Infographic

Over de zeggingskracht van infographics

0

Wie beweert dat print dood is, moet Information Graphics eens ter hand nemen. Taschen, vermaard uitgever van oogverblindende koffietafelboeken, bundelde een historisch overzicht boordevol best practices. Rijst de vraag: hoe ideaal zijn infographics? Het kost immers zeeën van tijd om ze te maken. Een artikel schrijven, zoals hier, gaat veel sneller. Daarom bij deze een verkennend gesprekje bij de koffieautomaat tussen collega’s Renson (een man van woorden) en Paul (een man van beelden).

Renson: Wat heb jij met infographics?

Paul: Ik ben gek op kaarten, omdat ik heel visueel ben ingesteld. Als kind las ik geen boeken, maar atlassen. Dat is eigenlijk nooit meer opgehouden. Als ik in Londen ben, kan ik oprecht genieten van een ondergrondse tocht met de metromap in mijn hand.

Renson: Wat is dat precies, die opwinding?

Paul: Dat het een topvoorbeeld is van hoe je een complex netwerk kunt vertalen in een leesbare handleiding.

Renson: Een klassieker is ook de infographic van Minard uit 1814: Napoleons invasie in Rusland. Volgens velen de mooiste en meest dramatische infographic ooit: in een dikke beige lijn trekken 422.000 manschappen richting Moskou, in een zwarte dunne lijn keren slechts 10.000 van hen weer op het punt van vertrek.

Paul: Zeker, goed voorbeeld van een infographic waar concrete informatie en zeggingskracht samenkomen. Overigens niet te verwarren met storytelling, want infographics doen volgens mij niet aan storytelling. Daarvoor is datavisualisatie een veel geschikter methode.

Renson: Er kleeft volgens expert Paul Mijksenaar wel een nadeel aan infographics: ze vergen vaak een geoefende lezer.

Paul: Juist niet, dan onderschat je de lezer. Het is aan de infographicmakers om goed werk te maken. Met dien verstande dat het extreem moeilijk is om goeie infographics te maken.

Renson: En datavisualisatie, zoals bij de tv-serie Nederland van Boven, heeft dat de toekomst volgens jou – bijvoorbeeld omdat het zich leent voor storytelling?

Paul: Ik zie datavisualisatie als ‘sign of the times’. Volgens mij is het de volgende stap naar een definitieve collectieve informatie-burnout. We leven in een tijd van datamining en dus zoeken mensen naar makkelijk leesbare visuele vertalingen van complexe data.

Renson: Juist, en daarom is datajournalistiek natuurlijk ook zo in opkomst: er zijn experts nodig die het juiste verhaal kunnen filteren uit data. Dat was ook precies wat ik miste  bij Nederland van Boven. Hopelijk maakt de VPRO in de vervolgserie een inhaalslag, je zou toch zeggen dat daar in ieder geval genoeg visueel ingestelde journalisten werken.

Paul: Het is trouwens wel een bloedmooi boek: 488 pagina’s met essays en projecten op basis van Tijd, Categorie, Locatie, Hiërarchie en Index.

Renson: Hier, kijk: Der Mensch als Industriepalast, van Fritz Kahn uit 1926 – wat een juweeltje.

Paul: Al mijn favorieten staan erin: de Atlas van de Nieuwe Nederlandse Waterlinie van Joost Grootens, de Flight Patterns van Aaron Koblin, de persoonlijke jaarverslagen van Nicholas Feltron. Ik mis alleen wel de vooruitstrevende datavisualisaties van het Amerikaanse bureau Stamen. Die horen er echt wel in.

Renson: Kunnen we dan concluderen dat de infographic al met al ‘here to stay’ is?

Paul: Zeker weten. En ik wil dat boek wel op mijn koffietafel.