Ik ben online zichtbaar, dus ik besta
Ruigrok | NetPanel peilt jaarlijks de status van Nederlanders van het wie, wat, waar en waarom van de Nederlander en ‘web 2.0’ of ‘het sociale web’. In 2008 is het onderzoek uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 1870 Nederlanders. In dit artikel staat de online identiteit centraal.
Persoonlijke informatie online stapelt zich op
Vergeleken met 2007 is het gebruik van websites met een sociaal element zoals Hyves en YouTube relatief toegenomen, ten opzichte van andere populaire toepassingen zoals Marktplaats, eBay en Wikipedia. De massa rukt op bij het sociale web. Het gevolg van deze ontwikkeling is dat van een toenemend aantal mensen steeds meer persoonlijke informatie online te vinden is. Een aantal feiten op een rij:
– 52% maakt gebruik van sociale netwerksites (waarvan 30% soms, 22% vaak)
– 57% uploadt foto’s (waarvan 39% soms, 18% vaak)
– 33% plaatst reacties op discussiefora (waarvan 24% soms, 9% vaak)
– 18% uploadt video’s (waarvan 15% soms, 3% vaak)
Met name jongeren tot 35 jaar zijn online present. Verschillen tussen 35-54 jarigen en 55-plussers zijn hierin kleiner.
Online identiteit
Alle persoonlijke informatie op het web vormt onze ‘digitale’ of ‘online identiteit’. Uit eerdere onderzoeken van Ruigrok | NetPanel en het afstudeeronderzoek Networked Individualism, de nieuwe manier van samenzijn, blijkt dat een goede online presence voor allerlei facetten van het leven iets kan opleveren: zakelijke deals, een baan, vriendschap, kennis, een huis of de liefde van je leven. Eén op de tien relaties wordt tegenwoordig op internet geboren (Relatiemonitor, 2007).
De mogelijkheden om jezelf online te profileren onbenut laten kan nadelig zijn: Een lage vindbaarheid ten opzichte van je concurrenten, verouderde, verkeerde of zelfs beschamende informatie die naar boven komt. Een actuele dosis online persoonlijk reputatiemanagement lijkt verstandig in deze tijd. Maar hoe zijn we in Nederland eigenlijk bezig met onze online identiteit? En wat zijn kenmerken van bepaalde groepen waarmee ontwikkelaars van online omgevingen rekening mee kunnen houden, als het gaat om persoonlijke informatie?
Googelen als online spiegelbeeld
Naast het zoeken van informatie is googelen een snelle manier om te bekijken hoe je online identiteit erbij staat. Een kwart van de online Nederlanders (27%) googelt zichzelf weleens. Ook familieleden (25%), vrienden (27%) of mensen die net zijn ontmoet (18%) worden wel eens gegoogeld. Opvallend is dat vier van de tien Nederlanders nooit iemand googelen.
Nederlanders die zichzelf googelen doen dit met name om in de gaten te houden wat online van hen te zien is (48%). Andere redenen zijn plezier (17%), nieuwsgierigheid (17%) en willen weten hoe vindbaar men is voor anderen (17%).
Mannen googelen vaker dan vrouwen op zakelijke relaties (16% versus 11%) of collega’s (13% versus 22%). Hoger opgeleiden blijken zichzelf vaker te monitoren dan laagopgeleiden (40% versus 15%). Zij doen dit vaker dan lager opgeleiden om te checken wat online van hen te zien is (56% versus 37%).
Wel bewustzijn en controle, maar weinig belang
Een ruime meerderheid (79%) van de online Nederlanders is selectief in wat wel en niet online gezet wordt aan persoonlijke zaken. De meeste Nederlanders (64%) vinden dat ze hun online alter ego zelf in de hand hebben.
De mate waarin men er bewust mee bezig is, is minder. De helft (51%) van de online Nederlanders is zich erg bewust van de online identiteit. Een kleine minderheid van 10% is actief bezig om deze te vormen. Dit betekent dat 9 van de 10 Nederlanders nog weinig pro-actief inspelen op de mogelijkheden om zichzelf online te vormen, terwijl de meerderheid inmiddels actief is op online netwerken en andere sociale toepassingen op internet.
Mannen profileren, vrouwen zijn sociaal
Als het gaat om de online identiteit, zijn mannen en vrouwen even verschillend van elkaar als in het werkelijke leven, blijkt uit het onderzoek. Mannen zijn zich vaker dan vrouwen bewust van hun online identiteit (61% versus 52%), hechten er vaker belang aan en (30% versus 25%) en zijn actiever bezig om een digitaal alter ego te creëren (13% versus 8%). Vrouwen hebben er vaker dan mannen moeite mee dat persoonlijke informatie voor iedereen zichtbaar is (71% versus 61%) en zijn vaker selectief in wat wel en niet online wordt gezet (88% versus 82%).
Dit valt te verklaren uit de bevinding dat mannen en vrouwen verschillen in hun online gedrag en motieven: mannen zijn meer doelgericht, willen zichzelf meer profileren en delen kennis en kunde. Vrouwen zijn meer mensgericht, hebben vaker sociale motieven en delen vaker persoonlijke ervaringen.
Online versus Real life
Online en ‘real’ life identiteiten raken steeds meer met elkaar vervlochten. Een voorname trend is dat we steeds meer met onze ‘ware’ identiteit naar voren komen. Als je dat immers niet doet, ben je niet vindbaar en kun je veel van de vruchten die het web biedt niet plukken.
75% van de online Nederlanders zegt zichzelf online niet van een andere kant te laten zien dan in het echte leven. Een ander opvallend resultaat is dat Nederlanders die zichzelf online laten zien, dat ook van anderen verwachten. Het blijkt dat Nederlanders die actief zijn op online netwerken zich voornamelijk storen aan fakers en nepprofielen (32%) en mensen die zich anders voordoen dan ze zijn (31%).
Kans om boven maaiveld uit te steken nu nog groot
De massa komt eraan, blijkt uit de cijfers. Een steeds groter wordende groep, uit alle segmenten van de samenleving, begeeft zich op online sociale platforms. Online zakelijke en sociale netwerken, weblogs en andere toepassingen zullen voor de massa steeds meer onderdeel gaan worden van de identiteit.
Aan de resultaten van het onderzoek is afleesbaar dat het bewustzijn van deze online identiteit er wel is, maar de actie om deze actief vorm te geven ontbreekt bij de overgrote meerderheid. Dat betekent dat de kansen voorlopig nog groot zijn voor diegenen die slim zijn en het wel doen. In de toekomst gaat dat ongetwijfeld anders worden, als meer mensen ontdekken wat er te halen en missen valt, wordt het steeds moeilijker om jezelf online te profileren en eindig je net als vroeger: als een nummer in een telefoonboek.
In het volgende artikel dat op Frankwatching zal verschijnen ga ik dieper in op sociale netwerken. Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact met me op.