Innovatie

The winner takes it all: onaantastbare platformen maken overstappen moeilijk

0

‘In 2040 is het vervoer in Nederland in handen van één aanbieder.’ Veel mensen zullen zeggen: onzin, zo’n vaart zal het niet lopen. Maar als ik je twintig jaar geleden dit voorlegde: ‘In 2013 wordt het zoeken op internet gedomineerd door één aanbieder’. En dezelfde stelling voor online sociale netwerksites, dan had u waarschijnlijk ook ‘nee’ gezegd. En toch is het anno nu met bedrijven als Google en Facebook de facto het geval.

De eerste stelling kwam aan bod bij een symposium op 5 februari over de toekomst van vervoer en mobiliteit in Nederland. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat sociale netwerksites worden gedomineerd door twee bedrijven?

The winner takes it all

Er zijn meerdere factoren die daarbij een rol spelen. Een hele belangrijke is het zogenaamde netwerkeffect. Dat betekent dat een product of dienst meer waarde krijgt als meer mensen er gebruik van maken. Als iedereen op Facebook zit, wil niemand nog op Hyves zitten. En naarmate meer mensen Google gebruiken worden de zoekresultaten mede daardoor steeds beter. ‘The winner takes it all’ en daar helpen we als gebruikers zelf aan mee.

Hardware en software hand in hand

Iets vergelijkbaars hebben we gezien bij software en personal computers: sinds de jaren ‘80 is Microsoft hier, samen met Intel (daarom wordt ook wel van Wintel gesproken), heer en meester. Op dit moment zijn er twee nieuwe platformen sterk in opkomst: Apple iOS en Google Android. Hier gaan hardware en software hand in hand: hoe meer apparaten er verkocht worden, hoe interessanter het wordt om er toepassingen (apps) voor te ontwikkelen en hoe aantrekkelijker het platform daardoor wordt voor consumenten. Dat maakt de kans weer groter dat uw volgende telefoon van dezelfde aanbieder is.

Voordelen: uitwisselbaar & geen problemen met niet-leesbare formaten

google-vs-appleGebruik maken van dezelfde hardware en software heeft allerlei voordelen. Ontwikkelde toepassingen zijn direct uitwisselbaar met alle andere gebruikers van dat platform en er zijn geen problemen met formaten die niet kunnen worden gelezen, kabeltjes die niet passen, om er een paar te noemen. De belangen zijn dan ook groot. Naar verwachting van Gartner en IDC gaat er dit jaar meer dan 30 miljard dollar om alleen al aan apps en dat getal kan nog fors groeien.

De platformen worden voortdurend uitgebreid met nieuwe producten en diensten: randapparatuur, navigatie, muziek, boeken en films. Op dezelfde manier probeert Facebook, verreweg het grootste sociale netwerk, steeds meer diensten aan zijn platform te koppelen. De alsmaar uitbreidende platformen schudden de bestaande verhoudingen in talloze sectoren flink door elkaar.

De strijd tussen Samsung & Apple

Niet voor niets is hier een bikkelharde strijd gaande tot in de rechtzaal aan toe. In voortdurende rechtzaken tegen elkaar hebben Apple en Samsung (met op de achtergrond Google) alles uit de kast getrokken: van de afgeronde hoeken van het ontwerp van de buitenkant van de telefoon tot en met de patenten op het verbinden van een gesprek tussen twee bellers. Het is spannend om te zien hoe deze strijd, waar ook Microsoft (met Nokia) zich in begeeft, zich verder ontwikkelt.

Wat leert de geschiedenis ons

Java originele logo

Eerder nog, in de jaren ’90 wist Microsoft aanvallen op zijn hegemonie succesvol af te slaan. Een hiervan was het hardware-onafhankelijke Java, dat kon draaien op onder andere pc’s, tv’s, settopboxen, smartcards, Macs en mobiele apparaten. Applicaties op Java konden dus ‘overal’ op draaien. Rond diezelfde tijd groeide de internetbrowser van Netscape steeds meer uit tot een portaal waar de gebruikers meer tijd en geld ging besteden.

Bedrijven konden via internet hun diensten aanbieden samen met reclame en informatie. De desktopsoftware van Microsoft verdween daarmee een beetje naar de achtergrond ten gunste van de browser. Uiteindelijk wist Microsoft deze ‘aanvallen’ te weerstaan en integreerde het een eigen internetbrowser en eigen Java (Active X) in Windows. Windows leek onaantastbaar en kon het nieuwe toetreders enorm lastig maken zonder dat dit expliciet gebeurde of aantoonbaar was.

Sterke en onaantastbare platformen

De Europese Commissie (‘nikkelen Neelie’ Kroes) heeft Microsoft’s marktmacht gedeeltelijk aangepakt en flinke boetes opgelegd voor het koppelen van Internet Explorer aan Windows. En uiteindelijk afgedwongen dat ook andere internetbrowsers worden aangeboden. Maar in de Verenigde Staten kwam het zo ver niet en achtte men misbruik van marktmacht niet voldoende bewezen en vond men dat er voldoende concurrentie was.

Dit voorbeeld laat zien hoe sterk en onaantastbaar platformen kunnen worden. Gebruikers hoeven daar in eerste instantie geen last van te hebben, sterker nog, zij kunnen veel voordeel ondervinden van het gebruiksgemak dat de integratie van producten en diensten, van hardware en software in die platformen, met zich meebrengt.

Is overstappen wel zo makkelijk?

En anders, hoor ik u denken, hebben we als consument een keuze tussen meerdere aanbieders en stappen we gewoon over. Bij een zoekmachine is dat misschien nog eenvoudig. Maar hebben we eenmaal geïnvesteerd in hardware en software van een aanbieder, en dat ook nog eens verknoopt met onze vrienden en contacten, dan is overstappen niet zo gemakkelijk.

Misschien ongemerkt zijn we dan opgesloten in het systeem van een aanbieder en is er sprake van een ‘lock in’-effect. En dat is precies de bedoeling van bedrijven als Facebook, Apple en Google. Zij verkennen continu de grenzen hoe ver ze kunnen gaan voordat u wegloopt.

netwerkeffect

Van ICT naar domeinen als vervoer

Deze dynamiek die in de ict-wereld veel voorkomt, zou zich in de toekomst wel eens kunnen gaan uitbreiden naar andere domeinen zoals het vervoer. Ict gaat een steeds belangrijkere rol spelen in de wereld van vervoer en mobiliteit omdat het helpt bij het plannen en organiseren van onze vervoersbehoeften en het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. De netwerkeffecten zijn hier enorm en kunnen veel voordelen bieden, ook voor gebruikers.

De grote vraag is: zal hier ook één aanbieder komen die ons helpt bij onze vervoersvraag en de keuze tussen vervoersmiddelen? Als ik je de stelling aan het begin van dit artikel opnieuw zou voorleggen, wat zou dan nu je antwoord zijn?