Journalistiek & social media: breuk met de massamedia
Het is geen journalistiek geheim dat gebeurtenissen die over een hoog sensatiegehalte beschikken eerder in het nieuws komen dan andere gebeurtenissen. Voor lange tijd bepaalden professionele journalisten welke sensatierijke berichten door de keuring kwamen. Maar de massamedia zijn langzaam hun machtspositie aan het verliezen wat de selectie van nieuws betreft.
Niet alleen de massamedia bepalen tegenwoordig wat nieuws is: jij, ik, hij, zij en wij bepalen dat. Hierbij spelen sociale media een vooraanstaande rol. Maar deze uitbreiding van rechtmatige nieuwszenders is niet de enige verandering die er binnen de journalistiek heeft plaatsgevonden door de komst van sociale media. In dit artikel bespreken we welke veranderingen de komst van online media platformen teweeg hebben gebracht met betrekking tot de journalistiek.
Wie bepaalt wat nieuws is?
Waar journalisten vroeger de rol als poortwachter vervulden en bepaalden wat wel of niet in het nieuws kwam, wordt door de komst van sociale media de rol van poortwachter steeds meer aan de burger toebedeeld. Ook buitenlandse reporters worden steeds meer als overbodig beschouwd. Vroeger had je als buitenlandse reporter een prominente rol als journalist, maar die rol vervaagt doordat buitenlands nieuws momenteel beschikbaar wordt gesteld via internationale, online media. De inhoud van deze berichten is bovendien vaak interessanter dan nieuwsfeiten die door buitenlandse reporters worden gedeeld; Twitter en andere sociale media platformen maken het voor de lezer mogelijk meer ‘insight information’ te consumeren.
Dergelijke moderne journalistieke rapportages via sociale media hebben ook geresulteerd in een breuk met basisprincipes die ten grondslag liggen aan de definitie van nieuws. Non-journalistieke reporters houden geen rekening met principes als frequentie, eenduidigheid, zinvolheid et cetera. Zij schrijven berichten zonder voorbedachte rade en vanuit het idee dat anderen het misschien ook leuk vinden om te lezen. Als mensen zelf iets leuk vinden om te lezen, zullen anderen dat waarschijnlijk ook vinden en op deze manier verspreidt ‘nieuws’ zich snel via een netwerk.
The right time, the right place?
Waar journalistieke titels vroeger reporters in verschillende landen gevestigd hadden, zodat zij snel ter plekke konden zijn wanneer zich nieuwswaardige ontwikkelingen voordeden, is dat nu niet meer nodig. De kans dat een van deze reporters toevallig aanwezig is op een plek waar zich een nieuwswaardige gebeurtenis voordoet, is niet groot. Een grotere kans bestaat dat er burgers op een plek aanwezig zijn waar zich een nieuwswaardige gebeurtenis voordoet en met behulp van sociale media kunnen deze ooggetuigen omgetoverd worden tot reporters. ‘Burgerjournalistiek’ is een term die steeds vaker opduikt. Kortom: burgers nemen een prominente rol in, voornamelijk op internationaal journalistiek gebied. Het is voor de massamedia daarom efficiënter om de hot (of trending) topics op sociale media scherp in de gaten te houden en te kanaliseren om zo real-time informatie, ontwikkelingen en beelden van nieuwswaardige evenementen te vergaren. Die ontwikkeling leidt dan ook tot grote veranderingen op de redacties van nieuwsmedia.
De naam burgerjournalistiek geeft al aan dat de massamedia de alleenheerschappij wat betreft het verwerven, verwerken en verspreiden van nieuws langzaam uit handen zullen moeten geven. Omdat sociale media gratis zijn, wordt dit effect nog meer versterkt. Een ander voordeel van sociale media is de mogelijkheid om om multimediale inhoud zoals tekst, foto’s en video’s op een gemakkelijke en snelle manier te delen. Inhoud wordt snel verspreid, doordat gebruikers met elkaar in verbinding staan: ze vormen een netwerk, waarbinnen berichten zich op een hoog tempo verspreiden. Vanwege dit kenmerk wordt de online vorm van ‘burgerjournalistiek’ ook wel vaker ‘netwerkjournalistiek’ genoemd. Een laatste motief om veelvuldig gebruik te maken van sociale media voor de journalistiek komt voort uit het gemak waarmee online content met elkaar in verband kan worden gebracht, door middel van links.
