De Nieuwe Pers: de kracht van meningverslaggeving & journalisten als merken
Op 11 februari kwam De Pers terug als De Nieuwe Pers. De gratis krant ging mobiel en online verder, maar dan niet meer zo gratis als voorheen. Na de lancering lag de infrastructuur door de downloads plat en dat was echt geen PR-truc, zegt medeoprichter en hoofdredacteur Jan-Jaap Heij. Hoe gaat het een maand later? Een gehaast, maar goed gesprek.
Zoals vaker las ik op Twitter de berichten van Jay Rosen, ’s werelds beste journalistiekcriticus als je het mij vraagt en ook docent aan de NYU. Zijn commentaar op De Nieuwe Pers sprong er gelijk uit. Even later schoof ook Jan-Jaap Heij (44) zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken en retweette Jay’s lovende woorden over het feit dat we in Nederland ons kunnen abonneren op individuele journalisten:
Frank Fitzgibbon van de Sunday Times in Ierland noteerde in zijn tweet het risico van dit model. Hij doelde natuurlijk op de onderlinge politiek, verhoudingen en egotripperij tussen journalisten, voor de meesten buiten het werkveld – gelukkig – ver van hun belevingswereld:
Ook Journalism.co.uk schreef over hoe De Nieuwe Pers-app in samenwerking met imgZine tot stand kwam. Mijn interesse was voldoende gevoed voor een kop koffie met Jan-Jaap Heij. Bij 1e Klasse op het perron op Amsterdam Centraal vlogen de vragen en antwoorden razendsnel over de tafel.
“Wij kiezen inderdaad voor een nieuwe aanpak waarbij we journalisten neerzetten als merk. Journalisten moeten meer gaan denken als ondernemers en zichzelf onder andere via de sociale kanalen promoten. Sommigen kunnen dat al heel goed. We hebben geen harde criteria, maar werken met freelancers die kwalitatieve stukken schrijven, met originele insteken voor hun verhaal komen, interessante onderwerpen kiezen en mensen aan zich weten te binden. Kortom, De Nieuwe Pers wil op ondernemende manier journalistiek bedrijven,” legt Heij uit.
Massa bereiken is niet ons doel
“Er ontstaat een idee dat we grootschalig te werk willen gaan, maar dat is niet zo. We willen niet de massa bereiken een richten ons nog steeds op een niche”
Wat zijn zoal de eerste reacties?
“Over het algemeen horen we positieve geluiden en we hebben wereldwijd ook aandacht gekregen. Ach, net als iedereen binnen de journalistiek zijn we bezig met oriëntatie op het vak. Gaan we ermee verder en hoe? We krijgen vragen over of we investeerders hebben, hoe hoog ons marketingbudget is en waar we over drie jaar willen staan. Over dat soort wetmatigheden dus. Er ontstaat een idee dat we grootschalig te werk willen gaan, maar dat is niet zo. We willen niet de massa bereiken en richten ons nog steeds op een niche.”
Hoe zouden de antwoorden luiden op die issual suspect-vragen?
“We willen op een gestructureerde manier een platform bieden en realiseren ons dat er risico’s verbonden zijn aan de gekozen aanpak. Ik bedoel; nieuwsconsumenten zullen aan deze benadering moeten wennen. We hebben tot nu toe nog geen marketingbudget of –strategie, maar laten de journalisten optreden als ambassadeurs van De Nieuwe Pers. Massamedia is als begrip veranderd en we proberen daar vorm aan te geven via de deelnemers van De Nieuwe Pers. We zijn al tevreden als wij een vaste club abonnees kunnen behouden. Voorlopig zijn onze abonnees onze inkomstenbron.”
Jullie blijven onderzoeken begrijp ik en sturen bij. In ieder geval een opvallende ontwikkeling maar ook een logische, in een informatiesamenleving waarin het individu onder andere door alle sociale mediakanalen, centraal staat. Toch is er een groot tegengeluid te horen: we zitten niet altijd te wachten op miljoenen verschillende meningen van mensen. In de journalistiek mag het soms ook een tikkeltje minder.
Schieten we door?
“De rol van de journalistiek is duidelijk veranderd. We willen niet alleen feitelijke berichtgeving, maar ook een eigen stem horen, achter de schermen kunnen kijken bij verslaggeving en meer. Het publiek is daar voor en ik geloof dat er dus vraag naar is. Natuurlijk moet je er een balans in vinden. Bij De Nieuwe Pers proberen we daar niet in door te schieten. We bieden ook feitelijk nieuws aan en achtergrondverhalen, gebaseerd op de eeuwenoude conventies zoals hoor en wederhoor. Feit blijft wel dat we uitgevers minder hard dan vroeger nodig hebben. Dat geldt voor de journalistiek, blijkt ook uit ons initiatief waarin we tech eenvoudig zijn werk laten doen en de doelgroepen via het internet rechtstreeks kunnen benaderen. Tegelijkertijd geldt dat ook voor het individu, het bedrijfsleven enzovoorts.”
