Voldoet jouw (semi-)overheidswebsite straks aan de toegankelijkheidseisen?
Stel, je bent werkzaam in communicatie, marketing of ICT bij een zorginstelling, in het onderwijs of bij een (semi-)overheidsinstantie. Dan krijg je de komende jaren te maken met veel veranderingen. En wel op het gebied van toegankelijkheid. Niet alleen je website, maar ook het intranet, mobiele applicaties en andere digitale omgevingen moeten straks voldoen aan hoge toegankelijkheidseisen. Het Tijdelijk Besluit digitale toegankelijkheid overheid verplicht in principe per 23 september 2018 álle overheden, semi-overheden en zelfstandige bestuursorganen te voldoen aan strenge toegankelijkheidseisen voor nieuwe websites. In dit artikel neem ik je mee in wat er concreet verandert.
De focus van veel organisaties en ook contentmanagers en webredacteuren ligt op dit moment sterk op de AVG/GDPR. Goed denkbaar dus dat het toegankelijk maken van de website even naar de achtergrond wordt verdrongen. Maar de wetgever zit niet stil op dit vlak. Voldoen jouw website en intranet straks aan de laatste wettelijke toegankelijkheidseisen?
Welke overheidsmaatregelen spelen er op het gebied van toegankelijkheid?
Heel concreet: de WCAG 2.0 – een voorstel voor WCAG 2.1 is in voorbereiding. In 2016 is in deze richtlijn door de EU bepaald dat lidstaten verplicht worden ook hun digitale kanalen toegankelijk in te richten. Toegankelijk voor een zo groot mogelijke groep mensen. Inclusief diegenen met een beperking. De reikwijdte van de richtlijn beperkt zich niet tot de overheid: ook semi-overheid en zelfstandige bestuursorganen vallen onder deze richtlijn. Dat zou betekenen dat ook zorg- en onderwijsinstellingen met nieuwe toegankelijkheidseisen te maken krijgen. Of dat daadwerkelijk het geval is, is op dit moment onderwerp van discussie. Vaststaat is dat deze instellingen in ieder geval vallen onder de Wet Gelijke Behandeling.
De WCAG 2.0 gaat uit van 4 leidende principes:
- Waarneembaar
- Bedienbaar
- Begrijpelijk
- Robuust
Deze vallen weer uiteen in 12 concrete richtlijnen, die straks ook als toetsingskader gelden voor websites (én mobiele apps en intranetten). Deze richtlijnen zijn:
Waarneembaar
- Lever tekstalternatieven voor alle niet-tekstuele content, zodat die veranderd kan worden in andere vormen die mensen nodig hebben. Zoals grote letters, braille, spraak, symbolen of eenvoudigere taal.
- Bied alternatieven voor op tijd gebaseerde media. Daarmee worden (afspeel)media bedoeld, zoals beeld en geluid.
- Creëer content die op verschillende manieren gepresenteerd kan worden (bijvoorbeeld eenvoudiger lay-out), zonder verlies van informatie of structuur.
- Maak het voor gebruikers gemakkelijker om content te horen en te zien, waaronder scheiding van voorgrond en achtergrond.
Bedienbaar
- Maak alle functionaliteit beschikbaar vanaf een toetsenbord.
- Geef gebruikers voldoende tijd om content te lezen en gebruiken, indien er sprake is van tijdsrestricties bij het aanbieden van content. Als er een tijdsrestrictie is, moet deze aanpasbaar zijn of zelfs uitgezet kunnen worden.
- Ontwerp geen content op een manier waarvan bekend is dat die toevallen veroorzaakt. Flitsen zijn daarvan een bekend voorbeeld.
- Lever manieren om gebruikers te helpen navigeren, content te vinden en te bepalen waar ze zijn. Hiermee wordt vooral een logische en duidelijke navigatie bedoeld, die ook door mensen met een (cognitieve) beperking te gebruiken is.
Begrijpelijk
- Maak tekst leesbaar en begrijpelijk. Een voorbeeld daarvan is het vermijden van afkortingen.
- Maak het uiterlijk en de bediening van webpagina’s voorspelbaar. Daarmee wordt bedoeld dat de navigatie op verschillende pagina’s zo consistent mogelijk moet zijn.
- Help gebruikers om fouten te vermijden en ze te verbeteren. Dit is vooral van belang bij invoervelden. Hier kan gebruik worden gemaakt van automatische correctie.
Robuust
- Maximaliseer compatibiliteit met huidige en toekomstige user agents, met inbegrip van hulptechnologieën. Dit betekent dat de opmaaktalen achter de content foutloos moet zijn en daardoor gelezen kunnen worden door browsers en andere hulpprogramma’s.
Concrete eisen aan websites en andere digitale omgevingen
Mooi, dat kader. Maar welke checks doe jij als beheerder van de website of eindverantwoordelijke voor de communicatie? Waar moet je website concreet aan voldoen? Een uitputtende lijst kan ik hier niet geven. Maar denk er bijvoorbeeld aan dat een website volledig toegankelijk moet zijn met toetsenbord. Staan er video’s op je website? Nieuwe video’s moeten straks (vanaf 23 september 2020) ondertiteld zijn. Contrast en tekstgrootte zijn andere aspecten waarmee je straks aan de slag moet, als je daar nog geen werk van hebt gemaakt.
