Decentrale social media: een droom of nieuwe werkelijkheid?
Het daalde hard en snel in: de foto die de nieuwe eigenaar van Twitter, Elon Musk, twitterde waar hij met een wasbak het hoofdkantoor van het socialmedia-kanaal binnenliep onder de noemer ‘let that sink in‘. De aandelenkoers ging door het putje en veel gebruikers verlieten het kanaal voor het decentrale alternatief Mastodon. Decentrale social media zijn in opkomst, maar waarom precies? Hoe kan je er zelf mee aan de slag en hoe ziet de toekomst er uit?
Sinds de opkomst halverwege de jaren negentig, zijn sociale media een belangrijk en integraal onderdeel geworden van het dagelijks leven van onze maatschappij. Inmiddels heeft de helft van de wereldbevolking toegang en zitten we er gemiddeld 2,5 uur per dag op. Ongeacht de afstand, kunnen vrienden, families en communities met elkaar verbinden en communiceren. Het maakt de uitwisseling van informatie en ideeën heel makkelijk en het heeft mensen de mogelijkheid gegeven om zelf content te maken en te delen. Bedrijven hebben een schat aan nieuwe mogelijkheden rondom marketing en inmiddels gaat het gros van de campagnebudgetten van politici naar socialmedia-advertenties.
Negatieve effecten
De voordelen hebben een positieve impact gehad op onze maatschappij. Maar helaas zien we ook steeds meer de negatieve effecten. Van fake news en haatzaaierij, tot gemanipuleerde verkiezingen en toegenomen anorexia en zelfmoord onder tienermeisjes. De centralisatie van de huidige socialmediaplatformen (web2.0) zorgt er voor dat gebruikers (of het nu consumenten, makers of merken zijn) geen eigenaar zijn van hun profielen, inhoud, doelgroepen of data. Je hebt geen enkele controle.
Het op advertenties gebaseerde bedrijfsmodel van deze platformen is daarnaast afhankelijk van de verkoop van deze gegevens aan bedrijven die op basis hiervan getargete advertenties laten zien. Als je dat niet leuk vindt, kun je vertrekken. Maar je kunt je content, gegevens en volgers niet meenemen. Daarnaast is de code waarmee het platform is ontwikkeld ‘closed-source’. Je kunt hier dus geen aanpassingen aan doen.
Het decentrale alternatief
De gedecentraliseerde (web3.0, waar ik eerder over schreef) socialmediaplatformen hebben vanwege hun technische bouw talloze voordelen ten opzichte van hun centrale concurrenten. Vooral omdat ze vaak gebruikmaken van de blockchaintechnologie. De data van de platformen wordt gedecentraliseerd, cryptografisch en transparant opgeslagen, wat surveillance of hacks vrijwel onmogelijk maakt. Slimme contracten sturen de platformen automatisch aan en er is geen centrale autoriteit die dit kan beïnvloeden.
Maar wat ook echt heel interessant is, is de operabiliteit. Bij de bestaande centrale socialmediaplatformen is die er vrijwel niet. Facebook, TikTok, Twitter, LinkedIn… allemaal hebben ze zogenaamde ‘walled gardens’. Hierdoor kun je bijvoorbeeld geen bericht sturen vanuit Twitter naar Instagram of vanuit LinkedIn naar WhatsApp. Bij de decentrale socials kan dat veel makkelijker, door de decentrale opzet, waar jij zelf jouw identiteit en data beheert. Het geeft gebruikers meer controle over hun eigen gegevens en online interacties. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen bij welke servers en netwerken ze willen aansluiten en makkelijk overstappen naar een andere server.
Bijdragers worden beloond
Je kunt dagelijks waanzinnig goede content delen en miljoenen likes krijgen, maar de meeste centrale platformen geven je hier geen cent voor als beloning. Enkel YouTube en TikTok, maar dat is zo marginaal, dat 99,99% van de contentmakers hier niet van kan leven. De decentrale socialmedia-kanalen zijn gebouwd op de blockchaintechnologie. Dit is dezelfde technologie waarop cryptovaluta en NFT’s zijn gebouwd. Je ziet hier bij de verschillende decentrale socialmedia-kanalen dan ook een geweldige ‘token economie’ ontstaan: makers die een eerlijke beloning krijgen voor hun bijdrage aan de platformen.
