Zo schrijf je een begrijpelijke tekst in 9 stappen
“Door de nauwe samenwerking van de specialisten uit de vier vakgebieden worden knelpunten snel inzichtelijk gemaakt en kansen voor samenwerking aangedragen.” Oef, wanneer haakte jij af? Helaas staat het internet vol met abstracte, onpersoonlijke en passieve taal. Zonde, want zo dol op lezen zijn de meeste mensen niet. Hoe schrijf je nu écht een begrijpelijke tekst?
Als content- en communicatiemaker wil je maar één ding: je doelgroep bereiken. Daarom zijn teksten op B1-niveau tegenwoordig helemaal in de mode. Het gros van de Nederlanders zou teksten op dit niveau namelijk goed begrijpen. Maar in mijn vorige artikel ontdekte ik dat het best onduidelijk is waaraan een B1-tekst precies moet voldoen.
Kritiek op B1-taalgebruik
Zo kwam ik erachter dat B1 alle lezers over één kam scheert. B1-taal houdt bijvoorbeeld geen rekening met jouw voorkennis over een onderwerp. Of met je motivatie om een tekst te lezen. Ook het rijtje met tekstkenmerken voor een goede B1-tekst blijkt beperkt.
Mijn conclusie? Ik streef liever naar begrijpelijke taal.
Volgens hoogleraar taal en communicatie Leo Lentz is een document, website of ander communicatieproduct begrijpelijk als:
Gebruikers de informatie die ze nodig hebben, kunnen vinden, begrijpen én toepassen. Gebruikers kunnen hun taak uitvoeren dankzij de heldere verwoording, de toegankelijke structuur en het (grafisch) ontwerp.
Hoe je heldere teksten schrijft
Zoals je ziet hebben meerdere factoren invloed op de begrijpelijkheid van een tekst. In dit artikel ga ik verder in op het onderdeel heldere verwoording. Daarvoor gebruik ik een tekst die ik tegenkwam op de website van een ingenieursbureau:
Het ingenieursbureau kenmerkt zich intern door korte lijnen, waardoor veel kennisuitwisseling plaatsvindt tussen de vakgebieden onderling en projecten vaak vanuit een integrale benadering worden aangepakt.
Pfoe, wat staat hier nu precies? Natuurlijk, een ingenieursbureau is een specifieke tak van sport. Maar dat neemt niet weg dat er een hoop kansen zijn om deze tekst voor een groter publiek toegankelijk te maken.
Dus, daar gaan we:
1. Gebruik korte zinnen
Deze alinea telt één zin met maar liefst 25 woorden. En dat is veel. Zeker als de gebruikte woorden zo abstract zijn als hier. Een lezer kan een beperkte hoeveelheid informatie tegelijkertijd verwerken. Teksten met veel lange zinnen kosten een lezer dus meer energie dan teksten met korte zinnen. Waarom zou je je lezer dan onnodig vermoeien?
Meer dan vijftien woorden in één zin? Check of je halverwege een punt kunt zetten.
Zelf gebruik ik vaak een ezelsbruggetje. Staan er meer dan vijftien woorden in een zin? Dan check ik of ik ergens een punt of een vraagteken kan zetten. Bijvoorbeeld:
Het ingenieursbureau kenmerkt zich intern door korte lijnen. Waardoor veel kennisuitwisseling plaatsvindt tussen de vakgebieden onderling. En projecten vaak vanuit een integrale benadering worden aangepakt.
Maar ondanks de kortere zinnen kan ik nog niet zeggen dat de tekst veel begrijpelijker is. Op naar de volgende tip.
2. Zorg voor zinnen met samenhang
Een tekst met alleen maar korte zinnen leest niet prettig. Wissel korte zinnen daarom af met lange. Maar nog belangrijker: zorg voor samenhang tussen (korte) zinnen. Zonder samenhang moet je lezer zich namelijk extra inspannen om een tekst te begrijpen én toe te passen.
Maak het lezers daarom makkelijker door signaalwoorden of verwijswoorden te gebruiken, zoals ‘daarnaast’, ‘hoewel’, ‘maar’ of ‘omdat’.
Bijvoorbeeld:
Het ingenieursbureau kenmerkt zich intern door korte lijnen. Daardoor vindt veel kennisuitwisseling plaats tussen de vakgebieden onderling. Ook worden projecten vaak vanuit een integrale benadering aangepakt.
Maar je voelt vast al aan dat we er nog niet zijn…
3. Schrijf actief
De verschillende passieve zinsconstructies maken bovenstaande tekst lastig te begrijpen. De constructies ‘vindt plaats’ en ‘worden aangepakt’ zijn voorbeelden van passief taalgebruik. Ze maken de tekst moeilijker leesbaar en ook nog eens saai.
Maak zinnen daarom actief door ze een onderwerp te geven:
Het ingenieursbureau kenmerkt zich intern door korte lijnen. We wisselen veel kennis uit tussen de vakgebieden onderling. Ook pakken we projecten vaak vanuit een integrale benadering aan.
