We monitoren erop los: worden apps onze nieuwe medicijnen?
Weet jij hoeveel stappen je vandaag hebt gezet? Hoeveel calorieën je hebt verbrandt? Hoeveel mensen je hebt ontmoet? Waar je bent geweest? Hoeveel cafeïne je hebt geconsumeerd? Of hoeveel uren je hebt geslapen? En hoe diep die slaap was? Als je het antwoord op deze vragen wist, zou je hoogstwaarschijnlijk gezonder kunnen leven. Het zou zelfs je leven kunnen redden. En de mogelijkheid om al deze antwoorden te vinden, bestaat eigenlijk al; je smartphone.
Slaapapneu
Begin 2008 kwam ik er via mijn vrouw achter dat ik aan een ernstige vorm van slaapapneu lijd. Zij had het idee dat er voortdurend een straaljager met motorpech door onze slaapkamer vloog. Uit een onderzoek in een slaapinstituut bleek dat tijdens mijn nachtelijke rust mijn ademhaling ieder uur gemiddeld 43 keer stokt. Een bijzonder ongezonde situatie, die direct verholpen moest worden.
De oplossing schuilde in de aanschaf van een CPAP-apparaat. Een soort van omgekeerde stofzuiger die bij het ophouden van mijn ademhaling lucht in mijn longen pompte. Een ware nachtmerrie. Mijn ademhaling was onder controle, maar ik kon er niet mee slapen. Via mijn tandarts is uiteindelijk een slaapbeugel aangemeten, die mijn onderkaak naar voren duwt en daarmee mijn luchtpijp vergroot. Uit een onderzoek blijkt dat ik nu slechts een OSAS van 1 tot 2 heb, wat normaal is.
Inzicht in je slaapgedrag
Het probleem is dat ik zonder CPAP geen inzicht meer had in mijn slaapgedrag. In dat apparaat zat een klein hard schijfje die mijn nachtrust mat. Eens in de maand stuurde ik deze floppy op naar de fabrikant van het apparaat, die op de data terugkoppelde naar mijn longarts, die mij op zijn beurt weer op de hoogte stelde. Destijds ben ik dus op zoek gegaan naar een oplossing, zodat ik mijn slaapgedrag zelf kon monitoren. Deze vond ik in de allereerste Fitbit en de applicatie SleepCycle. Via deze tools kon ik mijn slaapgedrag inschatten.
Sinds kort maak ik gebruik van de Fitbit Flex. Een polsband die mijn lichamelijke activiteit overdag en ‘s nachts in de gaten houdt. Door het bandje iedere dag verbinding te laten leggen met mijn MacBook heb ik, via een persoonlijk dashboard, inzicht in mijn welzijn. Na al die jaren van monitoren, heb ik goed in de gaten hoe mijn lichaam reageert. Gemiddeld heb ik aan zo’n 6 uur slaap per dag genoeg en woel ik zo’n 18 keer in mijn slaap. Koffie en drank zorgen voor een onrustigere slaap.
Voor mij is het in de loop der jaren niet meer dan normaal om mijn lichaam voortdurend te meten. De data die mijn lichaam produceert, is niets anders dan een rijke stroom aan informatie die mij compleet nieuwe inzichten geeft. Meten is het nieuwe weten. Mijn lichaam is de nieuwe interface.
Wearable computing
Onderzoeksbureau Juniper Research publiceerde op 31 juli 2013 het rapport ‘Smart Wireless Accessories‘. Uit dit onderzoek blijkt dat de markt voor ‘wearable devices’ aan het exploderen is. Juniper Research verwacht dat in de komende vijf jaar het aantal verkochte wearables met een factor 10 zal toenemen en dat aan het eind van 2018 er in totaal 150 miljoen stuks zijn verkocht. Deze voorspellingen zijn niet aan dovemans oren gericht. Technologiebedrijven als Apple, Google, maar ook Samsung, Sony en Microsoft staan op het punt om de gezondheids- en fitnessindustrie op hun kop te zetten.
Met de komst van wearable computing komt technologie nog dichter bij ons, gaat technologie een nog intiemere relatie met de mens aan. Het tijdperk van wearable computing is hoogstwaarschijnlijk het laatste tijdperk waarin mens en technologie daadwerkelijk van elkaar gescheiden zijn. Immers met de eerste zogenaamde swallowables, zoals de Motorola ‘vitamin authentication‘-pil, wordt al druk geexperimenteerd.
Zelfmonitoring in de toekomst verplicht?
De documentaire “Monitor Me” van de BBC liet begin deze week een goed beeld zien van hoe wearable computing de gezondheidsindustrie radicaal gaat veranderen. Zo zijn er steeds meer doktoren die een app voorschrijven in plaats van een medicijn. Met al deze nieuw verkregen inzichten komt de patiënt in het centrum van de gezondheidszorg te staan. Iedereen wordt als het ware zijn eigen dokter, waarbij het mantra ‘voorkomen is beter dan genezen’ geldt.
In de documentaire wordt de verwachting uitgesproken dat binnen tien jaar iedereen zichzelf zal monitoren. Was voorheen de weegschaal het enige apparaat in het huishouden waarmee we onszelf in de gaten hielden, straks heeft iedereen een polsbandje. Er is zelfs een toekomstscenario denkbaar waarbij zelfmeting verplicht wordt gesteld. Dan verandert het polsbandje in een verplicht enkelbandje!
Wat denk jij? Zie jij jezelf in de nabije toekomst je lichaam meten? Is iedereen in de toekomst een Quantified Self-er? Denk je dat je er gezonder van gaat leven? Dat je dankzij wearable computing langer kunt leven? Is een toekomst, waarbij zelfmeting verplicht wordt gesteld, denkbaar?
Foto intro met dank aan Fotolia