Pakken en vasthouden die lezer! 4 x 4 anti-afhaak-schrijftips
Zo, de kop is eraf. Met zo’n lekker bekkende titel heb je je lezer ‘binnen’ in je stuk. Maar hoe nu verder, is de vraag. Je slotzin wil net zoveel lezers trekken als je beginzin. Hoe kun je je lezer vasthouden?
Spuugzat waren ze het, al die afstandelijke teksten met wollig Nederlands. Daarom vliegen Rick Evers en Willem Verdaasdonk er in hun nieuwe boek Schrijf eens even normaal joh! (affiliate) hard in. Recht voor z’n raap geven ze schrijfadviezen die er niet om liegen! Want: “Schrijven is praten op papier.” Ik maak je alvast lekker met een samenvatting in zestien schrijftips.
1. Start sterk
Niks inleiden. Met de deur in huis vallen, dan heb je je lezer te pakken.
1.1 Denk na
Je wil je lezer overhalen. Om je product te kopen, om te doen wat nodig is, of vul maar in. Dan moet hij dat wel wíllen, en dat lukt je met een goeie tekst. Die tekst moet dus goed ‘voelen’ en ook alle nodige informatie overbrengen. Een goed startpunt: denk na over de opzet van je tekst. De boodschap, je doel, het nut voor de lezer. En niet te vergeten: hoe maak je je tekst sterk?
1.2 Begin boeiend
‘Naar aanleiding van uw vacature …’ ‘Uit onze administratie is gebleken …’ Snurk. Je lezer slaapt al. Daar gaat je baan of je achterstallige geld. ‘U zoekt mij! Die vacature heeft u zeker speciaal voor mij geschreven?’ ‘Helaas, uw betaling is nog niet binnen. Gelukkig heeft u nog twee weken. Bel ons gerust.’
Als zo’n actie niet vooropstaat, maar je wil je lezer gewoon lekker meenemen, dan zijn de mogelijkheden eindeloos. Zolang je lezer maar verder wil lezen na een eerste aantrekkelijke, originele zin. ‘U krijgt een nieuwe keuken!’ ‘Lig je net lekker te slapen …’
1.3 Spring in het oog
Een lange lap tekst met een dorre kop, daar wordt niemand blij van. Kwak er klip-en-klare kopjes in die niets aan duidelijkheid te wensen overlaten. En hak je verhaal op in hapklare alinea’s. Een tekst die goed oogt, leest lekkerder en sneller.
1.4 PAKHEM (de lezer)
- Pakkende kop
- Altijd origineel blijven
- Korte, leesbare tekst
- Hou de inhoud sterk
- Eerste zin telt
- Mooie invalshoek
Daar mag je zelf over nadenken. Beter nog, onthoud deze vuistregels. Eigenlijk spreken ze voor zich. PAKHEM zit ook in de overige tips verweven.
2. Laat niet los
Hoe hou je vervolgens iemands aandacht vast? Door niet in oeverloos gezwam te verzanden.
2.1 ‘Praat’ tegen je lezer
Heb je de lezer te pakken? Dan ben je met hem in gesprek. Zou je ooit ‘conform afspraak’ of ‘wij bieden een grote verscheidenheid aan …’ je strot uit krijgen? Nee hè. De stelregel is: schrijf zoals je praat. Dus ‘zoals beloofd’ en ‘bij ons grijp je nooit mis!’ Of jouw tekst spreektalig en dus toegankelijk genoeg is, kun je heel eenvoudig checken: lees ’m voor.
2.2 Vermijd vaagheid
Vaag: dat ben je al snel als je indirect, onorigineel en onpersoonlijk schrijft. Kom je vaag over, dan doe je vast niet erg je best voor mij, denkt de lezer. En misschien heb je zelfs wel iets te verbergen. Een onbestemde boot met een vage schipper, daar gaat hij niet mee in zee.
Concreet: val met de deur in huis, schrap alle clichés en schrijf goudeerlijk.
2.3 Hou het simpel
Maximaal twintig woorden. Langer mag een zin eigenlijk nooit zijn, is de vuistregel. En er is niks mis met ‘halve zinnen’, of ze nu wel of niet met een voegwoord beginnen. Je bent tenslotte aan het ‘praten’ en in gesproken taal kan er veel!
Ook handig tegen een omhaal van woorden: geen lijdende vorm en geen tangconstructies. En schrap ‘zullen’, ‘kunnen’, ‘willen’, ‘hopen’ en ‘proberen’.
2.4 ‘Nou en?’