Je ziet dat een actieve schrijfstijl de tekst ook al iets persoonlijker maakt. Daarover later meer. Want eerst moeten we iets doen aan de abstractie van deze tekst.
Schrijf woorden die je kunt zién.
4. Schrijf concreet
Je ziet: je kunt nog zulke korte en actieve zinnen op papier zetten, maar als ze bol staan van abstracte taal zijn ze nog steeds niet begrijpelijk. Schrijf daarom zo concreet mogelijk. Gebruik bijvoorbeeld woorden die je kunt zien. Dus niet ‘de industrie’. Maar wel: de fabriek.
Vaak kun je woorden zelfs nóg concreter maken dan ze al zijn. ‘Specialisten’ worden dan bijvoorbeeld ‘ingenieurs’ of ‘onderzoekers’. Of geef eens een voorbeeld. Werk je integraal? Leg dan uit wat je daarmee bedoelt.
En voilà, een volgende verbeterslag:
De lijnen in ons bedrijf zijn kort. Collega’s delen veel kennis met elkaar over hun vakgebieden, zoals civiele techniek, bodems en water. Ook werken we met meerdere specialisten aan één project.
5. Focus je op je lezer (en maak het persoonlijk)
Inmiddels is de tekst best aardig. Alleen… wat heeft de lezer er nu écht aan dat collega’s veel kennis delen? En dat meerdere specialisten aan een project werken?
Op de website staat: ‘Door de nauwe samenwerking van de specialisten uit de vier vakgebieden worden knelpunten snel inzichtelijk gemaakt en kansen voor samenwerking aangedragen.’
Maar daar word ik niet veel wijzer van. Ga eens na welk verschil jouw tekst voor de lezer maakt. En schrijf dát op. Bijvoorbeeld:
De lijnen in ons bedrijf zijn kort. Collega’s delen veel kennis met elkaar over hun vakgebieden, zoals civiele techniek, bodems en water. Ook werken we met meerdere specialisten aan één project. Daardoor zien we geen details over het hoofd. En komen we snel met oplossingen die écht werken. Daar heb jij dus geen omkijken naar.
Dat komt in de buurt. Tot slot nog vier extra tips die ik je niet wil onthouden.
6. Vermijd smurfwoorden
Realiseren, evalueren, faciliteren, reflecteren. Ben je al in slaap gevallen? Het zijn allemaal ‘smurfwoorden’, volgens hoogleraar tekstkwaliteit Jan Renkema. Kortom: werkwoorden met meerdere betekenissen, die je makkelijk kunt vervangen door een veel concreter werkwoord (zie ook tip 4).
Kijk maar:
- De gemeente Utrecht realiseert een nieuwe woonwijk.
Of:
- De gemeente Utrecht bouwt een nieuwe woonwijk.
Bij de tweede variant zie je direct voor je wat de gemeente Utrecht doet. Wel zo begrijpelijk.
7. Vermijd (onnodig) moeilijke woorden
Wil je begrijpelijk schrijven? Dan moet je onbegrijpelijke woorden vermijden. Maar wanneer is een woord (on)begrijpelijk?
Zeg je in de kroeg ook dat je je kenmerkt door je gevoel voor humor?
Zelf bedenk ik vaak: zou ik dit ook zo zeggen op een verjaardag of in de kroeg? Meestal kom ik dan al snel op een beter alternatief. ‘Kenmerkt zich’ wordt dan ‘we staan bekend om’. En ‘intern’ kun je prima vervangen door ‘in ons bedrijf’. En als ik het even niet weet? Dan brengen websites als synoniemen.net of ishetb1.nl mij vaak op nieuwe ideeën.
Bedenk daarbij ook: voor wie schrijf ik deze tekst? ‘Infiltratie van regenwater’ hoef je aan ingenieurs niet uit te leggen. Maar in een brief aan bewoners van een woonwijk kun je beter zeggen dat je regenwater in de grond opvangt in plaats van in het riool.
8. Pas op met beeldspraak
Een metafoor, vergelijking of gezegde kan je tekst spannender maken. Gebruik ze alleen wel met mate, want niet iedereen weet meteen wat je bedoelt. En je wil natuurlijk niet dat de lezer je boodschap niet begrijpt.
Ook hierbij geldt weer: ga na voor wie je schrijft. En met welk doel en voor welk communicatiemiddel. In de Volkskrant kan prima een goede metafoor staan. Maar in een bijsluiter voor een medicijn niet.
9. Breng structuur aan
Heb je een persoonlijke, concrete en actieve tekst geschreven? Met korte zinnen die logisch met elkaar samenhangen? Dan is het wel zo prettig als die zinnen weer logisch met elkaar samenhangen. En dat je ze bundelt in verschillende alinea’s met een heldere tussenkop.
De structuur is namelijk ook van invloed op de begrijpelijkheid van je tekst. In dit artikel over structuurkenmerken ga ik hier dieper op in.
Marlous schreef dit artikel ten tijde van haar dienstverband bij contentbureau Beklijf.