Fabchannel stopt. Voorlopig.
Fabchannel stopte vorige week. Het Amsterdamse bedrijf dat concerten in Paradiso en de Melkweg opnam en deze op internet – met goedkeuring van de rechthebbenden – uitzond heeft zijn site moeten sluiten. De reden: er werd te weinig geld verdiend. Onder andere omdat het zo ongelooflijk ingewikkeld bleek om sluitende en gunnende afspraken te maken met platenmaatschappijen.
Van de vier grote, EMI, Sony, Warner en Universal bleek alleen de laatste een jaar geleden bereid om schoorvoetend een overeenkomst aan te gaan. En toen begin dit jaar een droogstoppelige corporate jurist van Universal uit Londen liet weten dat hij toch graag het hele contract zou willen herzien, knakte er iets bij de directie van Fabchannel. Ze moest weer terug naar de tekentafel om een geheel nieuw contract met nieuwe rechtenstromen en nieuwe procedures te ontwikkelen. Misschien kon ze zichzelf verwijten dat ze te weinig aandacht had gehad voor de marketing van de eigen site. Maar het zou nooit een probleem zijn geworden als twee grote maatschappijen hun onvoorwaardelijke medewerking hadden verleend.
Het opmerkelijke van dit alles is dat een bedrijf als Fabchannel juist de allerbeste vriend van de platenmaatschappij is. Dat ziet iedereen, behalve de platenbazen zelf. Ze zien het niet vandaag, ze zullen het morgen wél zien. Maar zolang het nog geen morgen is trekken ze aan de touwtjes. Wat ze ook nog niet zien is dat de touwtjes als sisal lianen om hun eigen dikke nekken zijn geslagen. Ze trekken aan hun ondergang.
Ik leg het uit.
De platenmaatschappij van over tien jaar kennen we niet meer terug. Het zijn artiéstenmaatschappijen geworden. Cd-s en dvd’s worden niet meer verkocht; dat waren tijdelijke dragers, maar over tien jaar kan muziek en film elk moment uit de ether worden gepakt.
Het recht om tegen lage tarieven – of voor niets – naar muziek te luisteren is in 2020 een verworven recht; daar hebben de idiote prijzen (soms euro 20 voor een cd) en de piraten van begin 21e eeuw voor gezorgd. Je hebt geen muziek meer in je bezit, maar je kunt er wel altijd en overal over beschikken. Het betekent ook dat er geen fysieke tussenhandel meer is. Free Record Shop had al in 2009 muziek vervangen door computerspelletjes.
De artiestenmaatschappijen hebben er anno 2020 dus het grootste belang bij dat de muziek van hun groepen zo snel en breed mogelijk onder de aandacht van het publiek komt. Er wordt geld verdiend met concerten en parafernalia. Een nieuwssite als FD Online koopt het recht om Chopin op haar site te laten horen. Een weekblad als Der Spiegel had al in 2009 op Spiegel Online het ‘Konzert der Woche‘. Hotels bieden muziek op hun site en in hun kamers aan. Met andere woorden: muziek wordt gebruikt om bezoekers te werven of te houden. En daar wordt voor betaald.
Gebruikers hebben er geld voor over om toegang te krijgen tot speciale versies van speciale concerten. Tegen een lage vaste vergoeding, zó laag dat het niet loont om moeilijke omwegen te bewandelen. Er zullen abonnementsvormen komen. Er wordt nagedacht over een constructie als die van kijk- en luistergelden. Er wordt geld verdiend met muziek in commercials, films en computerspellen. De handel in vinyl bloeit ook op.
Maar zover is het in 2009 nog niet. Platenmaatschappijen verdienen voorlopig nog genoeg geld, aan cd’s, dvd’s en aan de verkoop van rechten aan partijen die hun muziek legaal uitzenden. En aan rechtszaken en procedures tegen partijen die illegaal uitzenden. De macht is lui en regeert met dreigementen. YouTube moet een groot bedrag aan rechten afdragen omdat er filmpjes zijn waarin rechtendragende muziek wordt uitgezonden. Buma’s en Stemra’s zijn overal op rooftocht. Vorige week protesteerde YouTube en ging het geluid even uit.
En ondertussen zakt het hele model het moeras in en wordt er op de vulkaan gedanst. Over tien jaar worden de Fabchannels dagelijks met trompetklanken en klaroengeschal bedankt voor hun uitzendingen, en poetsen de vazallen van de artiestenmaatschappijen hun koperen laarzen.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.