrument maken. Heb je een luide stem, dan kun je wellicht voorkomen dat je toehoorders je dominant en overdreven vinden.
Spelen met je toon
Je kunt je stem hoger of lager laten klinken. Je stemt stijgt of daalt in toonhoogte. Mannen klinken meestal iets lager, omdat het strottenhoofd in de puberteit is gegroeid. Bij vrouwen zijn de stemplooien korter en daardoor is een vrouwenstem vaak wat hoger. Iedere stem is uniek, dus het kan bij jou zomaar anders zijn. Je kunt met je toonhoogte oefenen door een sirene na te bootsen of een auto die steeds dichter in de buurt komt en weer van je wegrijdt. Oefen hardop deze zin en beweeg daarbij je hand op en neer. Omhoog bij een hogere toon, omlaag bij een lagere toon:
‘Jaahaahaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa’
Verandering van toonhoogte breng emotie over, zeker als je ineens wat lager of hoger gaat praten. Het zorgt voor melodie. Je voorkomt ermee dat je verhaal heel monotoon overkomt, want dan zie je vanzelf mensen gapen. En dat is nou net niet de bedoeling. Speel dus met je toon en je zult zien dat je betekenis en emotie toevoegt aan je verhaal.
Spelen met je stemkleur
Als je groeit of ouder wordt, je gezondheid verandert of als je rookt en drinkt verandert de kleur van je stem. Dat gebeurt ook bij emoties bij pijn, woede, verdriet of opluchting. Een luisteraar kan aan je stem je gemoedstoestand aflezen. Lees deze zinnen maar eens terug, maar dan met de stem van Sinterklaas, de stem van een boze buurman of een heksenstem. Je timbre verandert. Dat kan je ook gebruiken in je spoken word. Zoals bij deze zin:
‘Ik heb er zin in’.
Zeg je deze zin luchtig, dan ondersteunt je stem de boodschap niet. Zeg je het scherp of krachtig, dan komen je woorden beter over. Probeer het nu hardop. Yes! Je kunt spelen met je timbre. Hetzelfde geldt voor beklemtonen. ‘Die trein komt altijd te laat’. ‘Die trein komt altijd te laat’. Of ‘Die trein komt altijd te laat’. De betekenis van zo’n zin verandert dramatisch.
Spelen met je tempo
Tempowisselingen in onze zinnen hebben invloed op het ritme van een verhaal. Luisteraars reageren daar sterk op. Je kunt daardoor contact houden met je publiek. Zoals een stoomtrein:
Tsjoeketsjoeketsjoeketsjoeke-tsjoe-ke tsjoe-ke tsjoe…ke tsjoeee….
Tsjoooooeoeoeoeeee…. keeee … tsssjjjjjj
Oefen ook deze zin hardop. Van snel naar langzaam. Steeds langzamer. Of probeer eens een pauze in te lassen. Oefen daarna deze zin:
‘We kunnen even met elkaar overleggen’.
Wat doet het met je als je deze zin snel, of langzaam, of steeds sneller hardop uitspreekt? Wat doet het als je het hardop zegt tegen je collega? Een snel uitgesproken zin kan een gevoel van urgentie geven. Of het kan juist afraffelen betekenen. Langzaam kan twijfel betekenen, proberen tijd te rekken of ontspannen en weloverwogen spreken.
Het zit ‘m in de combinatie
Deze basiselementen van je stem beïnvloeden hoe luisteraars je inhoud ontvangen. Daarbij tel je op wie je bent (je rol als spreker), hoe je je voelt en wat je wil bereiken als een aanvullende rol. Luisteraars volgen je beter en voelen zich sterker verbonden met je boodschap als zij merken dat je je stem op hen afstemt, een goede dynamische mix gebruikt en als je intentie overeenkomt met je boodschap.
Het is jouw persoonlijke mengpaneel dat je al bij je geboorte kreeg en vanaf het moment dat je leerde praten kunt gebruiken. Het allerbelangrijkste mengpaneel, waardoor je op een zeker moment je niet meer hoeft te verschuilen achter een kleurrijke powerpoint of een katheder.
Wil je meer oefenen met je mengpaneel? Doe het hardop met deze oefenzinnen:
- Daar heb ik geen last van.
- Dat had je best eerder mogen zeggen.
- Is dit jouw idee?
- We hebben voldoende tijd om dit project uit te voeren.
- Woensdagmorgen om 9 uur spreken wij elkaar.
En lees ook vooral het goed leesbare én leerzame boek ‘Hoe zal ik het zeggen‘ (affiliate) van Alex Boon. Veel succes!