Een mooi voorbeeld is het Nederlandse DeSocialWorld, waar adverteerders makers betalen onder de noemer ‘Post2Earn’. Inmiddels zijn er al 2 miljoen gebruikers actief op deze ‘Twitter op blockchain’. De content is open en wordt door alle gebruikers gemodereerd. Het is dus niet meer zo dat een centraal legertje moderatoren in San Francisco bepaalt wat wij in Nederland of India voor content zien. Deze content wordt gepost in feeds, zoals ‘Sport’ en ‘Politiek’ en van labels voorzien zoals ‘NSFW’ en ‘mening’.
Censuurloos
Wat voor mij een van de mooiste eigenschappen van deze ‘web3’-platformen is, is dat er geen censuur mogelijk is. Er leven anno 2023 een kleine 4 miljard mensen in een land met censuur. Landen als Rusland, Iran, China en Turkije, waar overheden een ‘web2’-kanaal als Facebook of Twitter van de een op de andere dag kunnen verbannen. Iets wat met de decentrale alternatieven vrijwel niet mogelijk is.
Daarnaast wordt innovatie weer écht gestimuleerd omdat gebruikers en ontwikkelaars vrij zijn om te experimenteren met nieuwe ideeën, zonder beperking door de regels en het beleid van een centrale autoriteit. Veel web3.0-platformen, zoals DeSocialWorld, belonen naast de makers van content ook de bouwers voor hun bijdrage aan het platform.
Decentrale paddestoelen uit de grond
Door de Twitter-perikelen in de afgelopen tijd, is het decentrale alternatief Mastodon in rap tempo populair geworden. Peepeth biedt dezelfde functionaliteiten, maar is gebouwd op een andere ‘blockchain’, Ethereum, waar bijvoorbeeld ook alle NFT-activiteit op plaatsvindt. Diaspora is het oudste decentrale sociale netwerk, dat al in 2010 werd gelanceerd als decentraal alternatief voor Facebook.
Zelf vind ik Pixelfed gaaf, wat een gedecentraliseerd alternatief voor Instagram is en al in 2018 werd gelanceerd. En YouTube concurrent DTube. Chingari is een mobiele app voor het delen van video’s en heeft al meer dan 5 miljoen dagelijkse actieve gebruikers en 40 miljoen maandelijkse actieve gebruikers. De app staat in de top 20 van meest gedownloade apps ter wereld op Google Play. Ook een aantal oudgedienden, zoals Steemit (2014) dat een decentrale Medium aanbiedt, en Aether wat de decentrale aanval aangaat met Reddit.
Een stap verder gaat het Lens Protocol, wat gebruikers de mogelijkheid geeft om hun eigen decentrale socialmediaplatforms te maken. Mirror is een gedecentraliseerd publicatieplatform wat eigendom is van gebruikers, waarmee gebruikers heel makkelijk ideeën van andere gebruikers kunnen crowdfunden met cryptovaluta.
Gaan we allemaal decentraal?
Zelf zie ik de huidige centrale ‘2.0’-socialmediaplatformen niet snel decentraler worden, om de strijd aan te gaan met hun ‘3.0’-concurrenten. Er zijn daarvoor echt aanzienlijke veranderingen nodig in de serverarchitectuur. Zodat alle data decentraal kan worden gezet op een blockchain, zonder dat een centrale autoriteit het platform of de data die erop zijn opgeslagen, controleert. Veel data, waar de huidige platformen veel geld mee verdienen, kan binnen een nieuwe opzet niet meer worden vergaard. En dus moet er ook een totaal ander businessmodel worden ontwikkeld.
Toch zetten de centrale social media al stappen in de richting van web3.0 en decentralisatie. Meta experimenteert bijvoorbeeld met NFT’s op Instagram. Reddit gaat verder en heeft zogenaamde gemeenschapspunten geïntroduceerd. Dit zijn eigen digitale tokens die gebruikers kunnen verdienen door inhoud van hoge kwaliteit te plaatsen en bij te dragen aan het platform. Dit doet het platform samen het decentrale platform Arbitrum.
Twitter heeft ondersteuning voor NFT’s uitgerold, waardoor gebruikers hun portemonnee kunnen verbinden en NFT’s als profielfoto’s kunnen weergeven. Daarnaast is de oud CEO en oprichter Jack Dorsey bezig met zijn decentrale Twitter variant Damus, waar al meer dan een half miljoen gebruikers op zijn aangesloten.
