Spaanse torens
Ik kende het woord ‘torre’ eigenlijk alleen maar in de betekenis van de Belgische lantaarn, lamp. Het is uit een lied, ik weet niet welk lied het was, maar de regels zijn als volgt: ‘Sint Martens avond, de torre gaat mee naar Gent, en als mijn moeder wafels bakt, dan ben ik daar geern omtrent.’ Wafelbakkende moeders, dat is precies waar we behoefte aan hebben in deze barre tijden.
Toen ik begin deze week in Andalusië was, en wandelde aan de kust, tussen Maro en Nerja, zag ik de mooie ronde torens. Strak, boven op een rots, pal aan de kust. Een torre is van steen, rond, zo’n drie meter doorsnee en een meter of tien hoog. Vanuit een torre zie je altijd minstens twee andere torres aan de kustlijn, kilometers verder, eentje links en eentje rechts.
De oorsprong van de torens ligt in de 15de eeuw. De Andalusische kust werd geteisterd door piraten. Het waren de Moren uit Noord-Afrika die op zoek waren naar schatten en slaven. Met hun galeien voeren ze naar een rustige kuststrook, gingen aan land en plunderden, roofden en verkrachtten naar hartenlust en voordat de cavalerie of gendarmerie ter plekke was, waren ze brandschattend alweer vertrokken.
Wafels bakken, plunderen, brandschatten: alles wat nostalgie is komt bij elkaar dankzij het woord ‘torre’.
Voor de Andalusiërs was het noodzaak om tijdig te waarschuwen zodat de gewapende hulptroepen konden ingrijpen. En toen bedachten ze de keten van torens. De taak van de torens was alleen maar te signaleren en te waarschuwen als er gevaar dreigde van de zee. Er was één kamer in de toren, die werd bemand door één persoon. Zo gauw als hij onraad rook, of zag, gaf hij een teken aan de volgende toren. Met rooksignalen overdag, met lichtsignalen ’s nachts.
De torres zouden worden gebruikt tot in de 19de eeuw. Niet dat ze toen verouderd waren, nee, er kwamen geen Moren meer op bezoek omdat de Fransen Algerije hadden bezet. ‘No hay Moros en la costa’, er zijn geen Moren meer aan de kust – het is nog steeds een gezegde in de streek.
Het is een eerste voorbeeld van een slim signaleringssysteem dat razendsnel tientallen kilometers kustlijn waarschuwt. Digitaal avant la lettre, er kwam geen chipje noch transistortje bij kijken. Je hebt helemaal geen geavanceerde techniek nodig om de vijand te weerstaan, en ook niet om je vijand te verslaan. Slimheid is het belangrijkste wapen.
De hele kust Nederlandse kust mag vol met torres. Doe er meteen wat wieken aan en ze lijken op oud-Hollandse molens. Ze geven volop energie en er komt geen ongewenste vijand het land meer in. De JSF’s kunnen blijven op de tekentafel en mevrouw Hamer mag wafels bakken voor de hele Tweede Kamer. Als straf voor het gedraai. Want als er iéts is wat een enorme hekel heeft aan achterkamers dan is het de Torre. Een volstrekt compromisloos ontwerp.
Deze column is eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.