Misschien kotsen wij de meningenverslaggeving over vijf jaar wel helemaal uit. Het belangrijkste is dat vrijheid van informatie blijft en we helderheid krijgen in de versplintering die an sich geen nieuw fenomeen is.
“Precies.”
Eerste resultaten na lancering: drie dagen feest
“Toen wij de eerste resultaten na de lancering zagen, hebben wij letterlijk drie dagen lang feest gevierd”
Hoeveel abonnees hebben jullie nu?
“We hebben nu meer dan 2000 abonnees. Toen wij de eerste resultaten na de lancering zagen, hebben wij letterlijk drie dagen lang feest gevierd. In termen van mediabereik gaat het natuurlijk nergens over, maar we willen niet de grootste worden. Onze eerste toets was: werkt deze aanpak of slaan we de plank volledig mis? Hebben wij een bestaansrecht op basis van abonnementsgeld? Kunnen wij ons vlaggetje uithangen? Dat konden wij.”
Je moet voor informatie geld durven te vragen
De Nieuwe Pers is niet meer gratis. Wij zien steeds meer kwaliteitskranten en –bladen informatie achter betaalmuren plaatsen. Gaan paywalls de journalistiek redden?
“Ik ben zeker voorstander van betaalmuren. Je moet voor informatie geld durven te vragen. Laten we ophouden met gratis informatievoorziening op de manier waarop dat om diverse redenen tot nu toe gegaan is. Het is lang zo geweest en paywalls maken de journalistiek niet volledig afhankelijk van advertenties en commerciële deals. Luister, iedere keer dat er een nieuw medium in het verleden bijkwam, werd er gesproken over een revolutie. Oude media zouden wij niet meer gebruiken. Honderden jaren later gebruiken we nog steeds verschillende kanalen en willen we nog heus wel betalen voor informatie. Nee, tarieven zijn niet meer zo riant als vroeger maar waarom zou het nu ineens niet lukken?”
Inmiddels zijn we een maand verder na de lancering. Wat heeft nu prioriteit?
“Bij De Nieuwe Pers willen we vijftien nieuwe journalisten aantrekken, waarbij we het liefst nog wat vrouwelijke schrijvers aan onze club willen toevoegen. Zonder te dwingen, vind ik de verhouding tussen mannen en vrouwen zeker belangrijk. Wij willen onszelf nog sterker neerzetten.”
Zijn er bepaalde key learnings voor het opzetten van een online (nieuws)platform die je zou kunnen delen?
“Digitale technologie is stukken goedkoper, werkt snel en efficiënt. Een app maken, is niet bijzonder spannend. Gebaseerd op de standaarden kun je al heel snel een app lanceren die prima werkt. Datzelfde weten we van contentmanagementsystemen zoals WordPress. Kortom, combineer inhoud met flexibele technologie.
Tegelijkertijd heb ik gemerkt dat je in zo’n proces de neiging hebt om veel gelijktijdig te willen doen. Niet doen! Het is ook niet nodig. Zorg dat één ding goed staat voordat je je aan het volgende waagt. Ook krijg je ineens veel advies van anderen. Meestal helpt dat, maar soms leidt het ook af, bijvoorbeeld wanneer zij je van alles willen aanbieden. Waarschijnlijk klinkt dit ondernemers bekend in de oren. Laat het links liggen en focus.
Metro & Spits bestaan over 2 of 3 jaar niet meer
“Wat betreft de Metro en de Sp!ts, ik denk dat die allebei over twee of drie jaar niet meer bestaan”
Ook Rob Wijnberg is bezig met een nieuw platform en is op zoek naar een nieuw model zonder advertenties. De Volkskrant kreeg verschillende soorten reacties op hun digitale uitgave. Zowel de Metro als de Sp!ts hebben aangekondigd zich nog meer te gaan focussen op niche doelgroepen.Wat zie jij nog gebeuren in de Nederlandse journalistiek?
“Over een paar jaar is er geen verschil meer tussen de papieren en de digitale krant. Digitaal papier zie ik snel opkomen. Dit is letterlijk opvouwbaar digitaal papier met dagelijks een ververste krant. Daarom vind ik print versus online niet echt meer een interessante discussie. Wat betreft de Metro en de Sp!ts, ik denk dat die allebei over twee of drie jaar niet meer bestaan. Misschien gaan ook zij hervormen of zullen zij hun partnerships verstevigen. Dat gebeurt nu al. Of ze kijken even over de schutting.” Jan-Jaap Heij lacht.