Data is de nieuwe olie
Vuur en aarde waren bepalend voor de economische ontwikkelingen in het landbouwtijdperk. In het industriële tijdperk zijn stoom, staal en olie het economisch wondermiddel geweest. Nu, in het huidige informatietijdperk, hebben computernetwerken gezorgd voor groei en welvaart. Met de economie op zijn retour, rijst de vraag welk ingrediënt ons uit het slop gaat trekken. Onze voorspelling is dat een revolutionair gebruik en groei van data de welvaart weer op een hoger plan gaat brengen.
Geen rechte lijn maar een golfbeweging
De groei van de welvaart gaat niet in een rechte lijn, maar in een golfbeweging naar beneden en verder omhoog. Verschillende economen hebben zich verdiept in deze golfbewegingen. De huidige visie is dat die bewegingen worden veroorzaakt door de basisgrondstoffen voor de economie. De stoommachine, staal en olie hebben hun impact gehad in alle hoeken en gaten van de economie, juist door hun brede inzetbaarheid. Omdat er steeds weer een nieuw basisingrediënt wordt ‘ontdekt’ komen we uiteindelijk op een hoger plan. Maar voor we het hogere niveau bereiken zijn we door een recessie en depressie heengegaan.
Zo klom de economie na de grote depressie uit het dal door olie en bedrijven als Shell. Dankzij de olie-industrie floreerde de auto-industrie, de vakantie-industrie, de ijskastindustrie en noem-maar-op-industrie. Het basisingrediënt doet zijn werk in tal van sectoren.
Wie nu de stekker uit internet trekt legt de hele maatschappij plat. De economie heeft inmiddels de weg naar beneden ingezet en de volgende golf in het informatietijdperk dient zich aan. Data is de nieuwe olie, Google is de nieuwe Shell. De nieuwe economische impuls zal komen uit het gebruik en inzet van nieuwe datavelden.
De cloud is het nieuwe olieveld
Net als het aanboren van olievelden , worden nu op steeds grotere schaal datavelden aangeboord. Gegevens van bedrijven, overheden, individuen en objecten pompen we en masse het net op om vervolgens via allerlei kanalen weer op een slimme manier af te kunnen tappen. Ook dit digitale spul moet net als olie worden verfijnd (geraffineerd) voordat het voor tal van toepassingen kan worden ingezet. De digitale variant van een olieveld of gasbel heet tegenwoordig datacloud. Er wordt vandaag de dag gesproken over ‘cloud computing’ en werken ‘ in de cloud’ als gegevens in een wolk zijn opgeslagen die vervolgens door verschillende mensen kunnen worden aangeboord.
Economische wonderolie
De groei van de datacloud is zelfs zo explosief, dat er in een jaar net zoveel data bijkomen als de hele geschiedenis van de mensheid daarvoor heeft opgeleverd. In die zin zijn data letterlijk wonderolie, want bij gebruik van gewone olie blijft er naderhand minder van over, terwijl data oneindig keer kunnen worden (her)gebruikt en dan zijn er nog net zo veel over aan het eind.
Letterlijk leveren data geen energie uiteraard, maar in zijn betekenis voor de economie is het vergelijkbaar met wat olie voor de industrie heeft gedaan en vruchtbare grond voor de landbouw. In het huidige tijdperk zijn ruwe data de grondstof die de economie omhoog zal trekken en de samenleving opnieuw vorm zal geven. Door het koppelen van data en slim filteren ontstaan tal van nieuwe mogelijkheden. Tim Berners-Lee, de uitvinder van het World Wide Web, voorspelt dat aan dit digitale raffinageproces ontiegelijk veel nieuwe dingen zullen ontspruiten.
Economische groei
Google groeide van scratch in tien jaar naar 30 miljard omzet. We zullen nog meer wonderbaarlijke groeiers zien. Sterk in opkomst zijn de bedrijven die iedere burger voor een paar honderd dollar van zijn eigen DNA-profiel voorziet. Microsoft, Intel, Google IBM en Cisco zijn nu al digitale arts aan het spelen. Met deze nieuwe datatechnieken in handen komt het heil straks niet van de huisarts maar uit de datacloud. En hetzelfde staat te gebeuren met advies over bankzaken, carrière, of vakantie: slimme services rond datapakketjes gekoppeld aan uw digitale ik op het net levert onafhankelijk en beter advies dan het reisbureau of verzekeringsagent. Economische groei komt voort uit slim gebruik van de nieuwe olie.
Misschien is het Israëlische my6sense wel zo’n bedrijf dat over een paar jaar miljarden verdient. Ze tappen slim in op de datacloud en leveren de burger een zesde zintuig, zo in de broekzak, op de iPhone. Op basis van digitaal gedrag leert my6sense de persoon kennen. Een makkelijke adviesdienst voor tal van zaken. Koopgedrag, zakelijke interesses, woorden die in Twitter of andere berichten worden gebruikt zijn de basis voor een “insightfull, flexible en not demanding” adviesdienst die zo de telefoon binnenstroomt. De basis waarop de burger in het datatijdperk zijn beslissingen neemt zal bepaald worden door bedrijven als my6sense of andere ‘intuïtieleveranciers’.
Brandstof voor de hersenen
Data zijn de brandstof voor de hersenen en het internet, zoals olie de energie levert voor de verbrandingsmotor en auto’s. We zijn afhankelijk van deze nieuwe brandstof voor het realiseren van kennisdoorbraken en uitvindingen voor het energievraagstuk, opwarming van de aarde en het tekort aan water en voedsel. De grenzen aan de groei van de aarde gaan niet opgelost worden met meer olie of staal, maar met meer kennis en innovatie. Daarvoor hebben we die gigantische datamachine nodig die nu aan het groeien is en tot een enorme wereldwijde kennisversnelling leidt.
Zo’n versnelling in kennis wordt door Amerikaans president Barack Obama zeer serieus genomen. Recent heeft hij zijn Chief Technology Officer een speciale missie meegegeven om alle overheidsdata in een cloud onder te brengen. Wetenschappelijke gegevens, economische data, geboorte- en sterftecijfers, alles wordt openbaar. Obama aast op een kennis- en creativiteitsversnelling dankzij deze strategie die als volgt wordt verwoord: “A primary goal of Data.gov is to improve access to Federal data and expand creative use of those data beyond the walls of government by encouraging innovative ideas” . En met deze stap wordt duidelijk dat een slimmere = en een meer transparante wereld hand in hand gaan.
Bumpy road ahead
De overgang naar het datatijdperk gaat niet zonder slag of stoot, net zoals de overgang van stoom naar staal en olie. Transformaties gaan gepaard met krakende economieën, faillissementen, bedrijven die de boot missen en misbruik van de nieuwe mogelijkheden. Econoom Joseph Schumpeter noemde dit proces ‘creatieve destructie’. Succesvolle toepassingen van nieuwe technieken vernietigen de oude.
Het tijdperk dat we tegemoet gaan kent zoals ieder tijdperk zijn goede en slechte kanten. Het enthousiasme over staal in de vorige eeuw begon met treinen en reizen en even later bouwden we er een oorlogsindustrie mee op. Olie is prachtig maar vervuilt de aarde. De data-explosie levert de consument een betere service en de aarde een duurzame toekomst, maar privacy is dood, en cybercriminaliteit en manipulatie van data kunnen dramatische gevolgen hebben.
Het ergste staaltje datamanipulatie hebben we net achter de rug. Datapakketjes met de snelheid van het licht werden overal ter wereld te koop aangeboden als financiële derivaten. Niemand die precies leek te begrijpen hoe het zat en ondertussen zitten we met een kredietcrisis en werd de economie genadeloos onderuit gehaald. Naarmate we de potentie van data beter leren begrijpen zullen we zien dat er nieuwe instituten komen, toezichthouders en stimuleringsmaatregelen. Een nieuw soort Verenigde Naties, IMF of Wereldbank, maar dan als koersbepalers van het nieuwe informatietijdperk. Met als belangrijkste missie het voorkomen van een volgende datacrisis en de optimale exploitatie van de kennispiek in de 21ste eeuw.