Wanneer moet ik aan welke eisen voldoen?
Het Tijdelijk Besluit digitale toegankelijkheid overheid verplicht in principe per 23 september 2018 álle overheden, semi-overheden en zelfstandige bestuursorganen te voldoen aan strenge toegankelijkheidseisen voor nieuwe websites. Dit komt overeen met de WCAG 2.0 (of hoofdstuk 9 van EN 301 549). Concreet betekent dat, waar websites gebruik maken van video’s en afbeeldingen om informatie over te brengen, deze informatie ook tekstueel beschikbaar moet zijn. Een ander voorbeeld is dat informatie niet alleen met kleur mag worden overgebracht.
Per september 2018 dienen nieuwe websites van overheid of semi-overheid dus aan minimaal het middelste niveau te voldoen. Handhaving hierop gebeurt vanaf 23 september 2019. Met terugwerkende kracht. September 2018 geldt dus als datum waarop nieuwe websites dienen te voldoen aan de nieuwe eisen. Voor websites gepubliceerd vóór 23 september 2018 gaan de nieuwe eisen gelden op 23 september 2020. Na die datum dient élke website van overheid en semi-overheid te voldoen aan de eisen van niveau A en AA. Zie ook de tijdlijn van invoering.
Ook je (social) intranet moet straks toegankelijk
In september 2019 gaan de nieuwe eisen gelden voor nieuwe interne websites (lees: intranetten). Vanaf dan wordt de interne dienstverlening aan dezelfde toegankelijkheidseisen gehouden als publiek toegankelijke websites en applicaties. Dat is met name relevant, omdat veel overheidsorganisaties de laatste jaren al grote stappen hebben gezet naar beter toegankelijke websites. Intranetten en andere interne applicaties lopen hierop nog achter.
Waarom zoveel aandacht voor toegankelijkheid?
Simpel gesteld: omdat zo’n 15 procent van de Nederlandse bevolking een functiebeperking heeft. Maar daarmee is nog lang niet alles gezegd. Bij een functiebeperking denken veel mensen al gauw aan een handicap. Maar wat te denken van de groeiende groep senioren? Ouderen die vaak fysieke beperkingen hebben (slechthorend of slechtziend), maar vaak ook minder begrip van digitale omgevingen. Tot slot zijn er situationele beperkingen. Denk aan een kapotte muis, een onscherpe beamer-projectie of andere technische beperking. Een toegankelijke digitale omgeving is toegankelijker voor iedereen. Niet alleen voor mensen met een functiebeperking.
Buiten wettelijke toetsingskaders, zijn er ook andere manieren om te kijken hoe het gesteld is met de toegankelijkheid van je website, intranet of app. Een toegankelijke omgeving bouw je tenslotte niet voor de overheid, maar voor je klant of medewerker. Met een app, zoals de Zien App, kom je te weten hoe iemand met een visuele beperking je platform ervaart. Op basis daarvan kun je direct aan de slag met verbeteringen die écht impact hebben.
Dit is bijzonder relevant voor zorginstellingen die te maken hebben met een doelgroep die (deels) een beperking heeft. Ervaren is pas een eerste stap naar toegankelijkere digitale voorzieningen. Voor wie werk wil maken van toegankelijkere websites, documenten en apps biedt Stichting Accessibility diverse trainingen en cursussen aan.
Wat betekent dit voor mij?
Laten we er even van uitgaan dat je werkt bij een zorginstelling en je afvraagt wat je hier nu mee moet. Het is dan allereerst goed om voor ogen te hebben dat geen enkele website of mobiele applicatie ontkomt aan de nieuwe eisen. Ongeacht of deze direct ook (volledig) op zorg- en onderwijsinstellingen van toepassing zullen zijn. Weliswaar ligt de handhaving op bestaande websites, intranetten en mobiele apps verder in de toekomst dan 2018, maar het kan een flinke opgave zijn om hieraan te voldoen.
Een inventarisatie van websites en applicaties, inclusief de mate waarin zij nu al voldoen aan WCAG 2.0 niveau A en AA, kan niet vroeg genoeg beginnen. Zeker nu WCAG 2.1 eraan zit te komen met aandacht voor toegankelijk mobiel gebruik.
Heeft het dan grote gevolgen als je niet op tijd voldoet aan de nieuwe richtlijnen? Waarschijnlijk niet. Een direct gevolg is wel dat het groene drempelvrij-logo niet getoond mag worden. Als uit evaluatie blijkt dat een website niet (geheel) voldoet, worden de pijnpunten concreet benoemd. Daarmee kun je dus direct aan de slag.
Continue doorontwikkeling
Op basis van de inventarisatie heb je een beeld waar je staat. Vanuit die kennis ontstaan grofweg twee keuzes: een website, intranet of applicatie aanpassen. Of geheel opnieuw (laten) ontwerpen. Een complete vernieuwing na elke drie jaar is in de praktijk niet ongebruikelijk voor een website. Ik ben voorstander van continue doorontwikkeling van een website. Echter zie ik in de praktijk vaak wat anders. Een terechte vraag is dus of je een website of intranet geheel op de schop moet nemen, of deze geleidelijk toegankelijker maakt.
Hoe dan ook: nu is de termijn van anderhalf tot tweeënhalf jaar goed werkbaar om je toegankelijkheid op orde te krijgen. Maak er het meeste van.