Publishers en professionals over publishing 2.0
Uitgevers staan vandaag de dag voor nieuwe uitdagingen. Interactiemodellen, distributiemodellen en verdienmodellen zijn aan het veranderen. Op Emerce’s Insight Publishing werd een mooie overview geboden van de belangrijkste ontwikkelingen. In dit artikel kijken we terug op de presentaties van onder meer Joris van Heukelom (Ilse Media), Piet Bakker (Universiteit van Amsterdam) en Henk Blanken (Dagblad van het Noorden).
Joris van Heukelom: de nieuwe uitgeefmerken
Tegenwoordig heeft iedereen verstand van uitgeven, zo opent Joris van Heukelom, CEO van Ilse Media, zijn presentatie. Om dat te illustreren toont hij twee korte filmpjes, twee series met logo’s van merken. De eerste is er een met traditionele media, de ander een met (internet)merken die na 1995 ‘geboren’ zijn maar net zo groot zijn geworden.
Van Heukelom (foto) voorspelt dat de mediaindustrie in de komende jaar hergroepeert. Er is een soort online greenfield ontstaan, radio, print en televisie en kranten staan onder druk.
Ook zijn er andere soorten content aan het ontstaan (mashups). (Traditionele) Advertising is dead, maar er ontstaan natuurlijk nieuwe manieren van adverteren. Mobile is the next big thing. Open source is meer dan een technisch ding, het is met name een mindset, een manier van denken.
Cd’s en on demand tv kijken zit op 7 procent per maand, dat is al meer dan het marktaandeel van Talpa ooit is geweest. En als je niet op een social network zit, dan besta je niet, aldus Van Heukelom in zijn (korte) inleidende presentatie.
Piet Bakker: crossmedia publising
Piet Bakker, hoogleraar Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, gaat in zijn presentatie in op crossmedia publishing.
Sweeping statements: positivos en pessimisten
Hij opent zijn presentatie met een aantal sweeping statements van positivos en van pessimisten. Hij zet allereerst twee uitersten tegen elkaar af. Enerzijds Dan Gillmor die in zijn boek We the media de positivos vertegenwoordigt. “Ga allemaal bloggen!” En anderzijds Andrew Keen, die in The cult of amateur stelt dat het allemaal apen zijn en dat als je maar genoeg mensen achter pc zet er altijd wel iemand is die doorbreekt.
De twee uitersten staan volgens Piet Bakker niet alleen voor de optimisten en pessimisten. Ze staan ook voor een finalistische denktrant, als het ene komt dan gaat het andere weg. Beide auteurs gaan volgens hem mank aan het zero-sum denken, het zijn finalistische denkers. Maar die ontwikkeling is er nog nooit zo geweest, er zijn in de loop der tijd maar weinig media echt verdwenen. Van dat denken moeten we af.
Bakker heeft ook grote problemen met de manier van bewijsvoering op internet. Het is zo gemakkelijk om met anekdotes te scoren, maar daarmee ontstijgen dit soort beweringen nog niet altijd het niveau van een anekdote. Er is op geen enkele manier sprake van empirische bewijsvoering. Hij toont een lijst van mensen die voorspeld hebben dat de krant gaat verdwijnen. Er is al zo lang en zo vaak voorspelt dat de krant verdwijnt, maar er is nog helemaal niks verandert.
We moeten in het denken over het mediagebruik af van de de gedachte dat media verdwijnen. Elk jaar neemt het aantal mediacontacten met 6% toe. Mensen doen dus geen dingen in plaats van elkaar maar juist naast elkaar.
Substitie van media zit slechts tussen de 10 en 12%. Dat is iets anders voor nieuwe generaties, die hebben een ander mediagedrag ontwikkeld. Verder stelt hij de vraag of het on / off is, of dat het en / of is. Wat hem betreft dat laatste: en / of.
Wat voor crossmedia benaderingen hebben we dan?
Bakker stelt de vraag welke crossmediale benaderingen je kunt kiezen. Hij maakt bij de beantwoording een onderscheid tussen publishers, professionals en publiek. Bij uitgevers gaat het in het algemeen om strategische issues. Zaken als protectie, synergie en expansie spelen daarin een rol.
Uitgevers hebben in toenemende mate te maken met het feit dat het moeilijk is om goede professionals te vinden. Professionals die multimediaal zijn en flexibel in skills en platforms. Maar de belangrijkste drijver naar een andere crossmediale aanpak is het publiek, dat verandert en ontwikkelt een ander gedrag: fragmentatie, multitasking en interactiviteit zijn daarbij de magische woorden.
UItgevers zagen vooral problemen bij juridisch, technische en marktkennis zaken, niet bij het opleiden van professionals of het veranderende gedrag van gebruikers.
Innovaties: verbeteringen, brands, kannibalisme
Bestaande bedrijven kunnen niet goed innoveren. Maar ze hebben ook businessmodellen waarbij ze een nieuw iets op een (te) grootse manier aankleden. Er zijn gelijk al afdelingen en mensen nodig. Het kranteninitiatief En.nl lukte (destijds) niet omdat de rugzak te groot was, Nu.nl had maar drie journalisten, daar kon het wel. Alle innovaties komen altijd van upstarts. Nu.nl is slechter dan de Volkskrant maar kon (en kan) snel en eenvoudig werken. Tot slot stelt Bakker dat bestaande bedrijven vooral bezig zijn met het verbeteren van producten, dat is voor hun de voornaamste innovatie. “Ze zijn goed in het inkt op papier zetten. Waar ze minder mee bezig zijn is het uitnutten van hun merk.”
Dit leidt, zo sluit Piet Bakker af, tot drie zaken die je met deze 4 strategieën kunt bereiken: loyaliteit, bereik en inkomsten.
De Telegraaf 7 dagen per week (‘verbetering’) levert geen enkele nieuwe lezer op. Wel loyaliteit. Veel aandacht, meer het levert weinig rendement op. Productverbetering levert wel bereik en inkomsten op, maar daar wordt het minst over gedacht (aan gewerkt). Content transfer (bijvoorbeeld van print naar internet) levert wel bereik op, maar het is moeilijk is om er geld mee te verdienen. Brand extensie levert zowel geld als loyaliteit op. Die laatste levert dus het meest op.
In de discussie na afloop wordt duidelijk toegevoegd dat er op termijn wel grote klappen zullen vallen en er een sterke terugval van nu dominante media kan komen. Jongeren laten ons zien dat we steeds meer naar een live mediacultuur gaan (Idols e.d.). De krant brengt minder nieuws dan 10 jaar geleden, hoe moeten kranten live gaan denken dat is de vraag. We zijn namelijk geïnteresseerd in oud nieuws, in communicatie over wat anderen er van vinden. Denk aan de online recensie van het Neil Young concert bij de Volkskrant: het gaat om de vraag wat vond de recensent ervan en ben je het met hem eens of niet. Het is in elk geval oud nieuws, voor de allernieuwste updates heb je andere media.
Hieronder de volledige presentatie via SlideShare.
Piet Bakker heeft ook een weblog over publishing: Newspaper Innovation.
Henk Blanken De massa en de infoclan
Het Dagblad van het Noorden was een van de eerste kranten die op het gebied van innovatie serieuze stappen zette, bijvoorbeeld met user generated content. Henk Blanken is adjunct hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden en de aanjager van veel van deze vernieuwingen geweest.
Henk (foto) begint met te zeggen dat ie niet de lijkredenaar van de kranten wil zijn, maar wel een wat pessimistische visie heeft op de toekomst van de kranten. Hij somt op welke kranten er allemaal verdwenen zijn. “Het gaat er niet om of kranten verdwijnen maar welke kranten verdwijnen of in welk vorm nog blijven.”
De pornografen van het internet
Een klassieke paradox van het internet is dat we denken alles te weten. Het leuke van internet is dat we allemaal uniek kunnen zijn. Op internet zijn we ook allemaal anoniem en daar hebben kranten moeite mee. Maar tegelijkertijd laten we alles zien, we copuleren we baren, we pesten, we moorden; we zijn de pornografen van het internet geworden.
Internet is geen massamedium maar een medium van de massa. In de jaren 60 en 70 lag het hoogtepunt van de massamedia. Dat geheel is sindsdien steeds verder uit elkaar gevallen. “Het verdwijnen van massamedia is dus helemaal niet raar, in tegenstelling tot wat Piet Bakker beweert,” aldus Blanken (foto). De steenkolenmijnen, bolhoeden, het Vrije volk, ze zijn allemaal verdwenen en dat is niet vreemd. Als informatie schaars is, dan worden de rollen omgedraaid. “Niet wij als uitgevers zijn leidend, maar zij!”.
Uitgevers denken het op te lossen met het maken van communities. Maar een community is een skill, een community wordt nooit groot. Hyves is een verzameling van kleine communities. Niet het grootste bedrijf telt, maar het kleinste en toch nog net relevante. Informatieclans zijn de vorm waarin we het volgens Blanken moeten zoeken! “If the news is that important, it will find me” (The New York Times).
“Ergens in de jaren 90 veranderde het: het was niet langer normaal dat studenten standaard een abonnement op de Volkskrant namen. Studenten hebben tegenwoordig andere filters, bijvoorbeeld MSN. Ze lezen Hyves, ze kijken YouTube en ze luisteren Last.fm. Met tijdschriften gaat het beter omdat het meer op maat is gemaakt, bij boeken beter omdat je zelf kunt kiezen. Voor zover het met boeken overigens beter gaat,” aldus Henk.
De journalistiek wordt slechter
Ik maak me geen zorgen over media maar over de journalistiek. Het effect op de journalistiek is dat we door deze ontwikkelingen slechter worden. Nu.nl die meteen een bericht van Reuters erop gooit, steeds minder tijd voor verificatie en onderzoeksjournalistiek.
Blanken vertelt dat gisteren de nieuwe website is gelanceerd van het Dagblad van het Noorden. Een krant met een oplage van 150.000 exemplaren (dagelijks, 6 dagen per week). Maar ook een krant die te maken heeft met een geleidelijke afkalving van diezelfde oplage.
Maar datzelfde Dagblad van het Noorden heeft sinds 3 jaar grootste regionale krantensite van Nederland, groter ook dan Trouw. De reden: men brengt nieuws als het nieuws wordt, ‘online first’. In de nu gelanceerde versie kan de lezer het nieuws verslepen, en eigen sites of weblogs aan de pagina toevoegen. Alle vrijheid dus, ze mogen de startpagina van de krant gebruiken als het iGoogle is. “We doen dit omdat we geloven in de digitale cultuur en daarmee niet meer de controle hebben.” In feite een keuze die in het verlengde ligt van de beslissing van drie jaar geleden: men vond interactie belangrijk dus men koos op dat moment voor lezers die meteen een reactie mochten plaatsen.
Deze week start eveneens een samenwerking met radiostation Waterstad FM, wat men recent heeft gekocht. Als nieuws dan toch versplintert, probeer het dan op zoveel mogelijk plaatsen aan te bieden (radio, beurzen etc.).Blanken stelt dat als je de lezer zich met het nieuws laat bemoeien, je best de nodige ellende krijgt, maar je het toch moet doen. Omdat de lezer er van leert en je er zelf ook van leert. Het heeft over het algemeen geen niveau, je leert ze hoogstens om zich wat in te houden. Het is een kleine groep die zich met user generated content bezig houdt. Zo is het aantal blogs bij Volkskrantblogs niet groter dan enkele duizend.
Op de site van het Dagblad van het Noorden is het vaste publiek 70 -80.000 mensen groot, dat zijn mensen die een paar keer per week op de site langskomen. 2% van die groep zie je terug in reacties, 30 -100 man ervan kent hij bij naam. Je kunt zeggen dat zo’n 1 procent echt heel actief, dat is ook bij bijvoorbeeld Wikipedia zo. Het is een bekend patroon: klein maar erg relevant, voor kleine infoclans zijn erg waardevol.
Journalisten moeten verhalen gaan vertellen en dat beter gaan doen, zo besluit Henk Blanken (zie ook zijn weblog) zijn uiterst boeiende presentatie.
Joris van Heukelom vraagt zich af hoe een missionaris als Henk Blanken overleeft in een klassiek mediabedrijf. Blanken: “Door redactie van 150 mensen uit te leggen dat het om online first gaat en niet om het papier. Het draait om de journalistiek.”
Hij vult aan dat er vormen van gedrag zijn die in je puberteit worden ingeprent, dat is een gegeven en daar heb je als krant mee te maken. Er zijn uiteraard wel jongeren die kranten lezen, maar dat zijn er nog maar weinig. Journalisten en uitgevers moeten dus andere middelen bedenken om nieuwe stromen te genereren. Wat je wil is journalistiek relevant zijn, de samenleving iets bieden.
En verder
Door technische problemen (een crash van de harde schijf van mijn notebook) is het verslag van het resterende deel van Emerce Insight Publishing verloren gegaan. Mijn excuses hiervoor. Gelukkig zijn er elders presentaties en enkele verslagen beschikbaar.
Een absoluut hoogtepunt was de erg inspirerende presentatie van Bert Wiggers (directeur New Media bij Sanoma) over de opmars van Nu.nl. Hieronder kun je zijn sheets bekijken, een verslag vind je op Marketingfacts.
Marianne Zwagerman, directeur Digitale Media bij de Telegraaf, had eveneens een uiterst boeiend verhaal over de strategie van Telegraaf Media. De presentatie is hier via SlideShare te bekijken. Zie ook het verslag op Marketingfacts en Telegraaf lanceert mobiele website.
Thomas Engel van The Saints had een prima verhaal over de mogelijkheden van mobiel uitgeven. Hieronder kun je zijn sheets via SlideShare bekijken.
Zie verder ook de presentatie van Willem Endhoven van Irex Technologies over Newspaper on Electronic Paper (iLiad) en de presentatie van Thijs Boon van Viceland over VBS.tv. Een verslag van deze drie presentaties vind je op Marketingfacts.
Scott Karp, expert op het gebied van digitale uitgeefstrategieën hield een interessant (maar bekend) verhaal over Pulishing 2.0 (zie ook zijn weblog Publishing 2.0). Hieronder zijn presentatie via SlideShare. Een verslag bij Marketingfacts.
Ruben Timmerman (Usarchy) sloot op knappe wijze af met een analyse van de sites van een aantal grote Nederlandse uitgevers. Zijn presentatie is hier via video en in SlideShare te bekijken (verslag bij Marketingfacts).
[googlevideo]https://video.google.com/videoplay?docid=7994680731920852051&pr=goog-sl[/googlevideo]
Hoewel de opkomst enigszins tegenviel, had de dag een bijzonder hoog niveau. Een klein minpuntje was dat er geen internet beschikbaar (iets wat later die dag voor mij nog erg vervelende gevolgen had omdat mijn notebook crashte). Mijn complimenten aan de mensen van Emerce voor deze derde aflevering uit de boeiende reeks Insight events.