Innovatie

De nieuwe economie, waar iedereen elkaars buurman is

0

Natuurlijk komen dan ook de bezwaren, de mitsen en de maren. Succes gedraagt zich volgens natuurkundige wetten: iedere kracht roept een tegenkracht op. Als Marlene Dumas veel aandacht krijgt en de lucht in wordt geprezen (expositie Stedelijk Museum, lovende woorden in DWDD, met Toine Huys in College Tour) dan kun je er vergif op innemen dat er tegenstemmers met veel bijval komen, zoals in de Volkskrant gebeurde met het opiniestuk van Sander van Walsum (‘Vinden jullie Marlene Dumas echt zo goed?’). En zo gaat het nu ook met de deeleconomie.

Nostalgisch liften is niet meer

In NRC van 3 september schrijft Arjen van Veelen dat ‘het nieuwe delen’ gewoon stelen is. Vroeger ging je liften, langs de weg, met je duim, je stapte in en je ging mee, zonder ook maar een cent te betalen. Wildvreemden deelden de auto met je zonder dat ze daar ook maar iets voor terug wilden hebben. Een goed gesprek misschien, dat was het. Het nostalgisch liften is niet meer, tegenwoordig betaal je te veel geld voor het vinden van een lift (dat wordt Uber genoemd). Van Veelen citeert de Berlijnse filisoof Han, die wijst op het paradoxale van de term deeleconomie: ‘delen’ is onbaatzuchtig, en dat botst met het begrip ‘economie’, dat per definitie te maken heeft met geld verdienen. In de nieuwe deel-economie zou alles draaien om vermeende vriendschapszin en het lospeuteren van goede beoordelingen. Want die zijn geld waard.

De ‘deeleconomie’

Het is onzin. Er is niets paradoxaals aan ‘deeleconomie’. Economie gaat over het maken van keuzes, over het verdelen van schaarse goederen tussen mensen. De een heeft koeien, de ander heeft graan en als ze naast elkaar wonen ruilen ze af en toe wat vlees voor een stukje brood. Zodra ze verder van elkaar wonen komt er een vrachtauto aan te pas, en als de chauffeur zich laat betalen in brood en vlees komt er nog steeds geen geld bij kijken.

Geld is handig als de fases van behoefte uit elkaar lopen, als partijen te ver van elkaar zijn, als de producten moeilijk ruilbaar zijn. Een arts zou het niet makkelijk hebben als hij alleen maar brood kan krijgen van een bakker die ziek is. Sterker nog, alles is deeleconomie. Een zzp-er die zijn uren aanbiedt is een deler, maar ook een reguliere werknemer. Hij deelt immers zijn tijd, met zijn werkgever.

deeleconomie

Zit de hele wereld dan vol met boeven?

Delen is stelen, zegt van Veelen. Het enige innovatieve aan de deeleconomie-bedrijfjes (hij noemt Airbnb en Uber) is dat ze veel geld vragen voor het koppelen. Als we deze redenering volhouden, zit de hele wereld vol met boeven. Makelaars, headhunters, de VVV, slagers, bakkers, het zijn allemaal koppelaars die vraag en aanbod bij elkaar brengen en daar geld voor vragen. Marktplaatsen, heten ze.

Economie is per definitie deeleconomie.

Wat de echte verandering is, is dat door Het Grote Netwerk iedereen elkaars buurman is geworden. De koeienboer vindt de graanboer met groot gemak, beiden zijn zowel consument als producent geworden. Uber en Airbnb en vele anderen ontwikkelden platforms die mensen bij elkaar brengen. En de mensen bepalen zelf wel wat de waarde is, wat ze bereid zijn om te betalen of te ontvangen. Ongebruikte capaciteit vindt makkelijker dan vroeger zijn weg naar iemand die het kan gebruiken. Dat geldt voor leegstaande huizen tijdens een vakantie, maar ook voor de thuiswerker die ‘s avonds uren maakt.

Die proletarische lifter van vroeger, dat was een boef, net zoals de kraker. De nieuwe verdeling van schaarsheid is veel verfijnder, de nieuwe economie is veel eerlijker.

Foto’s met dank aan Fotolia. Deze column werd eveneens gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.