Wandelend overleggen, zo maak je daar een gewoonte van

Je neemt je iedere dag wel voor om in ieder geval tijdens de lunch even te gaan wandelen, maar vaak komt het er gewoon niet van. Waarom lukt het maar niet hier een gewoonte van te maken? Gelukkig is hulp onderweg! Wandelend overleggen is de oplossing.

Die hulp komt in de vorm van het boek Walk your meeting (affiliate) van Martine de Vaan. In haar boek geeft ze allerlei tips over hoe je vaker wandelend kan meeten. Ik deel 10 tips die zorgen dat het jou nu wel gaat lukken om weetings tot je nieuwe gewoonte te maken.

En vergeet vooral niet bij alles wat je hieronder leest: lopen kost niet meer tijd dan zitten. Zeker niet als je het goed voorbereidt.

1. Begin met een terugkerend 1-op-1-overleg

Soms is het zo simpel als een collega uitnodigen, jas aan en gaan, maar vaak ook niet. Het is daarom goed om te beginnen met een vast wekelijks één-op-één overleg. Begin klein en simpel. Zo praat ik bijvoorbeeld iedere dinsdagmiddag bij met een collega uit Duitsland en dat kan ik eigenlijk ook prima wandelend doen.

Heb je collega’s die in de buurt wonen? Nodig ze dan uit voor een weeting. Er is altijd wel iemand die ook een routine wil maken van meer bewegen. Kies een overleg waarbij je met een kort actielijstje uit de voeten kunt. Doe verder het overleg gewoon zoals je dat altijd doet.

2. Zorg voor routes van 10, 20, 30 en 45 minuten

Het is handig om routes paraat te hebben zodat je ze met collega’s kan delen. Dan hoef je daar niet meer over na te denken en weet je precies hoe je kan lopen als je kans op een weeting ziet.

Het is aan te raden om routes te bedenken die een aantal herkenbare punten hebben, zodat je weet dat als bijvoorbeeld een bepaald gebouw in zicht komt je halverwege bent. Zo hoef je de tijd niet constant in de gaten te houden.

3. Doe een weetability-analyse van je agenda

Het is meestal niet zo moeilijk om een vast wekelijks overleg te vinden dat geschikt is voor een wandelend overleg. Wil je meer opties verkennen? Kijk dan eens goed naar je agenda. Bedenk welke overleggen ook geschikt zijn om lopend te doen en op welke momenten je zelf naar buiten kan. Als je weken altijd ongeveer hetzelfde verlopen, hoef je dit maar één keer te doen.

Anders is het slim om de analyse regelmatig te herhalen. Het voordeel hiervan is dat je afspraken kunt maken met vaste overlegpartners, maar ook dat je door je werkweek heen getriggerd wordt op kansen.

4. Nodig mensen uit en zet de weeting herkenbaar in je agenda

Nu je weet welke kansen er zijn, kun je beslissen tijdens welke overleggen je gaat wandelen, in ieder geval voor de komende week. Dan kun je het eens ervaren. Nodig de betreffende collega’s uit voor een weeting en zet het in je agenda. Je kan dit type overleg een andere kleur in je agenda geven. Uiteraard zet je het in de onderwerpregel. Bij de locatie zet je het startpunt van het wandelend overleg, bijvoorbeeld ‘koffiebar op de hoek’.

5. Leef je in

Wandelmeetings dragen bij aan de populairste goede voornemens die Nederlanders jaarlijks hebben. Spreek jouw voornemens uit naar je collega’s: ik wil meer bewegen, afvallen of werkoverleggen efficiënter maken. Veel mensen zullen dit herkennen en de ervaring leert dat mensen graag anderen helpen.

6. Blok tijd in je agenda, als je geen zin hebt om mensen uit te nodigen

Als je dat teveel gedoe vindt, dan kan je tijdvakken in jouw agenda maken waarin wandelend overleggen de standaard is. Als iemand dan met jou wil afspreken op dat moment, dan wordt het een standaard een weeting. Als die collega liever blijft zitten, dan moet hij of zij je uitnodigen voor een ander moment. Op deze manier kom je er ook vanzelf achter wie er graag naar buiten gaat voor overleg.

En durven geen van je collega’s het aan? Gebruik dat moment dan om bijvoorbeeld wat telefoontjes lopend af te handelen.

7. Experimenteer met verschillende weetingvormen

Een volgende stap is het experimenteren met veel verschillende werkvormen. Hoe meer verschillende manieren je geprobeerd hebt, hoe sneller je daarna kansen zult zien om te gaan weeten. Martine deelt in haar boek bingokaarten die je bij dit soort experimenten helpen. Er is ook een bingokaart die over de verschillende weetingvormen gaat, die ze uiteraard in haar boek ook gedetailleerd bespreekt. Daar staat bijvoorbeeld op: ‘Doe een recap-weeting’, ‘Organiseer een brainwalk’ en ‘Neem een lastige discussie mee naar buiten.’

Het loont de moeite om anderen enthousiast te maken: het kost in het begin even moeite, maar als je je collega’s mee kunt krijgen en zij jou vervolgens ook gaan uitnodigen, dan hoef je niet steeds de initiator te zijn.

8. Neem een groep collega’s op sleeptouw

Heb je de smaak te pakken? Ga dan aan de slag met de bingokaarten voor groepen (die je natuurlijk ook zelf kan maken). Een weeting met een groep vergt wat meer voorbereiding, maar de kans is ook groot dat collega’s je heel dankbaar zijn, omdat je hun een nieuwe ervaring, frisse lucht en beweging geeft. Zij gaan ook merken dat je met een wandelend overleg heel veel kan bereiken.

Organiseer bijvoorbeeld een walking webinar, maak een walkshop van je workshop of organiseer een weeting als break-out-sessie tijdens een afdelingsoverleg.

9. Stel een doel

Een doel stellen werkt altijd goed. Dat kan in het aantal stappen, in het aantal weetings per week of in kilometers. Zorg dat je doel niet te makkelijk is, zodat je jezelf een beetje uit blijft dagen. Ik heb zelf bijvoorbeeld als doel om 25 km per week te lopen en dat is gerelateerd aan een doel in Pokémon Go.

10. Zorg voor tiny habits om verandering makkelijker te maken

Gedrag veranderen is één van de moeilijkste dingen die er is. Dus maak het vooral zo makkelijk mogelijk. Bedenk wat voor jou de kleinste stap in de goede richting is, een stap die je sowieso kunt uitvoeren, en voer die uit. Doe komende week bijvoorbeeld één telefoontje wandelend.

Kan je niet meer stilzitten? Ik ben heel benieuwd naar jouw ervaringen en tips. Hoe zorg jij dat je genoeg beweegt tijdens werkdagen?

Over het boek Walk your meeting

Ik kan er heel kort over zijn: als je vaker en meer wil bewegen tijdens je werkdag, raad ik je met klem aan om dit boek te lezen. Je komt meer te weten over waarom wandelen goed is (handig om mensen in je omgeving te overtuigen), welke vormen van wandelende overleggen er zijn en je krijgt heel veel tips over hoe je het aanpakt om ook écht meer naar buiten te gaan.

Tussendoor deelt Martine haar verhaal en gaat ze in op waar haar liefde voor wandelen vandaan komt, hoe ze op de weeting is gekomen en hoe ze anderen probeert te enthousiasmeren (en ook waarom dat niet altijd lukt).

Het is een nuttig én persoonlijk boek. Die combinatie maakt dat het heel makkelijk wegleest én dat je zodra je het uit hebt een rondje wil gaan wandelen. Lezend wandelen heb ik nog niet aangedurfd trouwens…