Dealen met kritiek op je content: 12 lessen
“Ja joh, doe het anders gewoon zelf.” Ik kan niet ontkennen: het is weleens door mijn hoofd geschoten als ik een flinke bak feedback van een klant of interviewkandidaat ontving op mijn werk. Kritiek komt soms hard aan. Gelukkig is incasseren iets dat je kunt leren. Dit zijn mijn 12 belangrijkste lessen om met feedback op je content om te gaan.
1. Vat de feedback niet persoonlijk op
Bloed, zweet en tranen stop ik soms in een tekst. Ik bedenk een originele kop, broed op een pakkend begin en doe mijn best moeilijke materie begrijpelijk op te schrijven voor een breed publiek.
Het resultaat: een artikel waar ik achter sta. Dat soms bijna als mijn kindje voelt. Ik stuur het op naar een klant of interviewkandidaat en wacht met goede moed op de feedback.
En dan krijg ik een flinke lijst verbeterpunten terug.
Oef. Dat doet pijn. Weinig werk voelt zo persoonlijk als schrijven. Het is een creatief proces, de zinnen komen uit míjn hoofd, het zijn míjn hersenspinsels. En die zijn kennelijk niet goed. Dus vinden ze mij niet goed.
Al tijdens mijn studie drukte mijn vader (ook tekstschrijver) me op het hart: neem feedback niet persoonlijk. Het gaat over je tekst, niet over jou als mens. Als je iedere tekst ziet als een deel van jezelf, ga je een zware carrière tegemoet.
Ik geef toe, de ene keer gaat het beter dan de andere keer, maar sindsdien houd ik vast aan dat advies. En dat kan ik iedereen aanbevelen.
2. Raak niet meteen in paniek
Ik herken het gevoel nog van de middelbare school, als ik een proefwerk terugkreeg. Mijn hart ging tekeer. Wat zou het resultaat zijn? Ook nu open ik een mail nog weleens met dat zenuwachtige gevoel. Wat vindt een klant of interviewkandidaat van mijn werk?
Als ik dan een rood document terugkrijg met 48 opmerkingen, zakt de moed me weleens in de schoenen.
Toch valt het negen van de tien keer enorm mee.
Veel opmerkingen zijn zo doorgevoerd. Andere lees ik even door, waarna ik het artikel even wegleg en er later mee verderga. Uiteindelijk heb ik de feedback vaak zo verwerkt.
3. Vraag om verduidelijking
“Dit loopt niet lekker.” Wat loopt niet lekker? Of: “Nog even naar kijken.” Waar moet ik precies naar kijken?
Als feedback vaag is, vraag ik om verduidelijking. Anders schiet niemand er iets mee op. Hetzelfde geldt voor onterechte feedback. Zo zei een communicatiemanager eens tegen me dat er spelfouten in mijn stuk stonden. “Ik neem aan dat je die nog wel checkt.”
Huh, was ik zo slordig geweest?
Meteen liep ik de tekst (een keer of vijf) na en vroeg ik mijn collega’s hetzelfde te doen. We konden echt niets vinden. Dat liet ik de communicatiemanager weten. Vervolgens bleek dat ze het had over de lengte van de zinnen. Die waren te kort. Tja…
4. Licht je aanpak toe
De communicatiemanager uit het voorbeeld hierboven vond verder dat het artikel heel beknopt was. Daar had ze gelijk in. Ik had van mijn opdrachtgever een maximumaantal woorden meegekregen. Ook hield ik me aan de B1-richtlijnen van de klant. Dat heb ik haar meteen uitgelegd.
Schrijf jij ook vaak voor een specifieke doelgroep? Waardoor je andere woorden gebruikt dan de interviewkandidaat gewend is? Dat kan een reden zijn waarom de tekst niet precies is zoals de interviewkandidaat of klant had verwacht. Een kort mailtje met uitleg kan dan een hoop duidelijkheid scheppen.
5. Accepteer dat je niet perfect bent
Ik weet het, dat is soms moeilijk.
Nee zonder grapjes, iedereen heeft weleens een mindere dag. Dat heeft invloed op je werk. Je hebt veel aan je hoofd, een drukke agenda, slecht geslapen. Dat kan gebeuren, volgende keer beter.
