Aan de slag met online brainstormen: 3 voorbeelden
Wie aan brainstormen denkt, denkt vaak aan een ruimte vol met schreeuwende mensen. Daar ben ik sowieso geen fan van. De mensen die net even wat langer moeten nadenken of iets meer timide zijn, komen zo nauwelijks aan het woord. Terwijl zij vaak hele goede ideeën hebben. Online is dat nóg erger. Letterlijk, want wie bij online het meeste geluid maakt is vaak als enige hoorbaar. En wat blijkt: als iedereen in stilte brainstormt, komen er verrassend veel goede ideeën boven water.
Als fanatieke facilitator van creatieve sessies stond ik enigszins sceptisch tegenover het online en op afstand brainstormen. Grapjes vallen dood, post-its zijn niet te zien, je mist de vibe. Wat sloeg ik de plank mis, want: ik ben ook voorstander van gestructureerd en individueel in stilte brainstormen en dat kan online net zo goed. Wellicht zelfs beter.
Tijdens een stille brainstorm worden deelnemers minder door elkaar beïnvloed. En, als 8 mensen 20 minuten individueel brainstormen (en daarin goed worden begeleid) heb je 8 uitgewerkte ideeën, in plaats van maar één. In elk idee zullen interessante punten zitten waar je het over kunt hebben. Daarnaast voorkom je dat er middelmatige concepten op basis van consensus ontstaan, omdat iedereen er zijn plasje over moet doen.
In stilte brainstormen betekent overigens niet dat je niet op elkaar reageert. Je ziet vaak wat de ander doet en komt daarna ook op ideeën. Je ziet alleen meer dan dat je kunt horen als iedereen roept.
Hoe buig je traditioneel brainstormen om naar online en stille brainstorms? Ik deel 3 voorbeelden.
1. Het alfabet (bijvoorbeeld als opwarmer)
Elke brainstormsessie moet beginnen met een opwarmer. Hierbij wil je het brein in de creatieve flow brengen. Dat kan bijvoorbeeld met het aanvullen van een alfabetreeks. Voor een campagne over overprikkeling liet ik ooit een abc vullen met alles wat prikt. En dan komen ook de cactussen, prosecco’s en naalden voorbij. Geen probleem, want in deze fase willen we juist dat alles ‘geroepen’ wordt wat in je opkomt.
Online kun je dit op twee manieren faciliteren:
- Zoom/Teams/Jitsi-sessie ondersteund met chat. De facilitator roept ‘a’ en iedereen tikt fanatiek dingen met een ‘a’. De facilitator roept ‘b’ en iedereen gaat door naar de ‘b’, etc.
- Miro-board met het alfabet. Iedereen plakt wat in ze opkomt met post-its achter de letters.
2. Gebruik een canvas
Om de doelgroep of een probleem te onderzoeken, is het goed om een canvas te gebruiken. Ik gebruik zelf vaak de customer desire map waarbij je eigenlijk maar drie aspecten opschrijft. Per aspect kun je post-its plakken:
- Hopes & dreams: wat wil je klant bereiken? Bijvoorbeeld: ‘meer rust in mijn leven’.
- Pains & fears: waar is hij of zij bang voor als dat niet gebeurt? Bijvoorbeeld: ‘dan krijg ik een burn-out’ of ‘als ik minder werk, ben ik minder waard’.
- Barriers & uncertainties: wat houdt hem of haar tegen om het doel niet te bereiken? Bijvoorbeeld: ‘ik werk te veel’ of ‘ik weet niet waar ik moet beginnen’.
Als je je brainstormboard (zoals Miro) goed klaar zet en iedereen vijf of 10 minuten de tijd geeft, zul je zien dat je als ontzettend veel post-its krijgt. Deelnemers zien ook elkaars post-its en kunnen daardoor weer geïnspireerd raken om zelf op nieuwe ideeën te komen.
Vervolgens sleep je de post-its onder barriers & uncertainties naar een nieuw gedeelte in het board en laat je iedereen weer vijf minuten post-its plakken. Hierdoor kan iedereen hier weer verder op brainstormen. In deze fase vind je waarschijnlijk de oplossing voor je probleem of een onderwerp voor je marketingcampagne.
Op dezelfde manier kun je andere canvassen gebruiken om mensen aan het denken te krijgen. In Miro staan zelfs templates klaar, zoals customer problem statement of customer persona.
3. Laat mensen individueel brainstormen
Als iedereen in de creatieve flow zit, is het fijn om het scherm even te verlaten. Geef iedereen de tijd om individueel te brainstormen. Dit kan bijvoorbeeld met een mindmap of een crazy 8. Bij dit laatste vouwen je teamleden allemaal een A4’tje drie keer dubbel. Laat iedereen een idee tekenen in het eerste vakje. Na een minuut moeten ze stoppen en in het tweede vakje een andere versie van het idee tekenen, of een andere oplossing. Zo schuif je elke minuut door.
Als facilitator kun je dit via de videosessie timen. Maar je kunt ook iedereen een kwartier geven om dit voor zichzelf te doen. De deelnemers maken vervolgens foto’s van de ideeën die ze zelf wel wat vinden en zetten die op het board.
Een andere optie is om – na een duidelijk opwarmfase – deelnemers 20 minuten te geven om een idee goed uit te werken en daar een schets voor te maken.
Werkt dit?
Vaak reageren deelnemers een beetje sceptisch als je dit soort vormen van brainstormen gebruikt, maar de volgende keer doen ze het zelf ook zo. Zorg er wel voor dat er nog steeds een goede sfeer is en je de sessies goed voorbereidt en faciliteert. En zorg er ook voor dat alle ideeën worden bekeken en besproken én dat er wordt gekozen met welke ideeën er verder wordt gewerkt.