Burgerjournalistiek en betrouwbaarheid
Bij burgerjournalistiek en berichtgeving via sociale media moet natuurlijk altijd de betrouwbaarheid van berichten in het achterhoofd worden gehouden. Het is al vaak voorgekomen dat de meest wilde geruchten de ronde deden omtrent een gebeurtenis of dat er misinformatie gedeeld werd (hoaxes). De oorzaak hiervoor ligt bij het feit dat sociale media de noodzaak om zelf bij een gebeurtenis aanwezig te zijn minder belangrijk hebben gemaakt. Hoor en wederhoor is daarom nog belangrijker.
Dit is ook meteen een belangrijk punt waarop een professionele journalist zich kan onderscheiden van de burgerjournalist. Een professionele journalist kan namelijk zijn of haar ervaring en netwerk inzetten om na te gaan of informatie die op sociale media verschijnt wel of niet waar is. Dit neemt wat meer tijd in beslag –een ander kostbaar gegeven binnen de journalistiek, iedereen wil de primeur- omdat er gewacht moet worden op bevestiging van relevante bronnen. Onbetrouwbare of onware berichten verspreiden zich om die reden in de regel vaak sneller dan berichten die betrouwbaar of waar zijn.
Het belang van zowel de snelheid als de betrouwbaarheid van de berichtgeving resulteert voor veel professionele journalisten, die gebruik maken van sociale media-inhoud, in een tweestrijd. Voor de uiteindelijke keuze spelen de reputatie van het mediakanaal en de behoefte van de doelgroep een belangrijke rol. Sommige doelgroepen zien de media als sensatiebelust wanneer deze snel (onware) berichten verspreiden en hebben dus behoefte aan rapportages waarvan ze zeker zijn dat deze betrouwbare informatie bevatten. Anderen stellen snelheid centraal en vinden traditionele media laks wanneer ze wachten op officiële bevestigingen van belangrijke instanties voordat ze een bericht versturen.
Privacybeleid
Dan is er nog de privacykwestie. Tegenwoordig worden steeds meer amateurbeelden klakkeloos door nieuwsmedia overgenomen en de online wereld ingestuurd. De anonimiteit van geweldslachtoffers die in een YouTube-filmpje te zien zijn, wordt vaak niet gerespecteerd en ook worden profielfoto’s op sociale netwerksites in nieuwsrapportages geplaatst, zonder dat hier toestemming voor is gevraagd bij de betreffende persoon.
Een krant die de prijs heeft moeten betalen voor haar honger naar sensatie is het Britse News of the World. Nadat bekend werd dat de krant de voicemail van het destijds vermiste – en zoals later bleek, vermoorde- meisje Milly Dowler had afgetapt, kwamen steeds meer afluisterschandalen aan het licht. Deze strenge vorm van privacyschending heeft ervoor gezorgd dat de krant haar recht als nieuwsverlener uiteindelijk heeft op moeten zeggen.
Sociale media veroorzaker nieuws?
In sommige, opmerkelijke gevallen zijn sociale media zelf de oorzaak van nieuws. De Arabische lente was nooit zo groot geworden zonder sociale media. Betogers riepen hun landgenoten in de lente van 2011 via sociale media op tot opstand. Bovendien werden tijd en plaats van verschillende protesten via sociale media afgesproken.
Een andere kwestie vormen gebeurtenissen die zonder sociale media misschien geen nieuws zouden zijn geworden. Een ‘goed’ voorbeeld hiervan is een video over martelingen, die in een Syrisch ziekenhuis plaatsvonden. Amateurbeelden verschenen op het internet en werden in razendsnel tempo verspreid via verschillende sociale media platformen. Geen enkele krant of nieuwszender kon meer om de video heen. Al deze vormen van het ontstaan van nieuwswaardige gebeurtenissen door sociale media vormen een duidelijk voorbeeld van de macht van de burger.
https://www.youtube.com/watch?v=ql8BF92sXFg
Actief publiek
Waar de massamedia vooral uitgaat van een passief publiek, dat alleen de rol van ontvanger inneemt en die alle informatie voor waar aanneemt, kenmerkt de online journalistiek zich door een actief publiek, dat deelneemt aan het journalistieke productieproces. Eenrichtingsverkeer is verleden tijd. Massamedia zijn veranderd in een bron die nog altijd zender is van informatie, maar die ook veel informatie ontvangt van haar consumenten.