6. Zie het als een kans om nóg beter te worden
Je hebt het waarschijnlijk al honderd keer gehoord, maar dat is niet voor niets. Van fouten maken leer je het meest. Ik weet nog dat ik stage liep bij de Volkskrant en een tekst terugkreeg van de eindredacteur. Overal stonden rode pennenstrepen. “Interview deze muzikant maar opnieuw”, was de boodschap. Au.
Toch is de feedback me wel bijgebleven. Gebruik geen loze woorden. Maak een opmerking concreet. Vraag door. Nog steeds denk ik geregeld aan die lessen.
En de tweede versie die ik schreef? Die was een stuk beter.
7. Zet je koppigheid opzij
“Ik vind dit geen goede zin, ik snap niet wat hier staat.” Huh, maar dat is toch logisch? Dat snapt iedereen, toch?
Blijkbaar niet.
Als een klant of eindredacteur niet begrijpt wat ik zeg, is de kans groot dat lezers dat ook niet doen. Hoe goed ik mezelf ook begrijp. Ik moet het dus echt anders formuleren.
Feedback helpt me om kritisch naar mijn eigen werk te kijken. En keuzes te maken. Soms staar ik me blind op mijn tekst en zie ik het even niet meer. Een frisse blik helpt dan enorm.
8. Verplaats je in de feedbackgever
Elk commentaar komt ergens vandaan. Waar maakt iemand zich zorgen over? De mening van anderen? Ga eens in de schoenen van je interviewkandidaat of klant staan. Zij bekijken de tekst misschien vanuit een andere context dan jij als schrijver. Dat besef maakt het accepteren van feedback makkelijker.
Zo heb ik weleens meegemaakt dat een geïnterviewde compleet in paniek raakte na het lezen van mijn stuk. En absoluut niet wilde dat het stuk zo gepubliceerd werd.
In zo’n geval is het altijd slim even te bellen. Wat moet anders? Ik leg dan uit dat sommige passages gewoon geschrapt kunnen worden. Of net wat anders verwoord, met iets meer nuance. Misschien heeft iemand een negatieve associatie bij een bepaalde woordkeuze, maar is dat zo opgelost met een synoniem?
9. Vraag om een compliment
Is de feedback áltijd negatief? En hoor je alleen de verbeterpunten? Dan mag je dat best een keer aangeven. Zeg bijvoorbeeld dat je benieuwd bent of je klant blij is met de tekst. Iedereen krijgt energie van een compliment, dat weet je klant ook. Misschien heeft iemand helemaal niet door dat hij of zij weinig positieve feedback geeft.
10. Als het echt nodig is: bijt van je af
Het kan ook zijn dat een interviewkandidaat het concept ‘controleren op feitelijke onjuistheden’ niet zo goed begrepen heeft. Ik heb meerdere mensen meegemaakt die de hele tekst herschreven, omdat ze hun eigen stijl ‘mooier’ vinden. Terwijl het artikel dan vol staat met tikfouten of jargon.
Uhm, schrijven is mijn taak, toch? In zo’n geval leg ik dat rustig uit. Vaak komt het dan ook wel weer goed.
11. Maar wees ook weer niet overgevoelig
Sommige mensen zijn gewoon een beetje bot. Misschien hebben zij ook een slechte dag. Probeer dat soms gewoon te slikken. En vergeet niet: schrijven is ook een kwestie van smaak.
12. Blijf lachen
“Gekke zin”, horen mijn collega’s en ik soms. “Je bent zelf een gekke zin”, zeggen wij dan lachend tegen elkaar. Deze les geldt overigens voor veel meer dan alleen feedback ontvangen. Blijf lachen en vergeet niet te relativeren. Er hangen geen mensenlevens af van ons werk.
Als iemand écht ontevreden is, kan de passage altijd geschrapt worden. Of zorgen we dat het artikel niet gepubliceerd wordt. Daar gaat echt niemand dood aan. Nee, ook je ego niet. En anders moet je les 1 nog een keertje lezen. Veel succes!