Met je toon kun je iemand niet vasthouden als de inhoud niet deugt. Reageert je lezer waarschijnlijk met ‘Nou en?’ op wat je vertelt? Dan is er iets mis. Je zit pas goed als-ie ‘Ga door!’ zou zeggen. De truc? Denk en kijk zoals je lezer, zodat die denkt: Hé, dit ben ik! Dit geldt voor mij!
3. Verleiden is een vak
Lekker lezen? Dat lukt de lezer als jij hem een smakelijke tekst voorschotelt. Niet taai, niet lauw, maar aangenaam en intens.
3.1 Schrijf met smaak
Eten dat met liefde gekookt is, smaakt stukken lekkerder. Die liefde, die proef je. Zo proef je ook de liefde van de schrijver voor de tekst (en voor jou als consument). Dus: maak ’m lekker. Met peper en zout, met originele ingrediënten, met een opvallende opmaak.
Smaak is natuurlijk persoonlijk. Maar net als een chef-kok kook je precies voor het publiek dat bij je past.
3.2 Menselijk en makkelijk
Als je mensen wil wegjagen, schrijf dan vooral als een robot. Kil, afstandelijk en formeel. Maar je bent toch geen gevoelloze machine? Laat je karakter zien en presenteer je als mens. Dan ga je meteen veel levendiger en makkelijker praten, ik bedoel, schrijven.
3.3 Wees warm
Toon begrip voor de zorgen en wensen van de lezer. Is hij ergens bang voor? Stel hem gerust. Houdt hij van auto’s? Praat dan tegen hem als mede-autofan. Zo speel je in op zijn gevoel, daar wordt hij warm van. Van mens tot mens praten, heel persoonlijk, wie vindt dat nu niet aangenaam? Dát is hoe je tekst moet overkomen.
3.4 Echt en energiek
Enthousiast wordt je lezer alleen als hij je gelooft én als hij energie van je krijgt. Je menselijkheid en warmte moeten écht zijn. Dat kan alleen als jij oprecht belangstelling hebt voor de ander. Dan is die sneller bereid om ook zijn best te doen voor jou.
Sluit een persoonlijke boodschap daarom actief af. Geen ‘Ik hoop’ of ‘Ik verblijf’, maar een hartelijke wens of een concrete afspraak: ‘Veel succes met uw verhuizing!’ ‘We zien elkaar vrijdag.’
4 Sloop en slijp
Een tekst staat niet in één keer. Verbeter en verfraai hem met hak- en breekwerk en wat opsmuk.
4.1 Van breken tot bijvijlen: schaven aan je tekst maakt ‘m alleen maar beter. Loop alles van 1 t/m 3 nog eens langs en sleutel net zolang tot alles klopt.
4.2 Dus, want, ook, maar: wat zijn de verbanden tussen de zinnen en alinea’s? Maak het de lezer duidelijk. Laat in je taalgebruik de tekststructuur zien.
4.3 Varieer. Begin je zinnen niet steeds hetzelfde, grijp eens naar synoniemen en omschrijvingen, maak van een zin een opsomming.
4.4 Val op. Durf eens te overdrijven met een allesbehalve neutraal woord. Of verzin een vette slotzin. Soms kom je daar pas op als de rest van je bouwwerk al staat en je ziet dat het stevig is.
Glimlachgarantie
4 x 4 tips in 4 minuten? Da’s wel héél snel. Nu heb ik je lekker gemaakt met wat hapjes en heb je trek in een hele maaltijd. Die serveren Rick Evers en Willem Verdaasdonk je dus in ‘Schrijf eens even normaal joh!’
Dat boek laat je “snel beter schrijven met glimlachgarantie”, belooft de voorkant. En inderdaad, in een uurtje of twee duik je diep in alle lagen van aantrekkelijk schrijven voor klanten en andere waardevolle contacten. De 16 tips hierboven zijn er in werkelijkheid maar liefst 51, en ze zijn allemaal even nuttig.
“Gebruik geen ‘moeten’”, “Noem je nieuwsbrief nooit ‘nieuwsbrief’”, “Gebruik eens een citaat”: het boek loopt over van direct bruikbare adviezen, met de nodige laagdrempelige oefeningen.
Héél soms vliegen de schrijvers uit de bocht met gezochte afkortingen die, in tegenstelling tot PAKHEM, niet blijven hangen. Hier en daar had een zin of woord (‘echter’!) nóg wel spreektaliger, levendiger en simpeler gekund. Ik zag zelfs een tikfout. Maar ja, ook zo kun je een lezer vasthouden. Van begin tot eind!