De nieuwe vorm van journalistiek kenmerkt zich ook door het ontbreken van een voorafbepaald doel. Het productieproces is niet meer gericht op het toewerken naar een einddoel en een eindproduct. Deadlines ontbreken en burgers schrijven hun ‘nieuwsrapporten’ on the spot en binnen een tijdslimiet die ze zelf onder controle hebben. Nieuwsberichten staan meer op zichzelf en vormen geen onderdeel meer van een eindproduct, zoals een krant of nieuwsprogramma.
Gebruik van netwerkjournalistiek door journalisten
Burgers zijn niet de enige die kunnen en mogen profiteren van de voordelen van sociale media. Het is ook voor journalisten van belang om in dit digitale tijdperk onderdeel te worden van online netwerken, zowel voor push- als pulldoeleinden. Zo biedt de online wereld een goed platform voor professionele journalisten om zelf met hun rapporten een groot doelpubliek te bereiken. Vroeger bleven oproepen veelal beperkt tot de krant. Berichten op sociale media hebben echter een veel groter bereik, waardoor een bericht zich snel verspreidt en waarschijnlijk meer respons oproept.
Daarnaast dienen netwerken naast informatiekanaal ook als informatiebron, die, zoals al eerder aangegeven, journalisten op de hoogte kunnen brengen van nieuwswaardige gebeurtenissen over de hele wereld. Het fenomeen crowdsourcing richt zich hierop en wordt steeds meer gebruikt binnen de nieuwsmedia. Een belangrijke vraag: als sociale media een steeds prominentere rol innemen binnen de journalistiek, waarom dan niet burgers gebruiken, die sociale media helemaal als bron zien? Deze manier van informatie verwerven is vooral van belang wanneer geen informatie onttrokken kan worden van een professionele bron, zoals bijvoorbeeld de politie. Wanneer een onderzoek nog loopt, mogen officiële instanties vaak geen informatie verlenen aan de buitenwereld en is het noodzakelijk voor de journalist om andere bronnen te gebruiken.
Twitter leent zich hier uitstekend voor. Het sturen van een tweet vormt een efficiënt en effectief hulpmiddel voor journalisten om meer informatie over een gebeurtenis te verkrijgen of om de juiste persoon te kunnen vinden voor een interview. Ook bestaan er websites die het principe crowdsourcing toe passen en waarvan de inhoud geheel tot stand komt door berichten van het publiek op sociale media. Voorbeelden hiervan zijn onder andere Storify, Storyfull en Walker news desk. Sociale media worden door journalisten dus gebruikt om content te genereren, maar worden ook gebruikt om mensen zoveel mogelijk te informeren en publiek te trekken. Dat sociale media en journalisten hand in hand kunnen gaan, is ook te zien aan het grote aantal Twittervolgers dat bekende journalisten over het algemeen verzamelen. Er bestaat zelfs een ‘Twittergids journalisten top 100’, waarin de journalisten met de meeste Twittervolgers zijn gerangschikt.
Kloof tussen burgerjournalistiek en professionele journalistiek
We kunnen dus duidelijk stellen dat sociale media grote invloed hebben op de journalistiek. Met de komst van de ‘burgerjournalistiek’ wordt de kloof tussen amateurjournalisten en professionele journalisten steeds kleiner. De kloof zal er echter altijd blijven. Journalisten hoeven niet bang te zijn hun baan te verliezen. Online journalistiek zorgt juist voor nieuwe mogelijkheden en manieren van communiceren tussen de journalist en het publiek.
De beroepsjournalist heeft nog steeds als functie om nieuwsitems te selecteren, mensen te sturen, de betrouwbaarheid van informatie na te gaan en informatie te zoeken die nog niet gedeeld is. En sinds enkele jaren is daar nog iets bijgekomen: voor de traditionele massamedia wordt het kanaliseren van informatie op sociale netwerken steeds belangrijker om zo aan de nieuwste informatie te komen, om achtergrondinformatie in handen te krijgen en om te kunnen anticiperen op aankomende gebeurtenissen. Voor de toekomst verwachten we dat journalisten en burgers steeds meer (met elkaar) gaan delen.
Dit artikel is geschreven voor het vak Transmedia Journalism binnen onze opleiding Communicatie en Informatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg.