Innovatie

Canto Ostinato

0

Het concert is in DeLaMar, de nieuwe theatertempel waar de talrijke plaatswijzers een voorspellende gave hebben. “U kunt hier de trap op, dan komt u in de foyer en kunt u genieten van een mooie voorstelling”.

Op het podium staan twee vleugels, lepeltje lepeltje. Aan de toetsen komen te zitten Jeroen en Sandra van Veen. Jeroen houdt een korte inleiding. “De voorstelling van vanavond duurt waarschijnlijk 80 minuten, misschien 90, maar het kan ook langer duren. Dat weet je eigenlijk nooit van te voren.” Het worden er meer dan honderd.

Ze spelen Canto Ostinato, een compositie van de Nederlandse componist Simeon ten Holt. Het werd geschreven in de tachtiger jaren, en wordt meestal uitgevoerd op twee, drie of vier vleugels.

De zaal is uitverkocht. Opmerkelijk veel jonge mensen. Er zijn ook ligplaatsen verkocht, op het podium liggen meer dan veertig mensen op zelf meegenomen matrasjes, onder de vleugels, naast de vleugels, tegen het achterdoek.

Letterlijk betekent Canto Ostinato: ‘hardnekkig gezang’. Elke musicus heeft dezelfde partij, maar ieder kiest zijn eigen balk, zijn eigen kleur. Je mag noten weglaten, vooruit spelen, achteruit spelen. De partijen bestaan uit tonale cellen die worden herhaald. De herhaling wordt bepaald door de opper-pianist van dienst. Vanavond is het Jeroen. Soms zie je hem knikken, waarna een paar maten later de melodie een wending krijgt die de vier handen uit hun vingers laten komen. Hartslag. Permanente pulse.

Jeroen en Sandra van Veen

Het stuk wordt bij elkaar gehouden door onzichtbare draden die een functionele harmonie bouwen. Soms ook ondergaat de melodie een metamorphose die pas logisch lijkt na de opbouw van de voorafgaande minuten. Spanning wordt opgebouwd en weer losgelaten. Dit is een spel van oorzaak en gevolg. De tijd is een ruimte geworden die geen grenzen kent.

Ik ken meerdere versies van het stuk, en vanavond zijn er noten die ik nooit eerder hoorde, en hoor ik in gedachte noten die niet worden gespeeld. Het is de kunst van het weglaten, dit is het spel van de volgtijdelijkheid. Ieder deel is pas logisch omdat het vorige deel werd afgerond, als het nodig was na een meervoudige herhaling.

Dat is het natuurlijk. De volgordelijkheid der dingen bepaalt de harmonie van een beleving, je begrijpt een ervaring pas als je alle voorafgaande handelingen in de goede volgorde krijgt aangereikt. Een dracht kost tijd, net zoals het invoeren van een strategie of het wekken van vertrouwen.

Banken die jarenlang werden gedicteerd door het kwartaalritme van de verslaggeving en het dirigentschap van de aandeelhouders zetten van de ene dag op de andere hun klant centraal. Het voornemen mag gemeend zijn, de belofte zal een valse blijken te zijn omdat alle voorafgaande maten geen inleiding waren op dit accoord. De plannen van Halbe Zijlstra om de studiefinancieringsregels drastisch te hervormen vallen in een omgeving die er niet mee overweg kan. Prorail neemt maatregelen die de NS niet begrijpt, NS neemt maatregelen die Prorail niet begrijpt. Fragmenten zeggen zoals losgezongen dichtregels niets, het hele gedicht zal de uitleg geven.

Neem dan wijlen Albert Heijn. Hij schonk bij zijn afscheid een standbeeld van een wandelende huisvrouw met twee boodschappentassen. “Opdat wij nooit vergeten voor wie wij werken”. Het is een ode aan de volgordelijkheid der belangen. De herinnering aan de avond in DeLaMar is blijvend, de ovatie staand, het was een prachtige ketting van honderd minuten.

Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.