Vliegtuig vermist: soms liever geen hulp van de crowd?
Ruim een week geleden verdween een vliegtuig van Malaysia Airlines vlucht MH370 van de radar. Sindsdien zijn onderzoekers en rampenteams druk op zoek naar het vermiste vliegtuig. Daarbij wordt ook de hulp van ‘de crowd’ ingeroepen. Het betrekken van burgers kan waardevolle resultaten opleveren, maar brengt ook uitdagingen met zich mee.
De crowd helpt mee
Op de website Tomnod is ruim 3200 vierkante kilometer aan satellietbeelden online gezet. De beelden worden dagelijks geüpdatet. Op een eenvoudige manier, die lijkt op Google Earth of Google Maps, kun je navigeren over het gehele gebied. Denk je iets gevonden te hebben, bijvoorbeeld een wrakstuk van het vliegtuig, een reddingsvlot, een olievlek, of iets anders, dan kun je dat markeren op de kaart. Het crisisteam krijgt een overzicht van de aangebrachte markeringen en kan zo snel en gericht zoeken naar aanwijzingen.
De website is door de grote belangstelling, meer dan 100 miljoen paginabezoeken in de eerste 34 uur, regelmatig onbereikbaar. Inmiddels speurden al meer dan 115.000 vrijwilligers naar het vermiste vliegtuig. Op woensdag 12 maart werden er elke tien minuten zo’n twee miljoen pagina’s bekeken door het publiek. Ondanks al deze inspanningen is het vliegtuig helaas nog niet gevonden.
De website Tomnod boekte eerder successen bij de ramp op de Filippijnen in 2013 (orkaan Haiyan), het zoeken naar een graftombe in de woestijn van Mongolië, een verongelukte bergbeklimmer in de Andes en een vermiste familie die zeilde in de buurt van Australië. Dankzij duizenden vrijwilligers werden vermiste personen of voertuigen snel opgespoord of konden reddingsteams en hulptroepen met medicijnen en voedsel snel gericht ter plaatse zijn.
Samen slimmer
Tomnod is een goed voorbeeld van hoe vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen bij het helpen bij zoeken en het oplossen van problemen. Voor burgers is het een mooie manier een bijdrage te leveren aan het helpen met aanpakken van een maatschappelijk vraagstuk, bij een ramp of bij het oplossen van een misdaad. In plaats van passief en machteloos toekijken, kun je echt een zinvolle bijdrage leveren.
Internet en computertechnologie maken het mogelijk om grote en complexe taken op te delen in kleinere overzichtelijke stukjes en kleinere eenvoudige taken die kunnen worden verdeeld onder een grote groep vrijwilligers. Mensen zijn goed in het herkennen van patronen en ontrafelen van complexe structuren. Computers tellen de individuele bijdragen vervolgens weer op tot één geheel.
Deze manier van ‘samenwerken’ wordt vaker toegepast. Via de website Zooniverse, de opvolger van het populaire Galaxy Zoo, wordt regelmatig de hulp van burgers ingeroepen om beeldmateriaal te analyseren. Andere bekende projecten zijn Fold.it (de eigenschappen van kankereiwitten), Eyewire (de 3D-structuur van neuronen) en ReCAPTCHA (het ontcijferen van oude handschriften in boeken).
Uitdaging 1: de crowd gemotiveerd houden
Het betrekken van groepen vrijwilligers brengt een aantal uitdagingen met zich mee. Vaak neemt enkele dagen na de start van een nieuw project de animo sterk af. De eerste passie neemt af of de aanleiding en urgentie zakt weg, de spanningsboog is eindig. De verveling slaat toe na het urenlang bekijken van foto’s met alleen water en wolken. In veel projecten worden daarom gamificationtechnieken ingezet die ook in computerspellen worden toegepast: je kunt punten verdienen, levels voltooien en wordt voortdurend aangemoedigd (goed gedaan, ga zo door!) en er is een competitie-element waarbij je het opneemt tegen andere vrijwilligers.
Daarnaast kan de ‘vinder’ beloond worden, zoals Hanny van Arkel die haar naam mocht geven aan hemellichaam dat ze vond bij een project van Galaxy Zoo, en dat nu bekend is als ‘Hanny’s Voorwerp’. Met de speltechnieken weten diverse onderzoeksprojecten en bedrijven de spanningsboog van het publiek te vergroten.
Uit onderzoek blijkt dat er globaal drie motiverende redenen zijn voor crowds om te participeren: uit liefde, voor roem of voor het geld. Toch komen diegenen die denken dat ze taken volledig en structureel kunnen uitbesteden aan de crowd bedrogen uit. Het bedrijf DigitalGlobe, eigenaar van de satellietbeelden, weegt per ramp of situatie zorgvuldig af of het de beelden beschikbaar stelt aan het publiek via Tomnod.
Uitdaging 2: de crowd in toom houden
Een andere uitdaging is het in toom houden van de crowd. De verfrissende blik van Hanny leidde tot de vondst van het object met een ongewone vorm dat normaal door wetenschappers over het hoofd gezien zou zijn, als het al gevonden was. Echter de gretigheid van de crowd kan ook leiden tot extra huiswerk door een overvloed aan extra gegevens wanneer het publiek wolken massaal aanziet voor mogelijke wrakstukken, iets wat een getrainde expert niet zou overkomen. Ook kan onterecht gedacht worden dat een gebied vrij is van wrakstukken, omdat het publiek niet goed weet waar het op moet letten.
Enthousiasme van publiek kan doorschieten
Het enthousiasme van het publiek kan ook doorschieten. De politie-app is handig om incidenten en misdaden vast te leggen en aan te geven, maar hij kan burgers aanzetten tot het achtervolgen van daders waarbij ze zichzelf in gevaar brengen.
Bij de bomaanslagen in Boston, een jaar geleden, waarbij burgers hun zelfgemaakte foto’s en video’s konden insturen, ontstonden parallelle websites waar burgers eigenhandig beelden gingen analyseren en daders gingen aanwijzen. Niet alleen bracht dat het onderzoek en de aanhouding van mogelijke daders in gevaar, ze leidden tot de verkeerde daders die onnodig moesten vrezen voor hun veiligheid. Een heksenjacht is gemakkelijk ontketend via sociale media, dat gebeurde onder andere bij de mishandelingen van een jongen door een groepje uitgaande jongeren in Eindhoven.
Bij de zoektocht naar de vermiste zoontjes Julian en Ruben, hielpen sociale media bij het mobiliseren van een grote groep tips en aanwijzingen maar het leidde ook tot groot opgezette zoektochten in de bossen waarbij voor de politie belangrijke sporen werden gewist. Hetzelfde gebeurt bij vogeltellingen waarmee fanatieke vogelspotters de broedende nesten verstoren. Goedbedoelde hulp slaat dan om in hinder.
Ieder zijn rol
Het is daarom een grote uitdaging voor bijvoorbeeld de overheid om regie te houden. Wel tips en aanwijzingen zoals via Opsporing Verzocht en Amber Alert, maar liever geen actieve inmenging van burgers. Dat kan haaks staan op de emoties die er in de crowd spelen, emoties van betrokkenheid, woede, angst, iets willen doen. Burgers krijgen steeds meer de beschikking over de mogelijkheden en middelen om zichzelf te organiseren en samen gecoördineerd in actie te komen, zonder zich iets aan te hoeven trekken van de autoriteiten. Diezelfde energie keert zich dan tegen je.
Dat brengt overheden en bedrijven tot een groot dilemma’s: enerzijds willen ze graag de energie en motivatie van vrijwilligers opwekken en gebruiken, maar hoe hou je daarbij controle en regie? Doe je niets dan bestaat het risico dat de crowd het heft in eigen handen neemt. Dus: hulp van de crowd, ja graag, maar helpen is niet hetzelfde als taken of verantwoordelijkheden van autoriteiten overnemen.
Dit artikel schreef ik mede naar aanleiding van het radio-interview dat ik op woensdag 12 maart had bij EenVandaag. Foto intro met dank aan Fotolia.