Decentral difficulties
Er zijn niet alleen maar decentrale dromen, maar ook nog een aantal flinke uitdagingen. Waar momenteel veel kritiek wordt gegeven op Elon Musk dat hij het weer te makkelijk maakt om haatzaaiende teksten op Twitter te publiceren, is er bij de decentrale alternatieven helemaal geen centrale autoriteit om inhoud te modereren en regels af te dwingen. Dit kan leiden tot een Wild West-achtige sfeer, waarin gebruikers vrij zijn om te posten wat ze maar willen zonder bang te zijn om verbannen of gestraft te worden. Er zijn wel steeds meer decentrale moderatiemodellen, maar die staan echt nog in de kinderschoenen.
Maar ook het ‘network effect’, wat laat zien dat een netwerk alsmaar sterker wordt als het aantal gebruikers toeneemt, is nog niet groot bij decentrale social media. De platformen worstelen met het aantrekken van een groot gebruikersbestand, omdat de meeste mensen nu eenmaal gewend zijn om de centrale sociale netwerken zoals Facebook, Twitter of Instagram te gebruiken. Het overstappen vinden ze te complex of ze ondervinden simpelweg weinig hinder van de huidige nadelen.
Grote overstap
Het overstappen en gebruik van de decentrale platformen laat dan ook weleens te wensen over.
- De interfaces zijn helaas nog vaak te complex,
- het aantal interessante functies (vergeleken met de centrale varianten) gering, en
- ook de link met cryptovaluta en digitale portemonnees schrikt, met de negatieve berichtgeving over kelderende crypto prijzen en grootschalige fraude, mensen af.
Cryptovaluta en NFT’s beheer je in principe zelf, in jouw eigen digitale portemonnee. Maar wat nou als je de cryptografische sleutel kwijt bent van die portemonnee? Dan kun je dus in een keer al het geld wat je op een decentraal platform als Steemit hebt verdient, kwijt zijn.
Net als bij decentraal geld (cryptovaluta) en decentrale eigendomsrechten (NFT’s), wachten veel consumenten nog op duidelijke wet- en regelgeving op dit vlak, wat ook op het gebied van decentrale social media in geen enkel land van kracht is.
Babystapjes in de kinderschoenen
Alles staat nog in de kinderschoenen. Maar ik ben ervan overtuigd dat gedecentraliseerde sociale media het grote potentieel hebben om de manier waarop we over sociale media denken en hoe het ons dagelijks leven beïnvloedt, significant te veranderen. De opkomst van gedecentraliseerde sociale media zullen er waarschijnlijk toe leiden dat er nog meer platforms opduiken en grip op de markt krijgen naarmate meer mensen zich bewust worden van de voordelen.
Ondanks het aantal uitdagingen, zorgen de volgende punten voor de adopttie en acceptatie van de web3.0-technologieën:
- De alsmaar toenemende wens van gebruikers om meer controle te krijgen over hun gegevens en privacy.
- Geld kunnen verdienen aan het plaatsen van eigen content.
- Weerstand kunnen bieden tegen censuur.
Het gaat volgens het rapport van Talkwalker in het komende jaar dan ook een grote impact hebben op de centrale alternatieven:
These startup decentralized networks may not take over in 2023, but they will cause big players to take notice.
Er is nog te veel frictie
Volgens oprichter van het Nederlandse DeSocialWorld Edo Koevoet duurt het nog zeker 2 tot 5 jaar, voordat dit echt het verschil gaat maken. Het is volgens hem: “Een combinatie van menselijke en technologische factoren. Er is nog veel ‘frictie’ als het gaat om het aanmaken van een digitale identiteit en verdienen en gebruiken van cryptovaluta. Er zijn maar honderden miljoenen gebruikers van decentraal geld (crypto) vs. miljarden socialmedia-gebruikers. De drempel om over te stappen is nog te hoog. Je ‘vrienden’ en je content zitten immers nog in de traditionele platformen middels een platform lock-in.”
Of het nu 2 of 5 jaar duurt, ik vind de huidige ontwikkelingen al geweldig. Al was het maar om de positieve impact die we nu al zien op de gebruikers, innovatie en rechtvaardige betaling van makers. Ik houd de ontwikkelingen zoals gewoonlijk vol enthousiasme hier op Frankwatching in de gaten!